1904:
Proper plaatst een tweedehands eenklaviers orgel.
Uit fragmenten van een vrachtbrief in het orgel blijkt dat het toen uit
Amsterdam werd verzonden. (22)
Proper heeft
vermoedelijk de volgende werkzaamheden uitgevoerd:
- Wijzigingen aan
het front
- Vernieuwing klaviatuur
- Nieuwe magazijnbalg geplaatst
- Sesquilater II vervangen door de Celeste dicant
- Grootste zes pijpen van
de forntprestant vernieuwd (24)
5 mei:
De plaatsing van het orgel op de galerij wordt binnenkort verwacht. Men vraagt zich af wat
dit voor gevolgen heeft voor het aantal zitplaatsen in de kerk.
2 juni:
(Zeer moeilijk leesbaar) J. Proper zou de orgelkas niet kunnen afwerken omdat
bij een broeder iets niet gereed is?
13 juli: De financiering van het orgel
wordt besproken en de vraag wordt gesteld of een
ieder zijn belofte voor een bijdrage gestand zal doen.
6 oktober: Blijkbaar is er een
nieuwe gaanderij voor het orgel gebouwd, omdat nu extra
ontvangsten worden ingecalculeerd van f 0,50 per nieuw gecreëerde zitplaats. (07)
6 oktober: Het financieringsvraagstuk komt weer aan de orde.
(07)
Het orgel wordt op 20 oktober in gebruik genomen.
Provinciale
Drentsche en Asser courant 22-10-1904
4 november: In de notulen wordt
kort vermeld dat het orgel op 20 oktober in een kerkdienst in
gebruik is genomen.
1 december: In de kerkenraad wordt
een lening van f 400,= van dhr.
xxx (onleesbaar) uit Zuidbarge goedgekeurd. De schuld gaat in op 10 november, de rente bedraagt
4% (07)
Foto van onbekende herkomst. Genomen in de oude kerk aan de Vreding
1921: Orgelconcert door de blinde organist Kruithof uit Kampen.
Emmer courant
22-01-1921
Flentrop: | F 4835,= |
Valckx en Van Kouteren | F 4717,50 |
Spiering: | F 4556,30 |
Manuaal I | C-g''' | Manuaal II | C-g''' | Pedaal | C-f' |
Bourdon | 16' | Vioolprestant | 8' | Subbas | 16' |
Prestant | 8' | Holpijp | 8' | Violon | 16' |
Roerfluit | 8' | Viola da Gamba | 8' | Octaafbas | 8' |
Octaaf | 4' | Vox Celeste | 8' | ||
Gemshoorn | 4' | Open fluit | 4' | ||
Quint | 2 2/3' | Woudfluit | 2' | ||
Octaaf | 2' | Basson Hobo | 8' | ||
Mixtuur-Cornet | III-IV | Tremelo | |||
Trompet | 8' |
Christelijk sociaal dagblad voor Nederland De Amsterdammer
26-10-1936
Het Noorden in woord en beeld, jaargang 12, 1936-1937, nr 33, 30-10-1936
Provinciale
Drentsche en Asser courant 24-10-1936
Organist en Eredienst 1936-12 nr. 57
Het
Orgel 1936 juli, 1936-augustus , 1936 september en 1936-november
1937:
Op
1 maart wordt in de CvB besloten dat
indien bij een concert gebruik wordt
gemaakt van het orgel er f 2,50 betaald moet worden ten bate van het orgelfonds.
(06)
1938: Op 5 maart
vraagt de orgelcommissie aan de
kerkenraad om de orgelcommissie
met 2 leden uit te breiden. (08)
Op 12 april aanvaardt een
onbekend persoon
(onleesbare handtekening) zijn
benoeming als
lid van de orgelcommissie aan. (08)
Op 15 juli wordt er
geschreven dat de kerkenraad geen bezwaar
heeft om na de dienst het bondslied te zingen met begeleiding van het
orgel.
Op 15 november beslist de
CvB dat organist dhr. Binnema een vergoeding krijgt voor het organistenblad.
(06)
1939: De orgelcommissie organiseert een kerstconcert door
zangers en zangeressen, organisten Binnema en Strating, J. Wildvank viool en
mevr. Mulders-Tiesinga voordracht.
Emmer courant 22-12-1939, 27-12-1939
1950:
Bijeenkomst van de gereformeerde organisten van Salland en Zuidoost Drenthe.
Provinciale
Drentsche en Asser courant 18-04-1950
1954:
Op 3 maart vindt er
overleg plaats
tussen organist Binnema en twee leden van de kerkenraad over de gemeentezang en het gebruik van de psalmberijming van Hasper in de Zuiderkerk. Besloten
wordt allereerst die psalmen in te voeren waar het minste problemen bij te
verwachten zijn.
Op 6 april gaat de kerkenraad
akkoord met het voorstel van
organist Binnema over de psalmen.
Op 17 november worden nog een
aantal psalmen aan de lijst
toegevoegd.
1958: De kerk wordt gerestaureerd en inwendig gemoderniseerd. Het
orgel wordt verbouwd door orgelmaker Verschueren. Er wordt een nieuw front gemaakt die beter past bij het gemoderniseerde kerkinterieur.
Onder advies van organist Binnema en Willem Hendrik Zwart wordt de
dispositie zodanig gewijzigd dat een groter gedeelte van de orgelliteratuur
ten gehore kan worden gebracht.
Dispositie:
Manuaal I | Manuaal II | Pedaal | |||
Prestant | 8' | Vioolprestant | 8' | Subbas | 16' |
Holpijp | 8' | Roerfluit | 8' | Violon | 16' |
Octaaf | 4' | Zingend Prestant | 4' | Octaafbas | 8' |
Roerfluit | 4' | Open Fluit | 4' | Gedekt Bas | 8' |
Quint | 2 2/3' | Nazard | 2 2/3' | Koraalbas | 4' |
Octaaf | 2' | Woudfluit | 2' | ||
Cornet | V disc. | Basson | 8' | ||
Mixtuur | III-IV | Tremelo | |||
Trompet | 8' |
Manuaal(C-f"'): | Pedaal(C-c'): | |
Prestant | 8 vt | aangehangen |
Bourdon | 16 vt (disc.) | |
Holpijp | 8 vt | |
Octaaf | 4vt | |
Quint | 3 vt | |
Fluit | 4 vt | |
Mixtuur | 3 - 4 st | |
Terts | 1 3/5 vt | |
Octaaf | 2 vt | |
Viola di Gamba | 8 vt (disc.) | |
Woudfluit | 2 vt |
Toespraak van dhr. Wildvank, voorzitter van de orgelcommissie tijdens de ingebruikname van het nieuwe orgel in 1936.
Geachte vergadering.
Wij zijn hedenavond in ons kerkgebouw bijeen gekomen om God te loven want Hij heeft groote dingen aan ons gedaan. Wij willen God loven in ons woord en ook in ons lied.
Het oogenblik is thans gekomen, dat wij ons nieuw kerkorgel in gebruik kunnen nemen. Dat feit mocht niet stilzwijgend worden voorbijgegaan. Zoowel orgelcommissie als kerkeraad waren daarvan overtuigd, en ik geloof, dat ook de gemeente een avond als deze op prijs zal stellen. Namens de orgelcommissie heet ik u allen van harte welkom.
Wie had dat kunnen denken voor enkele jaren, dat we reeds zoo spoedig in het bezit van een nieuw kerkorgel zouden zijn. Zeker, er bestond een orgelfonds. Ook beschikte deze over een geldsommetje, terwijl telken jare met de kerstdagen een collecte voor het orgel werd gehouden. Doch een nieuw orgel met de daarbij komende verbouwing van het kerkgebouw eischte zulk een enorme som gelds, dat we vaak met de schouders getrokken hebben met de gedachte: wanneer zullen we op deze wijze eens ons doel bereiken? En zie, ongedacht is dat doel thans in zeer korte tijd bereikt. God heeft onze weg gebaand. Hij maakte het besef levendig bij onze gemeente, dat het oude orgel niet meer in staat was ons gezang op een passende wijze te begeleiden. Hij gaf offervaardigheid om de orgelcommissie in staat te stellen een nieuw orgel aan te schaffen. En nu wenschen we Hem te loven vanwege Zijne mogendheden en naar de menigvuldigheid Zijner grootheid. Voor we ons nieuwe orgel in gebruik zullen nemen willen we met onze gedachten even terug naar ons oude orgel. De meesten onzer hebben in dit en in het vorig kerkgebouw geen ander orgel gekend. Jarenlang heeft het getrouw zijn diensten verricht. En, Voor zoover ik me herinner heeft het ons zelden in de steek gelaten. Getrouw was het iedere rustdag weer op zijn post. Doch we voelden het allen. Het ging niet meer. Te meer, daar onze gemeente in de laatste jaren sterk groeide. Toch kan ik me voorstellen, dat er nog gemeenteleden zijn, die het oudje met weemoed zien vertrekken. Niet om de voortreffelijke muziek, maar de overgang van oud naar nieuw geeft altijd iets weemoedigs. Vele jaren heeft het ons trouw gesteund bij ons psalmgezang en nu wordt het afgedankt. Het is waar, we kunnen hechten aan dingen, die we lang in ons bezit hebben gehad. Ze worden ons lief en dierbaar. Ik ben er echter van verzekerd, dat we allen eenparig zullen zeggen: "We hebben toch een goede ruil gedaan". Al komt die ruil ons dan ook duur te staan. Want een nieuw kerkorgel kost veel geld. Voor enkele jaren is de orgelcommissie hoopvol begonnen te werken. En door de zegen des Heeren is ons werk thans met goede uitslag bekroond. Vele gemeenteleden hebben door hun giften die uitslag mogelijk gemaakt. Laat mij u allen uit naam van de orgelcommissie daarvoor van harte mogen bedanken. Maar nu denk ik tevens aan diegenen, die nog niets gaven en ook nog niets hebben toegezegd. De leden van onze commissie hebben heel wat teleurstellingen moeten boeken, teleurstellingen, die de moed soms haast in de schoenen deed zinken. Doch daartegenover werden we ook meer dan eens verrast door koninklijke giften. En dan denk ik niet in de eerste plaats aan de grote giften, maar dan denk ik aan de kleine, die als een penningsken der weduwe binnenkwamen. Er waren broeders en zusters, die van hun nooddruft nog offerden voor het nieuwe orgel, waarin ze zagen een middel om de lof des Heeren te verkondigen tijdens den dienst des Woords.
Laat dit tot beschaming wezen van die broeders en zusters, die nog achteraf zijn gebleven. Binnen 5 jaar moet het orgel betaald wezen. De commissie zou er gaarne in 3 jaar af willen wezen. En dat kan heel goed, als ieder maar meewerkt. Ik kan gerust zeggen, dat een groot deel der gemeente zich tot dusver terugtrekt. Zeker, de tijdsomstandigheden laten zich ook danig gelden. Doch waar een wil is, is een weg. We zijn er ongetwijfeld allen over eens, dat we met de begeleiding van ons gezang een reuzenstap in de goede richting hebben gedaan. Uit psalm 150: 3 en 4 heb ik U dit voorgelezen: "Loof Hem met geklank der bazuin, looft Hem met de luit en met de harp. Looft Hem met de trommel en de fluit, looft Hem met snarenspel en orgel". Dat is het ware Christendom, God te loven in alles, ook in ons gezang en in de begeleiding van ons gezang. Nooit zullen we op deze aarde naar behooren God tot Zijn eere kunnen brengen, doch we moeten naar de volmaaktheid streven, al zullen we het in de verste verte niet bereiken.
Een groote invloed gaat er van de muziek uit. Invloed vooral op de innerlijke gesteldheid van de mensch. In dit verband wil ik u wijzen op wat we lezen in 2 Koningen 3: 15. We lezen daar: "Nu dan, brengt mij den speelman. En het geschiedde als de speelman de snaren speelde, dat de hand des Heeren op hem kwam". Het gaat hier om den vromen koning Josafath, die een verbond sluit met koning Joram, den beeldendienaar en met den koning van Edom, den afgoden dienaar. Heeft de Heere dan niet duidelijk aan Josafath te kennen gegeven, dat een verbintenis met die beiden uit den booze is? Is het wonder, dat in de ziel van den profeet Eliza verontwaardiging trilt? Zoo iets kan en mag de profeet niet goedkeuren. Ook de profeet Micha heeft aan Josafath reeds voorspeld, dat een vereeniging met dergelijke personen slecht zal afloopen. Wat zal de profeet Eliza nu doen? Met medelijden ziet hij den vromen koning van Juda aan. Zijn verontwaardigd hart komt in een mildere stemming. Hij zal den Heere om raad vragen. Doch er is nu nog te veel bitterheid in zijn hart om tot den Heere te naderen. En om verandering in zijn gemoedsgesteldheid te brengen heeft hij m u z i e k noodig. De muziek moet hem aftrekken van al de uiterlijke omstandigheden. Hij heeft behoefte aan bezadigdheid en rust. In zijn hart bruist heilige verontwaardiging en vurige ijver op, als hij ziet op het gedrag van Josafath. En dat moet eerst tot bedaren worden gebracht. En daarvoor heeft hij een speelman noodig, want Eliza kent de invloed der muziek. Luther heeft eens gezegd: "De muziek is een hartversterkend en verkwikkend middel waardoor men zware aandoeningen en booze gedachten verdrijft, waardoor het hart tot rust gebracht, gesterkt en verkwikt wordt. Speel dan helder op en zing er bij, totdat de zwaarmoedige gedachte wijke, gelijk Daniël en Eliza deden".
De speelman komt bij Eliza. Hij begint te spelen en ziet ...…. de volle accoorden doen de goede uitwerking. In de ziel van den profeet wordt de storm gestild. In zijn binnenste is het stil geworden als in een eenzame kamer, zoodat hij zelfs het zachte gefluister van den
Geest hoort. Het gelijkt een effen waterspiegel op welke geen golfje zich meer parelt en waarin de sterren des hemels liefelijk hun glans weerkaatsen. In dit oogenblik van herstelde bedaardheid en aandacht buigt dan ook Jehova zich neder tot den profeet en de Geest betuigt met den geest van Eliza wat hij spreken zal en wat hij doen moet.
Zoo gezien heeft de muziek, en het orgelspel in 't bijzonder een groote betekenis voor de openbare eeredienst. Het orgel past bij uitstek in het kerkelijk milieu. Vroeger werden ook wel andere instrumenten gebruikt, doch tenslotte bleek het orgel het meest geschikte. Godsdienst en muziek behooren bij elkaar. De volkeren der oudheid geloofden aan een goddelijke openbaring der muziek. En zoo kwam men langzamerhand tot de erkenning, dat het orgelspel de kerkgangers kan treffen, ontroeren; zoo kan het in Gods hand een middel wezen, om het evangelie gemakkelijker ingang te doen vinden.
En toch wordt de beteekenis van het orgelspel door velen niet beseft. Ja, in sommige kerken wordt het orgelspel voor den dienst des Woords gebruikt om een praatje te maken. En hoe harder dan de muziek klinkt, hoe luider men praat om zich verstaanbaar te maken. Gelukkig hebben we daar in onze gemeente geen last van.
Het moderne orgel, zooals er thans in ons kerkgebouw staat, eischt ook veel van den organist. Dat ging in vroeger jaren bij de allereerste orgels gemakkelijker. Er werd toen éénstemmig gespeeld. De toetsen werden met de vuist of met de elleboog neergedrukt. Doch toen het meerstemmig gezang ingevoerd werd, meenden de organisten ook niet te mogen achterblijven. Op hun aansporen gingen de orgelbouwers er toe over om verscheidene pijpen op één toets aan te sluiten. Dat waren dan de zoogenaamde mixturen. Dat was al een heele verandering in de orgeltechniek. Langzamerhand is die techniek aanzienlijk verbeterd. Doch tevens is daarmede de taak van den organist verzwaard. Want men moet niet uit het oog verliezen, dat niet ieder, die in de muziekkunst tamelijk diep doorgedrongen een goede organist in de kerk is. Ook al kan hij verschillende muziekinstrumenten onberispelijk bespelen. Het organistschap in den dienst des Woords eischt meer. Voor de dienst een aanvang neemt, dient hij de muziek overdacht te hebben en behoort hij de muziek in overeenstemming te brengen met het karakter van den dienst. En dan pas gaat het orgel voor ons leven.
Dan betekent het voorspel van een psalm niet om tijd te geven zijn neus te snuiten, of een praatje te maken. Dan brengt de organist de gemeente, die een gebed zal zingen in een devote stemming en spoort hij bij het aanheffen van een loflied de gemeente aan om God te prijzen in het gezang.
Het is een verblijdend teeken dat aan het organistschap meer acht wordt geschonken.
Vroeger was iemand gauw geschikt voor organist. Als er ambtsdragers moesten verkozen worden, kwam de heele gemeente in rep en roer. Moest er een nieuwe koster komen, dan was de heele kerkeraad in volle actie. Maar een organist was gauw gevonden. Het zoontje van een ouderling of diaken, die misschien drie heele maanden orgelles had gehad, werd soms aangesteld. Er werd dan met den predikant overeengekomen steeds gemakkelijke psalmen op te geven.
Teekenend is wat voor eenigen tijd een predikant overkwam, die in een kleine gemeente den dienst des Woords moest vervullen. Het tekstbriefje werd door een der ouderlingen naar den organist gebracht. Het briefje werd echter teruggezonden met de boodschap of de dominee in plaats van Ps. 138 een andere psalm wou opgeven, want de organist was met zijn muziekstudie nog niet verder gekomen dan Ps. 119. Ze hadden namelijk in die gemeente een nieuwe organist.
Ieder begrijpt, dat in zoo'n geval aan de begeleiding van het kerkgezang heel wat moet ontbreken. Inderdaad, het kerkelijk orgelspel is een veelomvattend terrein met onbegrensde mogelijkheden. Een verblijdend verschijnsel is, dat het orgelspel zich in de laatste jaren in een grootere belangstelling mag verheugen. Moge ook ons nieuwe kerkorgel er toe medewerken dat een iegelijk in de samenkomsten der gemeente in die stemming verkeere, die noodig is om des Heeren Woord naar eisch te beluisteren.
De orgelcommissie heeft veel reden tot dankbaarheid. En ze gevoelt zich gedrongen, die dankbaarheid bij deze gelegenheid uit te spreken. Allereerst dank aan onzen God die ruimte heeft gegeven. Hij heeft ons de weg gebaand. Hij heeft wijsheid geschonken. Hij gaf kracht en moed om voort te varen ondanks moeilijkheden en teleurstellingen. En daarom willen wij in deze samenkomst allereerst Hem daarvoor onzen dank toebrengen.
Dan breng ik een woord van dank aan onze orgelbouwer, de firma Valcx en Van Kouteren.
Toen de beslissing moest vallen, aan wie de bouw van ons orgel moest worden opgedragen, heeft de commissie een moeilijk ogenblik gehad. Groot was de verantwoording, want het ging niet om enkele honderden guldens, maar om duizenden. We hebben verschillende kerkorgels bezichtigd, ook van verschillende orgelbouwers. En de adviezen, die door ons zijn ingewonnen, liepen dikwijls zoo ver uiteen. Tenslotte hebben we onze keuze bepaald en hebben we aan de firma Valcx en Van Kouteren het werk opgedragen. En we moeten het erkennen, wij zijn niet beschaamd uitgekomen. De orgelcommissie is ten hoogste voldaan over het schitterend stuk werk, dat door U is geleverd. Net vrijmoedigheid zullen we uwe firma warm aanbevelen. De adviezen, die de heer Valcx ons heeft gegeven en de wijze waarop hij met ons heeft samengewerkt, is alle lof waardig. En we zijn er van verzekerd, dat het verdere onderhoud van ons orgel in goede handen is.
Ook onze beide adviseurs, de heeren Binnema en Strating danken wij van harte voor hun werk als adviseur. Geheel gratis hebben ze dat werk op zich genomen. Mede door hun voorlichtingen heeft de zaak een vlot verloop kunnen hebben. Het opstellen van de dispositie, de verschillende wijzigingen, die daarin moesten worden aangebracht is grotendeels hun werk geweest. Nogmaals zeggen we u beiden daarvoor hartelijk dank.
Vervolgens komt een woord van dank toe aan den heer Van Ess, als uitvoerder van de verbouwing van het kerkgebouw. De commissie had besloten het orgel boven de kansel te plaatsen. We hadden daar reden voor. In de eerste plaats heeft de gemeente nu het orgel voor zich. Zoo spreken de heerlijke klanken, die straks aan het instrument zullen worden ontlokt beter tot de zangers. Bovendien komt het beter tot zijn recht als sieraad in onze kerk. Dan zit de organist niet meer achter de gemeente, zoodat hij veel beter dan tot dusver, het zingen kan controleeren. En tenslotte is er op de bestaande gaanderij enige ruimte gekomen voor zitplaatsen, waaraan ons kerkgebouw zoo langzamerhand gebrek krijgt. De groote moeilijkheid was echter, ruimte te krijgen voor ons orgel. En wij stonden als leeken letterlijk met de handen in 't haar. Toen de zaak klaar was, zagen wij ook wel, hoe het kon. Doch de groote moeilijkheid was, een ontwerp van verbouwing te maken. De heer van Ess heeft als deskundige een prachtige oplossing gevonden. Het werk is door hem prompt uitgevoerd. De commissie dankt u hartelijk voor al uwe diensten, die gij ons in dezen hebt bewezen.
Tenslotte komt een woord van dank toe aan de heeren Wessemius, Harwig en Reiber, die respectievelijk uitvoerders waren van de elektrische installatie, het loodgieters- en het schilderwerk. Ook al deze werken zijn in den besten staat opgeleverd, zoodat we ten volle tevreden zijn en er een danktoon in onze harten ruischt voor hetgeen we in dezen uit de hand des Heeren mochten ontvangen.
Gemeente, ik ben er van overtuigd, dat ook diezelfde dank in uw hart ligt. Laten wij dan die dank vertolken door met elkander te zingen: Ps. 150: 2 en 3.
Thans voor de eerste maal met begeleiding van ons nieuw kerkorgel.
Het oogenblik is nu aangebroken, dat de orgelcommissie zijn handen van het orgel zal aftrekken. Ge hebt het instrument hooren spelen, en ik heb het gezien aan uwe gezichten, en heb het gehoord in uw zingen, dat ook gij blij zijt met het orgel.
Dat is voor de orgelcommissie een verheugend feit. Aan de kerkenraad als vertegenwoordiger der gemeente, bieden wij thans dit orgel aan. Broeders kerkeraadsleden met ds. Binnema als praesis, wij danken u, voor uw vertrouwen, die gij in ons hebt gesteld. Wij hopen, dat gij in dat vertrouwen niet zijt teleurgesteld. Onze taak is nog niet afgeloopen, doch het zijn nu alleen maar meer financieele zaken, die wij te behartigen hebben.
Zegene de Heere de dienst des Woords in de prediking, doch ook in ons psalmgezang en moge ons orgel een middel worden in Zijne handen tot meerdere verheerlijking van Zijn Naam. Met deze bede draag ik namens de orgelcommissie het orgel over en beveel het in de goede zorgen van den kerkeraad aan.
Terwijl wij zingen Ps 72: 11, draag ik de verdere leiding van deze vergadering over aan den voorzitter van den kerkeraad.
Krantenbericht
uit het Nieuwsblad van het Noorden d.d. 26-10-1959