Uitgegeven Nederlandse dispositieverzamelingen

De oudste Nederlandstalige dispositieverzameling dateert uit 1774 en is van de hand van de organist JOACHIM HESS (Leeuwarden 24 september 1732 – Zeist 27 december 1819). Arend Jan Gierveld is bij de heruitgave in 1980 van het Hess’ boek uitvoerig ingegaan op diens Duitse inspiratiebronnen en op diens doelstellingen.

Hess formuleerde zijn doelstellingen als volgt:

- organisten te helpen die een ontwerp voor een nieuw orgel moeten opstellen;

- orgelmakers tot gezonde na-ijver aan te sporen;

- inlichtingen te verschaffen aan solliciterende organisten.

In hoeverre Hess in dié doelstellingen geslaagd is, valt niet vast te stellen. Voor de hedendaagse lezer is zijn boek vooral belangrijk omdat het voor tal van orgels de oudste schriftelijke bron is, van groot gewicht bij orgelrestauraties en voor de organologie in het algemeen.[1] Hess’ initiatief kreeg al spoedig navolging[2]:

NICOLAAS ARNOLDI KNOCK (Rotterdam 7 april 1759 – sine loco 14 februari 1794) zag Hess als inspiratiebron. In de titel van zijn boek uit 1788 gaf hij duidelijk aan: ‘Kunnende dit Werk verstrekken tot een vervolg van het Werk van den Heer J. Hess’. Knock ontleende een deel van zijn gegevens aan de Boekzaal[3]. Het accent van Knocks verzameling ligt op de noordelijke provincies en Rotterdam[4].

EGBERTUS van EEM (gedoopt Kampen 17 januari 1748 – Dordrecht 23 oktober 1821) meldt ons de reden van zijn verzameling niet, maar uit zijn tekst blijkt dat hij de publicatie van Hess kende en daar waar nodig vulde hij die ook aan. Net als Knock ontleende Van Eem een deel van zijn gegevens aan de Boekzaal.

Het manuscript dat in de regel HESS-VERVOLG wordt genoemd, is eveneens opgesteld door Joachim Hess. In dit manuscript corrigeerde hij zijn werk uit 1774 en voegde daarnaast beschrijvingen van andere instrumenten toe. Het manuscript is in 1906 onder redactie van Jan Enschedé uitgegeven, waarbij deze twee versies heeft gecombineerd. Zo zijn in de heruitgave ook aanvullingen opgenomen van de hand van een latere bezitter van het manuscript, de orgelmaker Balthazar Jan Gabry (1792-1853).

Wat GERHARD WILLEM LOHMAN (Groningen 24 december 1802 – Groningen 28 oktober 1856), orgelmaker in Groningen, er toe bracht om een dispositieverzameling aan te leggen, heeft hij niet aangegeven. Aangezien hij zijn gegevens voegde aan het einde van een exemplaar van de ‘Dispositien’ van Hess, mag gevoeglijk aangenomen worden dat ook hij door Hess geïnspireerd werd. In deze verzameling ligt - niet verwonderlijk - de nadruk toch wat op instrumenten waar de orgelmakers Lohman bij betrokken waren.[5]

GEORGE HENDRICUS BROEKHUYZEN Sr. (Amsterdam 3 januari 1793 – Amsterdam 16 december 1866), makelaar, was duidelijk over zijn inspiratiebron: hij zag zijn vierdelige ‘Orgelbeschrijvingen’ blijkens de ondertitel van zijn forse manuscript als een ‘vervolg en verdere uitbreiding van de dispositieverzamelingen van Joachim Hess (1774) en Nicolaas Arnoldi Knock (1788)’.

MARINUS HENDRIK van ’t KRUIJS (Oudewater 8 maart 1861 – Lausanne 14 februari 1919) noemt geen eerdere verzamelingen als inspiratiebron, wel gaf hij aan gegevens ontleend te hebben aan het boek van Johann J. Seidel, Die Orgel und ihr Bau (Leipzig 1843; Breslau 1844), dat als Het Orgel en deszelfs samenstel (Groningen 1845) was vertaald door Siwert Meijer en door laatstgenoemde ook van een groot aantal disposities was voorzien.

JOHANNES BERNARDUS van MEURS (Groningen 7 november 1903 – Groningen 16 maart 1986), organist, docent en orgeldeskundige te Groningen, beschouwde zijn gegevensverzameling als een vervolg op Van ’t Kruijs. Al schrijvend ontwikkelde hij echter een eigen stijl. Zijn verzameling, in 2018 in bewaring gegeven bij het Regionaal historisch centrum Groninger Archieven, werd in 2017 geannoteerd uitgegeven[6].

LOEK BOOGERT (*1931), docent geschiedenis, organist en beiaardier, stelde zijn dispositieverzameling op in de periode 1949-1959. Al zijn beschrijvingen zijn gebaseerd op eigen waarneming en vrijwel allemaal van de datum van opname voorzien. Zijn verzameling is in 2019 geannoteerd digitaal uitgegeven[7].

Twee van deze verzamelingen, Hess-vervolg en Broekhuyzen, werden door de Koninklijke Vereniging voor Nederlandse Muziekgeschiedenis (her-)uitgegeven. Dit feit onderschrijft de grote waarde van dergelijke collecties. Met betrekking tot het manuscript van Broekhuyzen had deze Vereniging van de eigenaar – de erven Zwart – ook het recht tot publicatie verkregen.

Een aantal verzamelingen kwam snel na de samenstelling voor groter publiek beschikbaar, zoals die van Hess (1774), Knock (1788) en Van ’t Kruijs (1885). Bij andere collecties duurde dit nog vele jaren, zoals bij Hess-vervolg,[8] Van Eem,[9] Lohman,[10] Broekhuyzen,[11] Kroonenberg[12], Van Meurs[13] en Boogert[14]. Het beschikbaar komen is op diverse manieren gebeurd, bijvoorbeeld:

- in boekvorm (Hess, Broekhuyzen e.a.);

- in een periodiek (Lohman, Vogt e.a.);

- elektronisch (Humblet, Boogert e.a.).

De uitgave van Broekhuyzens orgelbeschrijvingen door Arend Jan Gierveld uit 1986 is in 1993 door Gierveld voorzien van een lijvig ‘commentaar’, waarin de verdere geschiedenis van al de door Broekhuyzen genoemde instrumenten is beschreven. Bij de uitgave van de verzamelingen van Van Meurs en Boogert is hetzelfde gedaan. Nu, bij de uitgave van de collectie Bouman, wordt dezelfde formule toegepast.

Hieronder staat staat een tabel met een overzicht van de gepubliceerde Nederlandse verzamelingen naar ouderdom, samenstellingsjaar, publicatiejaar en het aantal beschreven instrumenten. Ter vergelijking zijn onderaan gegevens met betrekking tot de dispositieverzameling van Bouman toegevoegd.

Naam

samensteller

Samenstellings- jaar (indien bekend)

Jaar van publicatie

Moment van heruitgave

Aantal

besproken instrumenten[15]

Hess

onbekend[16]

1774

1945 en 1980

154

Knock

onbekend[17]

1788

1968

120

Hess

+ 1815[18]

1907[19]

-

129

Van Eem

+ 1780-1815

+ 1930

1970

44[20]

Lohman

onbekend[21]

1960

-

39

Broekhuyzen

+ 1850-1862

1986

-

1532

Van ’t Kruijs

onbekend[22]

1885

1962 en 1972

284

Van Meurs

+ 1920-1984

2017

-

303

Boogert

1949-1959

2019

-

49

Bouman

1930-199x

2025

-

1641


Qua volume is de verzameling Bouman de tot dusver grootste Nederlandse dispositieverzameling.


[1] Bijdrage van Arend Jan Gierveld in diens ‘heruitgave’ van Hess (Buren 1980), 49.

[2] In dit overzicht worden niet alle verzamelingen in extenso genoemd. Het door Broekhuyzen èn Zwart geannoteerde exemplaar van Knock (uitgegeven door Willem Hendrik Zwart in 1973) bijvoorbeeld, laat ik in dit overzicht buiten beschouwing, omdat die uitgave minder goed past in de gehanteerde systematiek van deze publicatie. De verzameling van J.P. Beukema (jubileumuitgave van Het Orgel, 1960, 40-46) heb ik in dit overzicht i.v.m. de beperkte grootte buiten beschouwing gelaten.

[3] De Boekzaal verscheen van 1705-1863 en was een voortzetting van De Boekzaal van Europe, het eerste Nederlandstalige geleerdentijdschrift. Aanvankelijk bevatte de tweemaandelijks, later maandelijks verschijnende De Boekzaal der Geleerde Wereld vooral literatuuroverzichten. Vanaf 1716 was er tevens een rubriek voor academie-, school- en kerknieuws, met berichten over nieuwe en vertrekkende hoogleraren, vacante predikantsplaatsen, beroepingen, afscheidsdiensten enzovoorts, ingezonden door correspondenten van de classes. In 1864 werd deze rol van De Boekzaal overgenomen door een nieuwe periodiek die tot 1924 bestond: Stemmen voor Waarheid en Vrede.

[4] Aan N.A. Knock is door Victor Timmer een uitgebreide publicatie gewijd: Nicolaas Arnoldi Knock: ‘Een dilettant van eerste klasse’ in Het Orgel 108/4 (2012), 4-15 en Het Orgel 108/5 (2012), 5-13.

[5] Zoals aangegeven was Arie Bouman ooit in het bezit van een dispositieverzameling van de hand van een andere telg uit het orgelmakersgeslacht Lohman.

[6] Jaap Brouwer, Johan van Meurs. Een studie over een pionierend orgeladviseur (Groningen 2017), bijlagen 15, 16 en 17.

[7] Jaap Brouwer, Dispositieverzameling Boogert (verzameld 1949-1959), te vinden op de website van het tijdschrift Het Orgel: https://www.hetorgel.nl/ .

[8] Joachim Hess, Dispositiën van Kerk-Orgelen welke in Nederland worden aangetroffen. Naar een handschrift omstreeks 1815 uitgegeven door J.W. Enschedé (Amsterdam 1906).

[9] Egbertus van Eem, Aantekening van zommige Vernieuwde en Verbeterde Dispositiën van eenige Kerk- Cabinet en Bureau Orgels en eindelijk Verscheidene Schetsen tot zodanige kerk en cabinetorgels van onderscheide grootte (verzameld tussen +1780 en 1815; eerste uitgave in stencilvorm pas rond 1930).

[10] Gustav Fock, Een tweetal aanvullingen op Hess’ Dispositiën uit 1774, Het Orgel, jubileumnummer 1890-1960, 47-62.

[11] George Broekhuyzen, Orgelbeschrijvingen [...] zijnde een vervolg en verdere uitbreiding van de dispositieverzamelingen van Joachim Hess (1774) en Nicolaas Arnoldi Knock (1788) (Utrecht 1986).

[12] Cor Kroonenberg (Zaandam 15 juni 1917 – 7 juni 2004), organist, orgeladviseur, pedagoog en muziekcriticus. Zijn verzameling bestaat uit twee forse bakken met kaarten. Op iedere kaart staat een dispositie vermeld. Naast eigenhandig verzamelde gegevens, heeft Kroonenberg ook veel informatie ontleend aan periodieken als Het Orgel en De Harp. Deze verzameling is via het antiquariaat van Jan Zwart in Zaandam in het bezit gekomen van Piet Bron te Oss. Bron heeft de informatie verwerkt in zijn omvangrijke orgeldatabestand (www.orgbase.nl).

[13] Jaap Brouwer (2017) ibidem.

[14] Jaap Brouwer (2019) ibidem.

[15] In deze kolom staat per samensteller het aantal beschreven instrumenten binnen de Nederlandse grenzen. De grootte van de beschrijving per instrument speelt in dit kader geen rol. Dispositievoorbeelden zijn buiten beschouwing gelaten.

[16] Het meest recente gegeven in deze verzameling is uit 1773.

[17] Het meest recente gegeven in deze verzameling is uit 1786.

[18] Hoewel in de orgelliteratuur voor deze verzameling als samenstellingsjaar altijd + 1815 aangehouden wordt, is het meest recente gegeven in deze verzameling echter uit 1817 (de beschrijving van het orgel van de Nieuwe kerk te Haarlem). Mogelijk betreft dit een aanvulling van de hand van Gabry.

[19] Op de omslag van dit boek staat 1907 als jaar van uitgave vermeld, op een identieke binnenpagina evenwel 1906.

[20] Althans in het originele handschrift. In de gedrukte uitgave van 1970 is dat aantal minder; zo wordt in die uitgave achttienmaal verwezen naar een bericht (met dispositie) in De Boekzaal.

[21] Het meest recente gegeven in deze verzameling is uit 1833.

[22] Het meest recente gegeven in deze verzameling is uit het jaar van uitgifte, 1885.