Havelte, Hervormde kerk

De meeste Drentse kerken liggen in het dorp aan de brink, maar in Havelte is dat niet het geval. De kerk ligt buiten het dorp tussen Havelte en Uffelte. Hij is van verre herkenbaar door de forse toren van het Drentse type met slanke spitsboognissen in elke geleding en een breed gotisch venster boven de ingang. Hij behoort tot de oudsten van deze torens, daar hij blijkens het opschrift boven de ingang in 1410 gesticht is: "int iaer ons heren M CCCC ende X doe lag iohan willems soen desen steen". De toren heeft een wat strakker karakter dan bijv. die te Beilen en Rolde door de korte piramidespits en de zware traptoren aan de zuidzijde, waardoor de nissen aan die kant smal zijn en geen middenstijl hebben.
De kerk zelf is een merkwaardig gebouw. In de tweede helft van de 15de eeuw wilde men in navolging van verschillende andere plaatsen de Romaanse kerk vervangen door een gotische. Hier heeft men echter niet de Romaanse kerk afgebroken, zoals meestal gebeurde, maar er a.h.w. een gotische verdieping bovenop gezet. Bij het schip is de onderste helft van de muren Romaans en de bovenste helft gotisch. Bij het koor hoefde men geen rekening te houden met een Romaans deel en daar beginnen de grote spitsboogramen dan ook veel lager. Bij de restauratie (1920-'24) zijn in alle vensters de stenen traceringen hersteld naar het voorbeeld van een venster aan de zuidzijde waar de tracering geheel intact gebleven was.
Van de Romaanse bakstenen kerk zijn twee traveeën bewaard gebleven en aan de binnenzijde is in de zuidmuur ook nog het begin van een derde oostelijke travee te zien. De kerk had bijna vierkante gewelfvakken van een tamelijk gedrukt karakter met in elk vak twee smalle rondboogvensters, waarvan hij de restauratie enkele heropend zijn. De schuinliggende stenen van de dagkant zijn niet afgehakt, waardoor er een vertanding is ontstaan. De muraalbogen van de vroegere gewelven zijn duidelijk zichtbaar. Deze bouw doet denken aan het oudste deel van de kerk in Norg en is waarschijnlijk te dateren in begin van de 13de eeuw.
Boven de noordelijke en zuidelijke ingang van het schip bevindt zich een beeldnisje, waarin aan de zuidzijde vlak na de Reformatie een merkwaardige steen geplaatst is met opschrift omtrent het leggen van de eerste pan op het dak: "int jar vns beren dvsent vyf hondert t negentich aehte heft Gerhart Strvck d' erste peane Vp deze kercke gelacht". De kerk zal voordien met riet of met leien gedekt geweest zijn.
Het interieur heeft sinds de restauratie een wat tweeslachtig karakter doordat de muren als schoon werk behandeld zijn, maar de gewelven wel weer bepleisterd werden. De gehele kerk is overdekt met kruisribgewelven met gebeeldhouwde kraagstenen in de vorm van mens- en dierkoppen, waarvan die in het koor wat sierlijker zijn dan die in het schip. Het boogveld van de westelijke ingang is gevuld met een flamboyante tracering van visblazen en ruitvormen. Bij deze ingang bleef een wijwaterbakje bewaard, terwijl op de schipmuren nog enkele wijdingskruisjes te zien zijn.
Bij de restauratie van 1920-'24 bleef de inrichting grotendeels ongewijzigd, maar in 1960 vonden enige wijzigingen plaats. Om meer liturgische werkruimte in het koor te krijgen werden twee van de vier herenbanken verwijderd alsmede de gewone banken, terwijl ook het doophek verdween. Daarvoor in de plaats kwam een avondmaalstafel met een aantal stoelen.
De preekstoel uit 1663 heeft een aardig gesneden voet en panelen met een tudorboog. Onder deze boog drie staande eikels. In zijn geheel een mooi stuk volkskunst. Eveneens 17de eeuws zijn de beide herenbanken. Het oude altaarblad is in 1960 weer op een voetstuk gezet en doet nu dienst als verzamelplaats voor de collecte, dus als plaats voor het dankoffer: een zinvolle bestemming voor deze steen. Onder het orgel is de zware grafsteen voor Joan Strvvck (overleden 1605) overeind gezet. Tenslotte zij nog gewezen op een merkwaardige steen die vroeger op het kerkhof lag en thans in het torenportaal is opgesteld. Het is een veldkei met aan de ene zijde: "I.S. 1860" en een cirkel me kruis op een piramide; aan de andere zijde: "Exodus XX vs XVII quod aliend' non concupii eses" (gij zult niet begeren wat uws naasten is).

Bronnen: Dr. Regn. Steensma Lang de oude Drentse kerken (1977) ISBN 90 246 4213 2 (Bosch & Keuning - Baarn)