Zwolle, Grote kerk
1719-1721: Arp Schnitger begint met het ontwerp en overlijdt gedurende de bouw van dit orgel. Zijn zonen Johann Georg en Frans Caspar voltooien het instrument.
1751: A.A. Hinsz verricht enige reparaties en vervangt het pedaalklavier.
1787: Reparaties door Frans Caspar Schnitger jr. en Heinrich Hermann Freytag.
1791: Reparaties door A. van Gruisen
1837: Petrus van Oekelen verandert de dispositie:
Hoofdwerk:
mixtuur -> mixtuur IV, cimbel -> nachthoorn, quintadeen 16' -> Bourdon 16'.
Rugpositief:
quintfluit 2 2/3' -> holpijp 8', cimbel -> mixtuur III, scherp -> fluit 2'.
Onderpositief:
prestantquint 5 2/3' ->viola di gamba, tertiaan ->carillon III, scherp IV ->
fluit travers 8'.
Pedaal: gedekte subbas 16'-> open subbas 16', roerquint 10
2/3' -> wijd gedekt 8', ruispijp -> nachthoorn 4'.
1853: J.C. Scheuer vervangt de vox humana van het hoofdwerk door de trompet 4' van het borstwerk.
1867: J. van Loo vervangt de wijdgedekt 8' van het pedaal door een quint 10 2/3'. Hij brengt verdere wijzigingen aan in verschillende tongwerken.
1882: Petrus van Oekelen vervangt de frontpijpen van de prestant 16' van het pedaal. Hij voegt een cornet toe aan het hoofdwerk en wijzigt de mixtuur. Rugpositief: sexquialter wordt gewijzigd in een violoncel en de mixtuur wordt gewijzigd. Borstwerk: sexquialter -> salicionaal 4'. Pedaal: cornet 2'-> trombone 8', mixtuur -> violon 8'. The toonhoogte wordt een halve toon verlaagd. Veel wijzigingen met betrekking tot de tongwerken.
1926: Van Dam voegt een Vox humana toe aan het rugpositief en een aeoline 8' aan het onderpostief. Het Rugpositief wordt in een zwelkast geplaatst.
1936: De tractuur van het pedaal wordt geëlectrificeerd.
1955: Restauratie door Flentrop. Het orgel wordt gerestaureerd naar de toestand van 1721. Het pijpwerk wordt gerestaureerd en latere toevoegingen worden hergebruikt. Restauratie van de tractuur en de speeltafel. herstel van de oorspronkleijke toonhoogte. Restauratie windladen.
1971: Reparaties door Flentrop.
1985-1989: Flentrop repareert de windladen en verricht enig reïntonatiewerk. Restauratie van 4 van de balgen.
Verdere informatie op het internet voor dit orgel: The Dutch Organ site
Dispositie:
Hoofdwerk | Rugwerk | Onderwerk | Borstwerk | Pedaal | |||||
Praestant | 16' | Praestant | 8' | Viola | 8' | Fluitgedekt | 8' | Praestant | 16' |
Quintadena | 16' | Roerfluit | 8' | Praestant | 8' | Praestant | 4' | Subbas | 16' |
Octaav | 8' | Quintadena | 8' | Holpijp | 8' | Roerfluit | 4' | Octaav | 8' |
Roerfluit | 8' | Octaav | 4' | Quinta | 6' | Spitsfluit | 3' | Holpijp | 8' |
Octaav | 4' | Fluit | 4' | Octaav | 4' | Gemshoorn | 2' | Superoctaav | 4' |
Speelfluit | 4' | Quintfluit | 3' | Holfluit | 4' | Superoctaav | 2' | Vlakfluit | 2' |
Nasaat | 3' | Superoctaav | 2' | Quinta | 3' | Quintanus | 1 1/2' | Mixtuur | VIII |
Superoctaav | 2' | Sexquialtera | II | Woudfluit | 2' | Nachthoorn | 1' | Fagot | 32' |
Ruyschpijp | II | Scherp | IV | Superoctaav | 2' | Sexquialter | II | Bazuin | 16' |
Mixtuur | VI | Cimbel | III | Tertiaan | II | Mixtuur | IV | Trompet | 8' |
Cimbel | III | Fagot | 16' | Siflet | 1' | Dulciaan | 8' | Trompet | 4' |
Trompet | 16' | Schalmey | 8' | Scherp | V | Regaal | 8' | Cornet | 2' |
Trompet | 8' | Viola di Gamba | 8' | ||||||
Vox Humana | 8' | Trompet | 4' |
Vele balgtreders, mannen die de luchttoevoer voor de orgelpijpen
regelden, hebben er in de loop der eeuwen hun naam in gekerfd. 'D.D.
Rooy, 1746', kunnen we lezen. De kist staat er desondanks nog goed bij,
de inhoud helaas wat minder.
Toen D.D. Rooy zijn naam in het hout kraste was het orgel van de Grote
Kerk 25 jaar jong. Ongetwijfeld deden alle twaalf balgen het nog, en
werkte het mechaniek als een zonnetje. Das war einmal; anno 2007 is het
orgel behoorlijk versleten. Niet zo erg dat er op Marktplaats naar een
vervangend orgel gezocht moet worden, dat ook weer niet, maar organist
Toon Hagen kan er bij lange niet uit halen wat erin zit. Dat komt vooral
door de schade aan de balgen, zegt hij. "Acht van de twaalf balgen zijn
zo lek als een mandje. Daardoor is de motor te belangrijk, die is
continu aan het bijvullen terwijl ik speel."
Hagen schakelt de motor uit: "Ik wil nu wel eens weten hoe lang de
balgen het volhouden zonder dat ze worden bijgevuld." Hij speelt een
complex stuk muziek. Na zeventien seconden sterven de tonen weg, als bij
een radio waarvan de batterijen zijn uitgeput. "Zeventien tellen... Dat
is toch niks? Met die acht balgen erbij wordt het geluid veel
emotioneler, met een waardige welving. Dan krijg je dat mensen denken:
waarom raakt mij dat zo?"
De broodnodige restauratie begint eind deze maand bij het mechaniek.
Daarvoor is voldoende geld in kas, mede dankzij een actie van de drie
Zwolse Lions-clubs. In fase twee volgt de balgkamer, waarvoor de Grote
Kerk twee ton nodig denkt te hebben. De derde fase, reparatie van de
zwakke plekken in de registers, zal eenzelfde pak geld kosten. Veel
geld, beseft Hagen, "maar het is het absoluut waard. Dit orgel is een
wereldvermaard stuk erfgoed. We krijgen organisten uit Japan tot de
Verenigde Staten op bezoek, die allemaal diep onder de indruk zijn."
Dat was hij zelf ook, toen hij in 1997 voor de eerste keer achter de
knoppen plaatsnam. "Ik kende dit orgel van mijn platen, ik vond de klank
altijd gigantisch indrukwekkend. In de kerk waar ik als kind kwam had je
ook een orgel, maar dit is andere koek. Dit was echt een schokkende
ervaring. Ik ervoer een kerkorgel niet als kunst, tot ik het
Schnitgerorgel hoorde." Het valt niet te vergelijken met het toch ook
fraaie orgel in de Bethlehemskerk, zegt hij. "Een typische polderjongen,
noem ik dat. Oerdegelijk, ideaal voor de begeleiding." Luister, zegt
Hagen. Hij slaat enkele toetsen aan en een zware, sombere dreun golft
door de kerk. "Zo hoor je het meestal. Maar het kan ook zo..." En een
vrolijke, bijna dartele compositie vult de hoge ruimte. "Een trio-sonate
van Bach. Ach jongen, dit orgel kan zoveel. Ik vergelijk het wel eens
met een groot orkest: alles zit erop."
Boven de knoppen staan namen als trompet, nachthoorn, cimbel en dulciaan.
Als hij de knop met bijschrift 'fluit' activeert is het alsof Michaël
Hooft in de kerk asiel heeft gekregen; een blokfluit kwinkeleert een
bekoorlijk deuntje. "Dit orgel", zegt Hagen, "is de bekroning van een
eeuwenlange ontwikkeling."
Des te spijtiger dus dat het gevaarte onderbenut wordt. Alsof je van een
auto slechts twee van de vijf versnellingen gebruikt. "Ik hoop nog mee
te maken", zegt Hagen, "dat het voor mijn emeritaat in oude luister is
hersteld." Zo oud is Hagen toch niet? "Nou... 48 alweer. Er is er één
kaler, hoera, hoera, zingen mijn kinderen." Maar alle gekheid op een
stokje, eigenlijk zou de renovatie in een paar jaar afgerond moeten
worden, zegt de organist. "Er zijn in Zwolle zat bedrijven en mensen met
geld, en de gemeente hield vorig jaar een flink bedrag over. Die paar
ton zouden toch geen probleem moeten zijn? Dit orgel is beroemd over de
hele wereld; daar moet Zwolle trots op zijn."