1819: Petrus van Oeckelen maakte een orgel voor de Hervormde kerk in Assen.
1844: Volgens van der Aa in het Aardrijkskundig Woordenboek van Nederland was er in geen orgel
in Havelte voorhanden.
1852: In de kerk wordt een
gaanderij gebouwd. Het is niet bekend of daar toen een orgel werd geplaatst. (13)
Provinciale
Drentsche en Asser courant 24-10-1894
Provinciale
Drentsche en Asser courant 01-06-1896, 04-06-1896, 19-06-1896
1897: Het orgel wordt door van Dam geplaatst
in de Nederlands Hervormde kerk te Havelte. Het is niet duidelijk, aan wie het orgel
vanuit Assen is verkocht. Velen toonden belangstelling; er kwamen brieven binnen uit
Helmond, Norg, Amsterdam (de orgelmaker G.F. Jurjaanz) en van H.W. Flentrop te Zaandam,
die bijzonder veel interesse toonde.
Van Dam had het orgel voor f 300,-
aangekocht en plaatste ht voor f 1.000,- in Havelte.
Op het bovenwerk
verdwenen de Holpijp 8' en de Flageolet 1'. De Nachthoorn 4' werd vervangen door
een Quintadeen 8'??? (02)
18 april: Ingebruikname in een eredienst, die werd geleid door Dr. Offerhaus uit
Assen. Het orgel werd bespeeld door orgelmaker Van Dam uit Leeuwraden, m.m.v. mevr.
Offerhaus (sopraan) te Assen.(01)
Provinciale Drentsche en Asser courant 14-04-1897, 21-04-1897
Meppeler Courant
1897-04-17 en 1897-04-21
Provinciale
Drentsche en Asser courant 08-05-1912
1920: Orgel gedemonteerd n.a.v. de kerkrestauratie.
1925: Orgel werd terug geplaatst onder toezicht van Monumentenzorg. De
balgen verhuisden naar het kerkgewelf, vanwege de versmalling van de orgelgalerij. Onderhoud bij
van der Molen uit Steenwijk.
1930: Verslag van een deel
van excursie van de Drentse pre-historische vereniging. Men wist dat het orgel
uit Assen kwam, maar niet wanneer het was gebouwd.
Provinciale Drentsche en Asser courant 15-09-1930
1931:
Van augustus dateert een
aanbevelingsbrief voor K.M. Luijten van het advieswerk wat hij deed in Vinkeveen.
Blijkbaar poogde hij met deze brief betrokken te raken bij het orgel in Vledder.
(09)
1932: Een inwoner van Ruinen
schrijft op 21 december aan een
bekende dat het orgel in Ruinen wordt onderhouden door Andreas Doornbos. Is een
prima vakman. (09)
1933: Orgelmaker
P. van Dam uit Leeuwarden doet op 2
januari verslag van het bezoek dat hij in Havelte heeft afgelegd. Een
volledige revisie zou circa 1.000 gulden kosten. Aangezien er weinig geld
beschikbaar is stelt hij voor om het in fases te doen. Het hoognodige eerst. Hij
stelt voor de windvoorzienig als eerste aan te pakken. De kosten schat hij in op
f 100,-.
Doornbos stuurt op 3 juli
een briefkaart. Hij stemt al 30 jaar het door hem gemaakte orgel in Ruinen. Het
stemmen kost f 3,- per register.
Op
20 juli dient Bernard Koch uit Apeldoorn een begroting in van f 685,- voor
twee nieuwe magazijnbalgen op de orgelgalerij. Verder wordt het hele orgel
nagezien, geďntoneerd en gestemd. De oude balgen zijn voor de orgelmaker. Een
orgeltrapper dient beschikbaar te zijn.
Orgelmaker T. van der Molen uit
Steenwijk stuurt op 22 juli een
brief waarin hij schrijft dat hij samenwerkt met Koch uit Apeldoorn. Hij
verwijst naar de prijsopgave door Koch. Een balg in het orgel kan niet omdat dan
alles verbouwd moet worden. De nieuwe balg wordt door Koch gemaakt. De rest van
het werk wordt samen uitgevoerd. na het verlenen van de opdracht kost het werk
een doorlooptijd van 3-4 weken. Een onderhoudscontract kost f 20,- per jaar.
Op 8 augustus biedt van T. van der
Molen nogmaals zijn diensten. Het maken van de balg wordt aan Kocht overgelaten
vanwege de drukke werkzaamheden.
Op 1
september beantwoordt Van der Molen een brief uit Havelte. Hij wil deze
brief persoonlijk bespreken in Havelte.
Op
4 november schrijft orgeladviseur
Luijten aan de kerkvoogdij naar aanleiding van een gesprek in Havelte. Een
magazijnbalg is voor de orgeltrapper makkelijker te bedienen en veel geruisloser.
Verder groot onderhoud aan de windladen en mechaniek. Hij schat de kosten in op
circa f 1.200,-, misschien ook lager. De orgelmaker kan proberen de twee
tongwerken weer tot klinken te brengen. Mochten dit niet lukken dan kosten twee
nieuwe tongwerken ongeveer f 350,- Het pedaal kan zo blijven. De organist
gebruikt het waarschijnlijk toch niet. Hij vraagt of de toren van de kerk is of
van de kerk. Ook wil hij graag weten of de vloer van de toren van hout of steen
is. (08) (09)
1934: Blijkbaar heeft de
kerkvoogdij van Havelte inlichtingen ingewonnen over dhr. Luijten. In een brief
van feburari 1934 vanuit Hoogezand
wordt gesteld men zei dat Luijten bij een opdracht in Vreewijk geen goed werk
zou hebben geleverd. Men betwijfelt dit echter.
Luijten levert een brief van
mei 1934 vanuit Varsseveld, waarin
men hem dankt voor zijn advieswerk.
Op
21 november schrijft orgelmaker Van
der Molen dat hij binnenkort weer langs komt om het bovenklavier verder na te
kijken. Bij de vorige keer heeft hij er niet meer tijd in gestopt om de kerk
niet op kosten te jagen.(08) (09)
1935: Nog een brief uit
Hoogezand d.d. 31 oktober van ds.
Oldeman dat Luijten deskundig is.(08) (09)
Provinciale
Drentsche en Asser courant 01-03-1935
1936: Op 26 maart schrijft
orgelmaker T. van der Molen uit Steenwijk dat hij de balgen op het gewelf heeft nagekeken en
provisorisch heeft gerepareerd. Eigenlijk zouden ze vervangen moeten worden. Een
tweede orgeltrapper zou enigszins helpen. Ook
kan er dan een windmotor worden geďnstalleerd. Hij schat de kosten op nog geen f
500,- Binnekort zou de 'lichtleiding' in de buurt van de kerk moeten komen.
Weer een aanbevelingsbrief voor
Luijten. Nu van Valkenswaard. Idem
uit Loenen a/d Vecht. Idem uit
Sappemeer. (08) (09)
1937: Orgelmaker Andreas Doornbos
verhaalt in een brief van 3 juli
over zijn bezoek aan Havelte. De balgen op het gewelf zijn in zeer slechte staat.
De windladen hebben doorspraak. Veel pijpen spreken niet. Het beeldhouwerk is in
slechte staat.
Doornbos geeft in een vervolgbrief van
5 juli weer aan dat de blaasbalgen slecht zijn. De ijzeren abstracten moeten worden vervangen door bronsdraad, verlijmen houten pijpen, lekke
windlade, vernieuwen snijwerken. Kosten ca. f 250,-
Op
27 juli beantwoordt Doornbos een
vraag van de kerkvoogdij omtrent het leveren van een nieuwe blaasbalg. Als dit
doorgaat dan graag snel een beslissing, omdat er in deze tijd het licht bij het
orgel nog goed genoeg is om werkzaamheden uit te voeren. Toegevoegd een tekening
van het orgel met de plek van de blaasbalg.
Hij specificeert de volgende
werkzaamheden:
- Nieuwe blaasbalg f 400,-
- Windladen nazien f
200,-
- Pijpwerk nazien f 150,-
- Schoonmaken, intoneren en
stemmen f 200,-
Klik op de afbeelding voor een vergroting
Op
24 september
vraagt de kerkvoogdij aan de hervormde synode een subsidie van f 2.000 om de
afgekeurde kerkverwarming te vervangen. Deze werd aangebracht bij de
kerkrestauratie van de jaren '20. Ook wordt genoemd dat het orgel na de
kerkrestauratie niet voldoende is hersteld.
Op
15 november vraagt Doornbos aan de
kerkvoogdij om het contract van Augustinusga (als voorbeeld afgegeven?) weer
terug te sturen. Deze blijkt echter niet te zijn bewaard.
Op
25 november informeert Doornbos naar
de stand van zaken rond zijn voorstel en
nogmaals naar het contract van Augustinusga. (08) (09)
1938:
De Vereniging van Kerkvoogdijen (VvK) geeft op
4 oktober de naam van Van Maanen uit
Sneek door als orgeldeskundige.
Op
13 oktober vraag Havelte aan de VvK wie de orgeldeskundigen zijn van de VvK.
Volgens Luijten zouden er geen orgeldeskundigen zijn gekoppeld aan de VvK.
Op
14 oktober noemt de VvK de namen
weer van Van Manen, Zorgman uit Velp en Van Herwaarden uit Rotterdam. Met
Luijten heeft de VvK geen verbinding.
Op
16 oktober schrijft de Vvk afdeling
Drenthe vanuit Nijeveen. Men is niet enthousiast over Luijten, maar blijkbaar is
er nog een soort contractuele overeenkomst met hem.
Op
29 oktober schrijft de VvK afdeling
Drenthe vanuit Assen. Dat dhr. Luijten kortgeleden in Assen was. Men vroeg hem
naar Van Manen. Dit bleek een onderwijzer in Sneek te zijn. Van een koppeling
van Van Manen met de VVK was hem niets bekend. Vanuit Assen zijn geen slechte
berichten over Luijten bekend.
Op 5
november een brief van de landelijke VvK. Ze vragen zich af waarom de
afdeling Drenthe nog steeds vasthoudt aan Luijten als orgeladviseur. Hij is wel
deskundig, maar zeer lastig in de omgang.
Op
8 november schrijft Luijten dat Van
Manen hoogstend adviseur is voor de afdeling Friesland van de VvK en dat hij ui
eigen ervaring weet dat hij weinig deskundig is.
De VvK afdeling Drenthe
meldt in november dat Luijten op 29
november het orgel komt inventariseren.
Ingevuld formulier over de toestand
van het orgel. Opname toestand is zeer waarschijnlijk door Luiten opgesteld: uitgesleten mechaniek, slechte
pedaalklaviatuur met te kleine omvang, draadwerk in slechte toestand, lekke
windladen, Trompet en Dulciaan onbruikbaar en niet te repareren. Bij de
kerkrestauratie van 1925 zijn de vier schepbalgen van het orgel op het gewelf
geplaatst. Bediening hierdoor zeer slecht. Orgel verdient een goede restauratie.
(08) (09)
De genoteerde dispositie:
Hoofdmanuaal: | Bovenmanuaal: | ||
Prestant | 16 disc. | Holfluit | 8 |
Prestant | 8 | Viola di Gamba | 8 |
Bourdon | 16 | Nachthoorn | 4 |
Holpijp | 8 | Fluit | 4 |
Salicionaal | 8' | Fluit | 2 |
Octaaf | 4 | Dulciaan | 8 |
Fluit | 4' | ||
Quint | 3 | ||
Mixtuur | 3-4 sterk | ||
Trompet | 8 |
1940: Ongedateerde aantekeningen
en schetsjes door Mense Ruiter.
Op
2 januari schrijft mense Ruiter aan
Mr. Arie Bouman. Hij stuurt een bestek, die hij van kerkvoogd Waterbolk ontving,
door aan Bouman. Het is goed mogelijk tijdelijk een harmonium in de kerk te
plaatsen.
Op 3 januari stuurt
Mense Ruiter een contract getekend terug. Het andere examplaar is naar de NKO
gestuurd. Werkzaamheden starten binnekort. Kan de kerk tijdens de werkzaamheden
worden verwarmd?
Op 31 januari
vraagt de kerkvoogdij subsidie aan bij de synode
Op 23 april schrijft
Mense Ruiter een herstelplan. De orgelkas is in zeer slechte staat. Er zou voor
f 360,- een nieuwe onderkast van vurenhout gemaakt kunnen worden. Beter is het
ook de stijlen van de zijwanden naar boven te vervangen. Dit kost 45,- extra.
Inbegrepen is ook de vernieuwing van de lagers voor de windlade van Manuaal II.
De consoles van de fronttorens worden door middel van trekstangen weer
horizontaal getrokken. Alleen het oude front blijft gehandhaafd. Het pedaal zou
iets moeten zakken, waardoor de organist een betere houding krijgt. Kosten ca. f
40,-
Uit de brief van 4 mei
door Mr. Arie Bouwman van de Nederlandsche Klokken- en Orgelraad blijkt
dat het binnenwerk van het orgel al is gedemonteerd. Bouwman vindt het voorstel
van Ruiter te ver gaan. Ook is vergeten de post van het schilderwerk te nomen.
Bouwman stelt om de stijlen aan de achterzijde te versterken. Het lager leggen
van het pedaal verdient aanbeveling.
Op
20 juni schrijft Mense Ruiter dat de
oplossing van Bouman in aangepaste vorm zou kunnen werken. Hij schat dan de
kosten in op crca f 200,- Het vernieuwen van de gehele orgelkas achter het front
blijft hij een betere optie vinden. Hij wil ook als de orgelkas vern ieuwd wordt
volgens zijn voorstel de orgelkas in de grondverf zetten. In en PS schrijft hij
dat het archief van mr. Arie Bouman bij het bombardement van Rotterdam verloren
is gegaan en er misschien moeilijk met hem cocntact kan worden opgenomen. Het
zou de snelheid van de werkzaamheid verhogen om rechtstreeks met hem samen te
werken.
Op 2 juli schrijft Bouman
uit Amsterdam dat de werkzaamheden, die Ruiter beschrijft voor de restauratie
van de oude orgelkas, zijn goedkeuring hebben. Hij wijst ook op zijn nieuwe
adres.
Op 8 juli schrijft Bouman
aan de kerkvoogdij. Hij dankt voor het medeleven bij het verloren gaan van zijn
inboedel. De gegevens van de lpoende en afgedane zaken van NKO zijn gelukkig
bewaard gebleven.
Op 19 juli
meldt Ruidter dat hij met de orgelkas is begonnen.
Op
22 augustus meldt Havelte aan
Monumentenzorg dat het orgel wordt gerestaueerd onder advies van de NKO. Het
bestek wordt meegestuurd.
Op 28
augustus meldt Monumentenzorg dat ze geen bezwaren hebben.
Op
13 november schrijft A.P.
Ooosterhof uit Leeuwarden aan kerkvoogd Waterbolk dat hij op vrijdag 15 november
naar Havelte komt om het orgel namens de Nederlansche Klokken- en Orgelraad te
keuren. Hij komt met de trein naar Meppel. Kan iemand hem daar afhalen omdat de
busverbinding met Havelte nogal slecht is.
Op 25 november schrijft de
NKO dat op 20 november A.P. Oosterhof uit Leeuwarden de eindkeuring op
basis van het NKO-bestek van december 1939 heeft uitgevoerd. Het werk is
uitstekend uitgevoerd. Veel pijpwerk is opgeschoven, omdat het te kort was. Er
zijn nieuwe pijpen bijgemaakt. Ook het herstel van de orgelkas en het
intonatiewerk is uitstekend. Aangeraden wordt de facturen te betalen en af te
zien van de boeteclausele vanwege de tijdsomstandigheden en het uitstekende
werk.
Op 20 november schrijft
Mense Ruiter aan Oosterhoff in Leeuwarden dat hij bezig is geweest met de
opmerkingen uit het keuringsrapport. Er is veel tijd besteed aan de tongwerken.
Vooral de Dulciaan is veel beter geworden. De genoteerde intonatieafwijkingen
zijn ook verholpen.
Op 1 december
overhandigde Ruiter een rekening van f 405 aan kerkvoogd Waterbolk. Waterbolk
was daar verbaasd over. Her herstel van de kas zou niet tot de opdracht behoren.
Op 27 december stuurt Mense Ruiter een
brief voor het ondertekenen van het garantiebewijs. Ook ontvangt hij graag nog f
600,- omdat hij er vanuit gaat dat het orgel nu is goed gekeurd.(08)
(09)
Op 27
december schijft Mense Ruiter aan aanemer Nimberg uit Havelte over een
ontvangen rekening voor steigerplanken die hij niet helemaal begrijpt. Ruiter
veronderstelt dat de geleende planken weer zijn terug gebracht. (12)
1941: Op 15 januari
vraagt de VvK of Havelte tevreden is over het advieswerk van de NKO.
Op
23 januari meldt Havelte aan de VvK
dat men tevreden is.
Uit april dateert een
intern overzicht van de
gebeurtenissen in '40 en '41 rond het orgel.
In een brief van
30 april wijst Monumentenzorg op de
gaten in het dak en vraagt of er nog subsidie nodig is voor het vervangen van de
kerkverwarming. Ook willen ze graag weten wanneer het orgel wordt gerestaureerd.
Op 5
mei antwoordt de kerkvoogdij dat het pannenprobleem zich vaker voordoet en
dat dit de komende week wordt hersteld. De verwarmingsinstallatie is vervangen.
Er is nooit antwoord gekomen op de subsidievraag. Het orgel is gerestaureerd
onder advies van de NKO. Hiervoor is geen subsidie aangevraagd, omdat de kerk
geen antwoord kreeg op een eerdere aanvraag.(08)
1942: Op
11 april stuurt Mense Ruiter een
brief met als bijlage een (missende rekening) voor het onderhoud van de orgels
in Havelte en Uffelte. Hij stelt om de harmoniums in Uffelte en het De
Weeme ook onder dit contract te laten vervallen.(08)
Provinciale
Drentsche en Asser courant 31-03-1943
Provinciale
Drentsche en Asser courant 16-04-1949
1950: Op
1 maart vraagt de kerkvoogdij aan
Ruiter het orgel te stemmen, indien mogelijk voor Pasen.
Op
3 april stuurt de kerkvoogdij per
briefkaart een herinnering, omdat ze van Ruiter geen antwoord hebben gekregen.
Blijkbaar komt een adressering 'Den Heer Mense Ruiter, Orgelbouwer, Groningen´
goed aan op de plaats van bestemming. (14)
1952: Op 19 augustus
schrijft organist S. de Boer uit Meppel dat de C groot van het hoofdmanuaal
bleef doorspreken. Ook op het bovenmanuaal zijn er wat hangers.
kan het
probleem deze week worden verholpen. Het orgel is nu onbruikbaar. (14)
1958: Op
11 februari beschrijft Mense Ruiter
de huidige staat van het orgel en de retauratie in 1940. De Prestant 16' discant
is waarschijnlijk niet origineel. Volgens Ruiter is de kas achter het front toch
geheel vernieuwd. Van het lofwerk aan de pijpvoeten is veel verdwenen. Destijds
was er geen geld om dit te completeren. De grootste loden frontpijpen zijn
opgehangen om doorzakken te voorkomen. Er is in 1940 een nieuwe magazijnbalg
geplaatst. Helaas is er nog steeds geen windmotor. De oude spaanbalgen hebben
vroeger vermoedelijk achter het orgel staan en zijn naar het gewelf verhuisd
toen het orgelbalkon in de jaren '20 werd verkleind. (09)
1959:
Plaatsing van een windmachine volgens een
brief van Mense Ruiter van 14 juni
1984. (09)
1960:
Rekening van Ruiter van f 151,25
voor stemmen, reparatie van Bourdonpijpen en de manuaalkoppel. (09)
1962, 1963 en 1966:
Briefkaarten voor stembeurten. (09)
1966: De stemmer van
Ruiter constateerde in augustus dat
het orgel erg vuil was en dat de sleep van de Quintadeen niet geoed
functioneerde. Ruiter komt vanuit Meppel, waar hij werkt aan het orgel van de
Grote Kerk, even kijken wat er moet gebeuren.
Op
13 augustus meldt Havelte dat
Ruiter welkom is. Een rekening van f 226,85 wordt nog niet betaald omdat er geen
specificatie is. (09)
Op
16 augustus stuurt Ruiter een
specificatie van een rekening. De kosten voor een stemming zijn f 12,50 per
stem. Voor de tweede dag is maar de helft van de reiskosten berekend, omdat 's
middags Nijeveen werd bezocht. (12)
1968: Op
3 juni komt er een brief van A.J.
van der Wedden uit Meppel naar aanleiding van een ontmoeting. Hij
vertegenwoordigt Walcker in Nederland. Walcker heeft twee orgels in Meppel in
onderhoud. Hij stuurt wat informatie over Walcker mee. (09)
1970:
Op 2 maart schrijft de
vertegenwoordiger van Walcker dat deze orgelmaker een prijsopgave wil doen voor
een restauratie. Op 2 april
schrijft Havelte dat een prijsopgave willen. Op
25 juni schrijft Van der Wedden dat
hij op 9 juni met een medewerker van walcker het orgel heeft bezocht.
Voorgesteld wordt het volgende:
- Nieuwe pedaalklaviatuur met nieuw
wellenbord voor DM 1.500,-
- Schoonmaak en intonatie voor DM 3.800,-
Van der Wedden blijkt ook af en toe te spelen in Havelte gezien zijn opgave van
25 juni.
Op
10 juli stuurt Walcker een bestek
voor bovenstaande werkzaamheden.
Op
11 augustus stuurt Havelte bericht naar de Hervormde Orgelcommissie (HOK)
omtrent de offerte van Walcker en vraagt advies.
Op
20 augustus antwoordt de HOK dat ze
alleen een advies kunnen geven als ze de situatie ter plekke hebben bekeken.
Op 26 augustus schrijft Havelte
naar Van der Wedden dat ze advies hebben ingewonnen bij de HOK en heerst het
resultaat afwachten voordat ze in zee gaan met Walcker. Op
dezelfde datum geeft Havelte aan de
HOK een opdracht tot het uitbrengen van een advies.
Op
24 september bericht de HOK dat
adviser Willem Hülsmann op 28 september langs komt.
Het
rapport van de HOK dateert van 6
november. Er is geen historische onderzoek gedaan, gezien de opmerking dat het
orgel zou stammen uit een afgebroken kerk in Assen. Het jaartal 1819 is wel
correct. De restauratie van Ruiter wordt beschreven zonder dat men daar een tijd
en orgelmaker aan koppelt. De klank van het orgel is 'niet onaantrekkelijk'.
Winlade is in slechte staat. De windmotor maakt bij het opstarten veel lawaai.
Het orgel is een restauratie ten volle waard. Veel schade is ontstaan door het
gebruik van de kerkverwarming. De verzekerde waarde wordt ingeschat op f
125.000,- De volgende werkzaamheden worden voorgesteld:
- Restauratie
windladen. Aanbrengen van een verende sleepconstructie.
- Betere
omkisting van de windmachine
- Houten pijpwerk controleren op scheuren.
metalen pijpwerk laten zoals het is.
Het orgel staat op de monumentenlijst en
komt voor subsidie in aanmerking. De werkbeschrijving door Walcker is
onvoldoende en bevat voornamelijk uiterlijkheden. Vervanging van het pedaal en
het wellenbord is uit den boze. Ook het 'gründlich nachintonieren' is sterk af
te raden. De kans op subsidie is zeer klein als Walcker de werkzaamheden
uitvoert. Een orgeladviseur zal een gedegen restauratierapport moeten opstellen.
Op 12 november schrijft de
kerkvoogdij aan Van der Wedden dat het rapport van de HOK binnen is en dat niet
ingegaan wordt op de offerte van Walcker.
Op
15 november reageert Van der Wedden
op het niet doorgaan van de offerte van Walcker. Toen de HOK werd ingeschakeld
verwachtte hij al dat de offerte van Walcker niet zou worden geaccepteerd. Hij
verwacht dat men over 15 jaar weer terug komt bij Walcker.
Op
26 november schrijft de HOC dat de
rijksadviseur in principe heeft toegezegd dat een restauratie kan worden
gesubsidieerd. Voor die tijd dient er echter wel een restauratierapport te
liggen. De kosten van een orgeladviseur zijn ook subsidiabel. (09)
1971: Op 25 januari
verzoekt Havelte de HOK om een orgeladviseur aan te stellen. Men spreekt de
voorkeur uit voor Lambert Erné.
Op 9
maart bericht de HOK dat er een toezegging van het rijk is voor een subsidie
van 50%. Hierdoor kunnen ook de provincie en de gemeente subsidiëren.
Op
22 maart wijst een zekere Wolthuis
uit Hoogeveen de kerkvoogdij op de 'Stichting Mooy' als mogelijke subsidiebron.
Op 4 mei bericht van de HOK dat
lambert Erné op 19 maart is overleden. Er volgt nader bericht omtrent zijn
vervanging.
Op 3 juni meldt de
HOK dat Willem Retze Talsma zal gaan functioneren als orgeladviseur voor Havelte.
Op 10 juni vraagt Havelte van dhr.
Talsma kan beginnen.
Op 26 juli
schrijft Talsma dat hij van plan is het orgel de volgende week te bezoeken.
Op 21 september schrijft Mense
Ruiter dat het orgel groot onderhoud nodig heeft. Ruiter schat de kosten in op
tussen de f 10.000,- en f 15.000,-
De HOK bericht op
24 september dat het rapport van
Mense Ruiter is doorgestuurd naar dhr. Talsma.
De HOK dank op 24 september
Mense Ruiter voor het toezenden van de rapporten voor Aadorp en Havelte. De taak
van de overleden Lambert Erné is overgenomen door Willem Retze Talsma. In
principe is al subsidie teogezegd. Het rapport wordt doorgestuurd naar Talsma.(09)
1973:
Op 21 november antwoordt de HOK op
een brief uit Havelte waarin er zorgen worden uitgesproken over de voortgang van
de restauratie. Ook de onderhoudskosten beginnen op te lopen. De HOK verzoekt
het rapport van Talsma op te sturen.
Op
23 november schrijft de HOK dat het
voorlopige rapport is opgestuurd. Bedoelt wordt het restauratierapport van dhr.
Talsma. (09)
1974: Talsma schrijft in
mei? een brief naar het ministerie
van CRM met als bijlage de offerte van
1 mei 1974 van orgelmaker Verschueren. Het restauratiebedrag is begroot op
f. 69.000,- Hij verzoekt om toekenning van subsidie. Volgens de offerte zu het
orgel uit 1823 dateren. De klaviatuur is gewijzigd. Het klavierbeleg is van
kunststof en de bakstukken en lessenaar zijn niet meer origineel. De zijwanden
en de achterzijde zijn voorzien van triplex-panelen en aangetast door houtworm.
Mechaniek is goed van aanleg, maar ontregeld. Widnladen in uitstekende staat.
Pijpwerk is zeer vervuild en verlengd. Pijpwerk is van een verschillende factuur.
Windvoorziening heeft lekkages en is allesbehalve geruisloos.
Voorgestelde
werkzaamheden:
- Orgelkas wordt behandeld tegen houtworm. Overige
werkzaamheden in eigen beheer door Havelte.
- De klaviatuur en
mechaniek worden afgeregeld.
- Windladen reinigen en aanbrengen van
ringen voor het soepeler lopen van de slepen.
- Stelpost als de
windladen bij droge onstandigheden niet goed blijken te functioneren.
-
Raparatie magazijnbalg. Opstelling windmotor hangend in een dubbelwandige
dempingskist.
- Het pijpwerk wordt gerepareerd. De samenstelling van de
Mixtuur wordt gereconstrueerd. Vervallen van de zinken schuiven van de Dulciaan.
Kosten f 28.938,52 Vervanging klavierbeleg door ivoor: f 4.337,24 en een
stelpost voor de windladen van f 16.728,36
Op
27 mei schrijft Havelte aan de HOK
over de offerte van Verschueren. Men heeft de volgende vragen:
- Is het
niet verstandig nog een offerte aan te vragen van een orgelmaker dichter bij
huis?
- Wanneer en bij wie kan subsidie worden aangevraagd?
-
Moet bij de aanvraag ook een historisch rapport worden overlegd en wie moet dat
schrijven?
Hoe moet de voorfinanciering worden geregeld?
Op
22 juni antwoord van de HOK. In
1975 kan subsidie worden aangevraagd. Wel moet er dan een restauratierapport
aanwezig te zijn. Voorfinanciering dient zelf te worden geregeld.
De
kerkvoogdij bevestigt op 14 december
dat ze de conceptbiref voor het aanvragen van de subsidie van talsma hebben
ontvangen. Ze sturen hem door naar het ministerie. Voor gegevens over het orgel
kan tals informeren bij dhr. Van Werven, die een onderzoek naar het orggel heeft
gedaan. Verdere inlichtingen bij Mense Ruiter en oud kerkvoogd Waterbolk. (09)
1975: Op 5 mei
een brief van het ministerie van CRM. Het orgel heeft monumentale waarde, maar
op dit moment zijn er geen gelden voor een subsidie. In 1977 zijn er weer
mogelijkheden. (09)
1976: De HOK meldt op
4 februari dat Willem Retze Talsma
vertrekt naar Spanje en dat Willem Hülsmann het adviseurschap overneemt. (09)
1977: Op 11 juli
vraagt de HOK om de beantwoording van hun brief van 4 februari 1976 met de
overname van het werk van Talsma door Hülsmann.
Op
23 september een rekening van f
417,72 van Mense Ruiter voor een grote controle- en stembeurt door 2 personen.
Het is nit gelukt alle huilers te herstellen. (09)
1978: Op
10 augustus vraagt de HOK weer om
antwoord op de brief van 4 februari 1976. (09)
1979: De HOK
schrijft op 16 februari dat Hans
Erné het adviseurschap op zich zal nemen.
Op
25 juli meldt het Ministerie van
CRM dat er geen geld beschikbaar is voor subsidie.
In de
gemeentebrief van december wordt
verteld dat er een orgelcommisie is samen gesteld voor de restauratie van het
orgel. Een orgelfonds is al aanwezig. (09)
1980:
Offerte door Bakker & Timmenga d.d.
27 oktober. Uit te voeren werkzaaheden:
- Windvoorziening ongewijzigd
handhaven en nazien op winddichtheid
- Celluloidbeleg van klavier
vervangen door ivoor of been. Klavieromlijsting en bakstukken facultatief door
exemplaren in Van Oeckelenstijl. Pedaalkalvier restaureren.
- Moderne
delen van de mechaniek facultatief vervangen of herstellen
- Windladen
uit elkaar nemen en restaureren
- Pijpwerk herstellen. Dispositie
hoofdwerk blijft gelijk. Samenstelling Mixtuur herstellen naar oude situatie. Op
het bovenwerk. Quintadeen 8' weer wijzigen naar Nachthoorn 4'. FRontpjpen
ontdoen van alluminiumverf en opnieuw foliën.
- Toonhoogte vaststellen
na demontage
Geschatte kosten excl. BTW f 66.500,- met stelposten voor
reconstructie klavieromlijsting, reconstructie oude mechanieken, meerwerk
windladen, front foliën, herstel oude toonhoogte. Totaal stelposten: ca. f
60.000,-
Op 17 november schrijft
adviseur Hans Erné dat hij de offerte van Bakker & Timmenga in Havelte wil
toelichten. Het is een maximale offerte, die nodig is voor het aanvragen van
subsidie bij het ministerie.
Op 11
december gaat een brief naar Monumentenzorg, de provincie en de gemeente
voor de aanvraag van subsidie. (09)
1981:
Op 13 januari geeft het Bureau
Monumentenzorg (BM) een positief advies om subsidie te verlenen aan de
provincie.
Op
13 februari zegt de provincie 10%
subsidie toe als de subsidie ook door het rijk wordt toegezegd.
De nieuw
benoemde organist B.J. Lemstra wil graag
betrokken worden bij de
restauratieplannen. Hij voegt een lijstje toe met aandachtspunten.
-
Hopelijk wordt ook de orgelkas gerestaureerd in de originele kleuren
-
Verbeteren verlichting lessenaar en vervangen van de orgelbank. Ook is de
lessenaar te laag en te steil. De klaviatuur ligt ook te laag.
-
Installeren van een schakelaar met sleutel voor het aanzetten van de windmotor
-
De toegang tot het orgel via de toren is zeer moeizeem. Zijn er mogelijkheden
voor een trap vanuit de kerk? (09)
Op
3 juni beantwoordt het ministerie
de brief van 11 december 1980. Het orgel heeft monumentale waarde, maar op dit
moment is er geen geld beschikbaar. (15)
Asser Courant 20
maart 1981 (15)
1982: Op
16 juni levert J. Kraal uit
Ruinerwold een tekst over de
orgelmaker Van Oeckelen.
Op 12
november 1984 kreeg hij een bedankbriefje voor zijn verhaal. (09)
Meppeler
Courant 1982-05-05
Onbekende krant. Waarschijnlijk voor af aan de 1e fase van de restauratie. Klik
op de afbeelding voor een vergroting
1e fase
Foto:
Geert Jan Pottjewijd (2021) Klik op de afbeelding voor een vergroting
2001: Op 10 juli
schrijft organist Christian Stähr aan de kerkvoogdij over het orgel. Er werd
naar zijn mening gevraagd na een koorconcert met de Untertürkheimer Kantorei op
26 mei.
Hij is enthousiast over de klank van het orgel. Het is prima
gerestaureerd. Hij is niet erg enthousiast over de technische aanleg door Van
Oeckelen.
2002: Op
16 juli schrijft orgelmakerij Mense
Ruiter dat tijdens het onderhoud op 30 mei werd ontdekt dat de vier grootste
frontpijpen zijn gedeukt. Dit moet zijn gekomen tijdens de kerkrestauratie.
Uitdeuken is een dag werk. Er dient wel een steiger aanwezig te zijn.
Op
2 september wordt de kostenopgave
voor het herstel van de frontpijpen doorgestuurd naar de het archtectenbureau
Kouwen.
Op 13 november antwoord
van architectenbureau Kouwen. Het is niet bekend wie de schade heeft
veroorzaakt.
2007: Op
28 juni werd tijdens het jaarlijkse
onderhoud schimmelvorming op de houten pijpen van het Bovenwerk geconstateerd.
Er moet meer geventileerd worden.
4e fase
2010: In februari schreef orgeladviseur een
advies voor de uitvoering van de
vierde fase van de orgelrestauratie. Doelstelling: herstel windvoorziening,
speelmechaniek Hoofdwerk en kleurstelling orgelkas en orgelbalkon.
De
klachten van de organisten betroffen de zeer lawaaige windmotor, blaasbalg en
windlade hebben lekkages, speelaard hoofdwerk is zeer zwaar, het pedaalklavier
rammelt, klavierverlichting met losse lamp is slecht, stemming laat te
wensenover en traag aansprekende tongwerken.
Volgende werkzaamheden worden
voorgesteld:
- Kleuronderzoek orgelkas en herstel oorspronkelijke kleur
-
Verbetering electra en lessenaarverlichting
- Vervanging windmotor in een
beter dempkist
- Lekken in balg dichten en windkanalisatie verbeteren.
-
Windladen zijn op zich in goede staat. Wel oxidatie en windlekkage bij de
voorslagen
- Walsraam van het hoofdwerk is in 1984 niet gerestaureerd,
waardoor een ongelijke speelaard ontstaat. Voor herstel dient wel de windlade
van het Hoofdwerk uitgenomen te worden.
- Herstel bovenranden van beschadigde
pijpen en herstel oorspronkelijke samenstelling van de Mixtuur
- Nalopen
intonatie
In augustus wordt
overwogen de balgenkamer in de toren te plaatsen.
2011:
Op 23 september presenteert
orgelmakerij Mense Ruiter 3 varianten. A is de meest uitgebreide en plan C bevat
alleen de meest noodzakelijke werkzaamheden.
Hoofdwerk | Bovenwerk | Pedaal | ||
Bourdon | 16' | Holpijp | 8' | C - a |
Prestant | 16' disc | Holfluit | 8' | |
Prestant | 8' | Viola da Gamba | 8' | |
Holpijp | 8' | Nachthoorn | 4' | |
Salicionaal | 8' | Fluit | 4' | |
Octaaf | 4' | Fluit | 2' | |
Fluit | 4' | Dulciaan | 8' | |
Octaaf | 2' | |||
Mixtuur | III-IV | |||
Trompet | 8' |
Samenstelling van de mixtuur:
C: 2, 1 1/3, 1
c': 2, 1 1/3, 1, 2/3
c'': 2, 1 1/3, 1, 1
g'': 2, 1 1/3, 1 1/3, 1
c''': 4, 2 2/3, 2, 1 1/3
Krantenbericht uit
april 2013
Op 18 april wordt er door Mense Ruiter een noodorgel geplaatst dat tijdens de
orgerestauratie gebruikt wordt voor het begeleiden van de gemeentezang. Het
wordt links in het koor geplaatst. Voor een foto zie onderaan deze pagina.
Op
31 mei wordt gemeld dat er met de
restauratie is gestart. De windladen van het hoofdwerk liggen nu in de
werkplaats. Er moet meer aan de windladen gebeuren dan gedacht, omdat de
belering op het cancellenraam verkeerd om is gelijmd en er loszittende sponsels
zijn aangetroffen. De verbetering van de zitpositie van de organist is nog niet
opgenomen in de werkzaamheden. De opstelling van de balg naast het orgel is
uiterst ongelukkig. De deur naar het orgelbalkon kan maar half open. Ook is het
geluid van de balg in de kerk goed te horen. Plaatsing van de balg bovenin de
orgelkas zou technisch kunnen, maar is a-historisch. Plaatsing in de torenkamer
is een betere oplossing. De balgen hebben ooit op de gewelven boven het orgel
gestaan. Er is nog een oud windkanaal aanwezig tussen twee muren die zou kunnen
worden hergebruikt.
In juni
rondt houtsnijder Tico Top de restauratie van het snijwerk af.
In
juli wordt besproken of de
windvoorziening in de toren moet worden geplaatst of naast het orgel.
Op
24 augustus meldt houtsnijder Tico
Top uit Kruisweg dat hij de restauratie van de bakstukken van de klaviatuur en
de registerknoppen heeft afgerond.
Op
9 september worden de kerkvoogdij
en de gemeente Westerveld, als eigenaar van de toren, ingelicht over het
plaatsen van de windvoorziening in de toren. De klaviatuur is inmiddels gereed.
De belering van de manuaalkoppel moest wegens slijtage vervavgen worden
In
september zijn de werkzaamheden zo
ver gevorderd dat er een termijn in rekening kan worden gebracht. De orgelkas is
gereed en de metalen binnenpijpen zijn eveneens gerestaureerd. Het extra werk
aan de winladen vordert en het extra werk aan de windvoorziening, zodat het in
de toren geplaatst kan worden is nu bijna klaar. Begin oktober wordt verwacht
kan de opbouw in de kerk beginnen.
Op
10 oktober levert de firma Laukhuf
een nieuwe Ventus windmotor.
Op 30
oktober meldt bouwbedrijf Werkman uit Stedum dat de balgkast gereed is.
In november 2013 komt de ligging
van de manuaal- en pedaalklaviatuur aan de orde. Het orgel is lastig bespeelbaar
door de plaatsing van klaviatuur en lessenaar.
Er wordt besloten de
klaviatuur met 40 mm te verlagen en de pedaal klaviatuur mee te laten zakken.
Hierdoor wordt het orgel makkelijker bespeelbaar en krijgt de bladmuziek op de
lessenaar meer ruimte in de hoogte.
Hiervoor worden de vloerbalken niet met
60mm verlaagd maar met 1200 mm.
Op
13 december wordt beslist de werkzaamheden voor het verbeteren van de
zitpositie van de organist uit te laten voeren. (12)
Herkomst pijpwerk (02)
Dit
orgel geldt als het eerste instrument van Petrus van Oeckelen. Onderzoek van het
pijpwerk in 1984 gaf echter aan dat Van Oeckelen bij de bouw van dit orgel
gebruik heeft gemaakt van een grote hoeveelheid bestaand pijpwerk van de hand
van H.H. Freytag. Dit materiaal is te vinden in de volgende registers van het
HW: Bourdon 16’, Prestant 8’, Holpijp 8’, Octaaf 4’, Quint 3’, Octaaf 2’ en de
bas van de Mixtuur. Het overige pijpwerk van het HW dateert grotendeels uit 1855
en 1897 (frontpijpen).
Voor het BW maakte Van Oeckelen in 1855 voor een deel
gebruik van overtollig materiaal van het HW. Dit pijpwerk bleef bewaard in de
volgende registers: Viola di Gamba 8’, Fluit 4’ en Fluit 2’. Het overige
pijpwerk dateert geheel uit 1855, met uitzondering van de Holpijp 8’. Dit
laatste register werd in 1992 gereconstrueerd en is van C-H gecombineerd met de
Holfluit 8’.
Uiterst opmerkelijk is de samenstelling van de Mixtuur. De nog
bewaard gebleven originele boringen lieten bij de reconstructie van 1989 geen
andere samenstelling toe.
Meppeler Courant
17 mei 2013
2014: In
februari meldt Ruiter de voortgang
van de restauratie. Er is begonnen met het inbouwen van de gerestaureerde
onderdelen. Er is een takel geďnstalleerd om de windladen op hun plek te brengen.
Het orgel wordt op 24 mei in gebruik genomen met medewerking de cantores Sancti Martini onder leiding van Leo
van Noppen en orgeladviseur Stef Tuinstra aan het orgel. Zie de
uitnodigingsbrief en het
programmaboekje.
Op 18 juli
wordt de laatste termijn van de restauratie in rekening gebracht en is daarmee
de restauratie afgesloten.
In
september werden nog een aantal werkzaamheden uitgevoerd. De loopplanken
zijn verbeterd, de luiken zijn beveiligd en er zijn nog werkzaamheden aan de
tongwerekn uitgevoerd.
Organiste
Anneke de Witt vindt de Fluit 2'en de Mixtuur wat aan de scherpe kant. De
oorzaak ligt inde verhoging van de winddruk en de iets hogere samenstelling van
de mixtuur. Deze beslissing is in gezamenlijk overleg genomen. Na erloop van
tijd zal gewenning optreden en zal de klank vermoedelijk ook iets milder worden.
(12)
CD/LP | Organist | Componist | |
CD VLC1092 | Dick Sanderman | W.G. Hauff | Allegro |
J.G.Werner | Allegro | ||
H.P. Steenhuis | Verjaardagsmars |
Bronvermelding:
Foto Dick Sanderman (situatie 1992)
Foto Janco
Schout (Situatie 1992) Foto rechts Geert Jan Pottjewijd 2021 (Klik op de
afbeelding voor een vergroting
Foto: Geert Jan Pottjewijd (2017) Klik op de foto voor een vergroting