Nog niet uitgegeven Nederlandse dispositieverzamelingen 

Enkele Nederlandse dispositieverzamelingen zijn nog nooit ontsloten. Hieronder een niet limitatief overzicht van de mij bekende verzamelingen (in alfabetische volgorde):

 

M.P. van den BOS, boekhouder en organist van de toenmalige Geref. Opgangkerk te Voorburg, heeft in de twintiger en dertiger jaren van de vorige eeuw een dispositieverzameling opgesteld. Deze verzameling bevindt zich nu in particulier bezit te Leidschendam.

 

ABRAHAM BROM jr. (Utrecht 15 oktober 1881 – Utrecht 5 oktober 1960), werkzaam bij de universiteitsbibliotheek van de Rijksuniversiteit Utrecht, was publicitair op allerlei terreinen actief.  Hij was onder meer secretaris van de NKO en als orgeladviseur werkzaam tot na de tweede wereldoorlog. Binnen de Nederlandse Organisten Vereniging droeg hij zorg voor de bibliotheek en was hij betrokken bij de organisatie van het belangrijke verenigingscongres van 3-5 september 1931. Hij verzamelde 313 disposities, deels op basis van wat hij bij onderzoek tegen kwam, voor een ander deel ontleende hij gegevens aan andere bronnen zoals aan Het Orgel en de verzameling van De Waal. Voor de vastlegging van die gegevens ontwikkelde hij een format dat hij vervolgens liet drukken. Brom was Boumans voorganger als secretaris van de Nederlandsche Klokken en Orgelraad. Na Broms dood bleef een deel van zijn nalatenschap – waaronder de dispositieverzameling – bewaard in het Gemeentemuseum[1] te ’s-Gravenhage. Thans berust dit deel bij het NMI. Een ander deel - voornamelijk Broms correspondentie - bevindt zich in de bibliotheek van Orgelmakerij Steendam in Roodeschool.

 

Albertus Mattheus Christiaan FRANKEN (Rotterdam 17-02-1907  -  Lemele 03-04-1984), predikant te Rotterdam, Enkhuizen, Jutfaas, Harkema-Opeinde en te Heukelum, stelde in 1937 een ‘Vervolg op Hess’ samen. Zijn verzameling staat grotendeels op alfabet met een paar kleine latere toevoegingen. Hij voegde een index toe op locatie en op orgelbouwer. Zijn verzameling kwam terecht in Didam in de collectie van Hans Kriek (1934-2021) en bevindt zich nu in de collectie van Henk van Eeken in Herwijnen[2].

 

B. van JAARSVELD. Zijn collectie is op een onbekend moment in het bezit gekomen van het Nationale Orgelmuseum te Elburg. Om doublures in de collectie van het museum te voorkomen, is toen die informatie verwijderd die daar al uit andere bron voorhanden was. De oorspronkelijke omvang van de collectie Van Jaarsveld is als gevolg hiervan niet meer vast te stellen. Over zijn persoon is niets bekend.

 

JAN LIEUWE LIEUWES de JONG (Beetsterzwaag 31 maart 1893 – Heerenveen 18 augustus 1966). In muzikale nalatenschap van deze organist-musicoloog-recensent, bevindt zich o.m. diens dispositieverzameling. Deze verzameling worden bewaard in het Tresoar[3] te Leeuwarden.

 

Ook de Rotterdamse organist G. MEYSTER stelde een dispositieverzameling samen: ‘Disposities van G. Meyster -1939-‘. Deze verzameling bevond zich in de collectie van het Nationaal Orgelmuseum te Elburg[4], maar blijkt momenteel niet te traceren[5].

 

JACOBUS REINOLDUS THEODORUS TELLEGEN (’s-Gravenhage 9 november 1827 –Assen 29 november 1915), tekenaar, stelde een dispositieverzameling samen van 60 Nederlandse orgels, alsmede 52 in het buitenland. In die verzameling verstrekt hij meer details dan tijdgenoten, hij vermeldt onder meer de winddruk. Zijn collectie wordt bewaard in de bibliotheek van de Technische Universiteit Delft[6].

 

MAARTEN ALBERT VENTE (Nieuwerkerk aan den IJssel 7 juni 1915 – Utrecht 13 juli 1989) geldt als de grondlegger van de organologie. In 1942 promoveerde hij in Utrecht tot doctor in de letteren op het proefschrift Bouwstoffen tot de geschiedenis van het orgel in de zestiende eeuw. Hij was de eerste landgenoot die deze graad met een onderwerp op orgelgebied verkreeg. Aanvankelijk was hij docent geschiedenis. In 1965 werd hij lector instrumentkunde, speciaal de orgelkunde, aan de Universiteit van Utrecht. In 1980 werd hij daar hoogleraar. Hij legde gegevens over door hem bezochte orgels vast in een stapeltje schoolschriften. Deze collectie wordt bewaard in de Utrechtse Universiteitsbibliotheek, maar is op dit moment niet raadpleegbaar.

 

ARNOLDUS PIETER GERARDUS de WAAL (Rotterdam-Delfshaven 21 maart 1815 – Rotterdam-Delfshaven 7 maart 1882), organist, liet vier boeken op orgelgebied in één band inbinden en ruimhartig doorschieten met wit papier, waarop hij vervolgens door hemzelf verzamelde disposities noteerde. Dit werk, als gevolg van deze opzet bijna een decimeter dik, bevindt zich in de handschriftencollectie van de Koninklijke Bibliotheek in ’s-Gravenhage[7]. Veel disposities van Duitse orgels ontleende hij aan het tijdschrift Urania[8].

 

MARTEN JELLE(N) ZUIDHOF (Zuiderhuizen [Fr] 28 november 1737 – Veendam 21 juni 1817), schoolmeester, voorzanger en organist, stelde vanaf 1759 orgelbeschrijvingen op aan de hand van eigen waarnemingen, krantenadvertenties en mededelingen uit de Boekzaal. De Stichting Groningen Orgelland heeft enige jaren geleden tevergeefs gepoogd deze verzameling uit te geven[9].

 

Tot slot bevinden zich vele disposities in notitieboeken en cahiers van diverse orgelmakers zoals bijvoorbeeld S. Adema Czn, A.S.J. Dekker/Van Dam, D. Mulder, Mense Ruiter, Jos. Vermeulen en de gebr. Vermeulen.

 

De geografische spreiding van de door de diverse auteurs beschreven orgels geeft op hoofdlijnen het volgende beeld:

 

Op macroniveau (landelijk):

-          Boogert (zij het met lichte accenten op Zuid-Holland en Gelderland);

-          Bouman (met lichte accenten op Rotterdam en Amsterdam, zijn eerste woonplaatsen);

-          Broekhuyzen;

-          Hess;

-          Lohman (zij het met lichte accenten op Groningen en Noord Brabant).

 

Op mesoniveau (regionaal):

-          Knock, in hoofdzaak Friesland, Groningen en Rotterdam e.o.;

-          Van ‘t Kruijs, in hoofdzaak Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht;

-          Van Meurs, in hoofdzaak Groningen en in wat mindere mate Friesland en  Drenthe.

 

Op microniveau (lokaal):

-          Van Eem, die alle orgels in Dordrecht beschreef en daar zelfs de huisorgels niet

oversloeg;

De Waal, Rotterdam e.o.


[1] Dit museum heeft intussen een andere naam: Kunstmuseum.

[2] Met dank aan Henk van Eeken die mij op het bestaan van deze verzameling attendeerde.

[3] Het Tresoar is de combinatie van het vroegere Rijksarchief en de provinciale bibliotheek van Leeuwarden.

[4] Met dank aan Bart van Buitenen die mij op het bestaan van deze verzameling attendeerde. Over de pesoon Meyster heb ik tot dusver geen informatie kunnen vinden. Op diverse sites staan door hem gemaakte orgelfoto’s.

[5] Mededeling Nationaal Orgelmuseum Elburg, dd 01-10-2024.

[6] Cat.nr. 06452469. Met dank aan Victor Timmer, die samen met Ton van Eck een publicatie over Tellegen in voorbereiding heeft.

[7] Cat.nr. HS123C12b. Over De Waal en diens dispositieverzameling (inclusief een register) zie: Frans Huisman, De dispositieverzameling van A.P.G. de Waal, De Mixtuur, nr. 34 (1981), 114-135 en Frits Zwart, A.P.G. de Waal en Samuel de Lange, De Mixtuur, nr. 38 (1982), 278-279.

[8] Urania: Musik-Zeitschrift für Orgelbau, Orgel- und Harmoniumspiel, een Duits maandblad, verscheen tussen 1843 en 1911.

[9] In een zowel door Broekhuyzen als door Jan Zwart geannoteerd exemplaar van Knock, staat informatie vermeld die aan de verzameling Zuidhof is ontleend. Eén van hen beiden moet derhalve kennis genomen hebben van genoemde verzameling.