Groningen, der Aa kerk

Discografie

Aanvullende informatie over dit orgel en de aan de gang zijnde restauratie is te vinden op de volgende URLS:
http://users.castel.nl/~carrd01/
http://www.reil.nl

1702:
Oorspronkelijk werd het orgel door Arp Schnitger gebouwd voor de Academiekerk of Broerekerk te Groningen. Bij de bouw gebruikte hij pijpwerk uit het vorgaande orgel van Hendrick Hermans van Loon uit 1679.

1756: A.A. Hinsz voegt een koppel tussen hoofdwerk en rugwerk toe.

1784: Reparaties door A.A. Hinsz

1815: J.W. Timpe verplaatst het orgel naar de Aa-kerk, omdat de Academiekerk, vanwege een regeringsmaatregel, moets worden teruggegeven aan de Rooms-Katholiek kerk.

1830: J.W. Timpe wijzigt de dispositie. Het borstwerk verdween en daarvoor in de plaats kwam een bovenwerk. Rugpositief: quint 1 1/3' --> terts 1 3/5', sexquialter -->trompet 8'. De samenstelling van descherp van het rugpositief werd veranderd.

Voor 1858: Bovenwerk: fluit does --> fluit travers 8'.

1858: Restauratie door Petrus van Oekelen. Nieuwe windladen voor het hoofdwerk. Toevoeging van bourdon 16', salicionaal 8', quint 2 2/3', quint 5 1/3', nachthoorn 2', cornet en trompet 16' op het hoofdwerk. Andere samenstelling van de mixtuur. Op een nieuwe pedaal-windlade werden subbas 16', quint 10 2/3 and violoncel 8' toegevoegd.

18xx: Mixtuur en cornet 2' van het pedaal worden verwijderd.

1919: De schepbalgen worden vervangen door een nieuwe magazijnbalg door Jan and Klaas Doornbos.

1924: Jan en Klaas Doornbos: Het Bovenwerk wordt in een zwelkast geplaatst en een voix celeste 8' toegevoegd.

1935: Jan en Klaas Doornbos: Nieuwe Bazuin 16' op het pedaal op een pneumatische windlade.

1939: Klaas Doornbos: Pedaal: violoncel 8' -->holpijp 8'. Hoofdwerk: quint 5 1/3' --> nasard 2 2/3'. Nieuwe mixtuur opt het pedaal op een poneumatischen a pneumatic windchest.

1946: Klaas Doornbos voegt een quint 1 1/3' aan het bovenwerk toe.

1950: Flentrop wijzigt de bazuin 16' van Doornbos.

1952: Klaas Doornbos wijzigt op het rugpositief de terts 1 3/5' in een sifflet 1 1/3' en brengt een nieuwe tremulant aan.

1959: Mense Ruiter wijzigt op het bovenwerk de quintfluit 1 1/3' in een flageolet 1'.

1977: Het orgel wordt afgebroken door J. Boody en G. Taylor vanwege een zeer ingrijpende restauratie van de kerk.

1990: Reil herplaatst het orgel in de gerestaureerde kerk. De 1e fase van de restauratie omvat de volgende activiteiten: restauratie van de windladen van Schnitger, reparaties aan de andere windladen, Verwijdering van de pneumatische windladen, reconstrutie van de bazuin 16', reparatie van de balgen, reparaties aan de orgelkast, reparatie van de manualen en de tractuur, reparatie van het pijpwerk, verwijdering van de voix celeste van het bovenwerk en de bas van de bourdon van het hoofdwerk.

1997: Het orgel wordt overgebracht naar de werkplaats van Reil voor het uitvoeren van de 2e fase van de restauratie. Op dit moment wordt er een hevige discussie gevoerd tussen verschillende deskundigen omtrent hoe dit orgel te restaureren.

Huidige dispositie:

Hoofdwerk

 

Rugpositief

 

Bovenwerk

 

Pedaal

 

Prestant

16'

Quintadeen

16'

Prestant

8'

Bourdon

16'

Bourdon

16' discant

Prestant

8'

Holfluit

8'

Subbas

16'

Octaaf

8'

Gedekt

8'

Viola da Gamba

8'

Quint

10 2/3'

Holpijp

8'

Octaaf

4'

Octaaf

4'

Octaaf

8'

Salicionaal

8'

Gemshoorn

2'

Fluit

4'

Holpijp

8'

Octaaf

4'

Sifflet

1 1/3'

Fluit

2'

Octaaf

4'

Nachthoorn

4'

Scherp

IV-V

Flageolet

1'

Bazuin

16'

Nasard

2 2/3'

Trompet

8'

Clarinet

8'

Trompet

8'

Octaaf

2'

Dulciaan

8'

   

Trompet

4'

Mixtuur

III-V

       

Cornet

2'

Cornet

V

           

Trompet

16'

           

Trompet

8'