Meppel, Grote of Mariakerk
Informatie over de kerk
De kerk van Meppel
in de eerste helft van de 18e eeuw door Cornelis Pronck. De koorzijde is nog
niet gemoderniseerd.
Ansichtkaarten, links beschreven in 1906 en rechts in 1935
Ansichtkaarten, beschreven in 1950 en 1947
Voorgeschiedenis
1516
Uit een stichtingsbrief uit het jaar 1516 blijkt dat in de toenmalige kapel een orgel
aanwezig is. Elke zaterdagmorgen tijdens de vroegmis deden twee priesters dienst en
bespeelde de schoolmeester-organist het orgel. (18)
1664
In 1664 wordt het salaris van 266,- over een periode van drie jaar en drie maanden uitbetaald aan organist Willem Leemcuyl. Er
staat dus een orgel in de kerk.
Over het orgel zijn geen gegevens bekend.
1700-1711:
In het jaar 1700 ontvangt het kerspelbestuur van kerkelijke zijde het verzoek een
nieuw orgel te bouwen in de Mariakerk.
Het kerspelbestuur verzoekt de elf 'rotmeesters'
(een 'rotmeester' is het hoofd van een bepaalde stadswijk/rot) hun oordeel
hierover te geven. Alle stemgerechtigde inwoners van elk rot worden op
8 januari 1700,
tijdens een bijeenkomst in de Mariakerk geraadpleegd.
De uitkomst van deze
stemming is als volgt: zeven 'rotmeesters' stemmen voor de aanschaf van een nieuw orgel, mits de ingezetenen
niet extra belast behoeven te worden, twee 'rotmeesters' willen eerst een opgave
zien
van de kosten, één stemt tegen en één 'rotmeester' onthoudt zich van stemming. Op
grond hiervan besluit
het kerspelbestuur tot aanschaf en betaling vanuit de
gemeentekas. Een commissie onderzoekt de financiële mogelijkheden en
ontwerpt plannen voor de bouw van een groot en een klein orgel. (Waarschijnlijk wordt hier
een orgel met Hoofd- en Rugwerk bedoeld). Deze commissie is tot 1711 bezig om de financiën
rond te krijgen. (27)
1712:
Op 9 januari wordt met algemene stemmen
door het kerspelbestuur van Meppel besloten tot de bouw van een 'bequaem'
orgel. De bouw van het orgel zal uit de gemeentekas worden betaald zonder de burgerij extra te belasten.
De schulte van Meppel Hendrik Schickhart
(1678-1720) schrijft op 17 juli aan orgelbouwer Jan Harmens Kamp een brief waaruit blijkt, dat een aantal orgelmakers offerte gemaakt
hebben
voor de bouw van een nieuw orgel.
Klik op de afbeelding voor een vergroting
"Meppel den 17 julij 1712
Monsr.
Nadat Uwe. en verscheidene andere Orgelmakers de goedheid hebben gehad aen Scholtes en Vol
magten van Meppel diverse bestecken en modellen tot een te makene Orgel in hunne Kercke
ter hand te stellen ook de moyte gelieven te nemen van dese Kercke te komen besigtigen, en
soo mondelijk als schriftelijk daarover te berigten; soo is 't dat Scholtes en Volmagten
hen over alle d'overgeleverde bestecken en gegeven consideratien hebbende geinformeerd,
ten laesten sijn overeen gekomen, om alhijr in de Kercke een Orgel na het besteck en model
van Arp Schnitger te laten
maken, met die veranderinge dat het manuael door een dulciaen van 16 voet sal worden
vermeerderd, en de puystertreder, kolen en keersen art: ii, van het besteck tot laste der
besteders gesteld, niet tot laste van Beste(ste)deren, maer ten laste van den aannemer sal
komen, en aldewijl Scholtes en Vol magten voornemens sijn, om dit orgel door den geenen,
welke het selve aldus voor de minste prijs presenteerd te verveerdigen, te doen maken, soo
komen Haer Ed
Waermede in naem van Scholtes en Vol maghten verblijve
Monsr.
UWEen
dienstw. Dienr.
H.Schickhart
1712. Scholtes. "(17) Transcriptie door W.D. van der Kleij
Jan Harmens Kamp beantwoordt de brief van Schickhart
op 28 juli.
Klik op de afbeelding voor een vergroting
"Wel:Ed.Scholten en Volmachten van Meppel Saluit.
De brief van Mijnheer d'Scholtes met het besteck heb well ontfangen, en soude daarop wel
hebben geantwoordt, maar sulxs is niet geschiedt om dat ik van huis ben geweest, maar heb
ook deze expresse ontfangen met ene brief met de namen van d'volmachten getekent, waarbij
gerigt en antwoordt op de brief van mijnheer Scholtes versochten, soo ist dat ik 't orgel
na 't toegezonden besteck, en de brief van mijnheer de Scholtes aannemen te maaken, te
wesen met deuren voor negentien hondert en sestigh Carol. gld. ensonder deuren voor
negentien hondert en tien Carol. gld. Edoch hebben uit de brief geen wijdere voorwaarden
vernomen, omtrent de betalinge, en om 't werk enege tijd goedt te houden, hetwelk veel
onderscheidt, in de conditien van aanneminge soudt moeten geven, waar over mijnheer
d'Scholtes, mij glieve te scriven, en souden malkanderen daar over moeten spreken, 'welk
well soud konnen geschieden, aanstaande dingsdagh oft woonsdaghe en morgen op 't
Heerenveen sal komen, maar kan niet langer uit blijven alwaar ik UEd sal tegemoeten en met
mijn model en bestek op dat mogen weten oft dit werk salI maken oft niet. Bevelen UEd. in
den protextie des alderhoogsten enverbl.
UEd. Dienaar.
Belcum den 28 julij 1712
Get. Johannes Harmannus
Orgel
maacker
Per ordre (adres)
Wel .Ed.Heer
Mijn Heer: H. Schickhart
Scholtes van Meppel
Mitschader: de Volmachten
tot Meppel " "(17) Transcriptie door W.D. van der Kleij
Jan Harmens gaat op de voorwaarden van de schout te Meppel in maar hij heeft nog enkele
vragen en bij een ontmoeting te Heerenveen brengt hij zijn model en bestek mee.
Aan verschillende orgelbouwers (waaronder waarschijnlijk Arp Schnitger) wordt gevraagd offerte uit te brengen.
-Bestek van Johannes Radeker
Klik op de afbeelding voor een vergroting
Tekst:
'Opstellinge van een Nieuw Orgel.
Ten eersten zal een Nieuw Orgel worden gemaeckt, ... van twee handt Clavieren met lange
octaven van groet C, Cis9 D9 Dis tot c"' in alles 49 clavis van
Letterhout de platen en semitonen elpenbeen platen, tot dit werk behooren twie sleep windt
laden met registratuir en abstrctuyr, alle veeren angehang en stem Krucken van de
snarwarken van Messing draedt. Nota dient geledt te worden, dat sleepwindt laden wel
gemaekt, Lange Lieve Jaren konnen leggen dat geen hooft reparatien van nooden zij1 daerin
teegendeel an de sprinckladen geduyrig is te kleuteren, en voor jong en oneervaren
organist veel ongemak en verleegenheydt veroorsaekt, altoos waerschouw een jeder voor
sprinkladen.
Sullen op de Manuaelslade staen dese navolgende stemmen.
1. Praestant 8 voet van klaer tin in groot C. Cis~ D, Dis etc. soo veel in 't gesicht te
staan koomen, voorts alle ander pijpen van goedt metael, dient te letten dat het pijpwerk
van Loodt gemaekt $00 duyrabel niet is dan van metael, want het Loot vol salpeter is, en
sig selven consuimieert gelijk de ervarentheyd heeft geleert, en is ook bij het tin en
meerder suyverheyd van geluyd, en het ander pijpwerk van metael veel vaster en steeviger
om te hanteren.
2. Quintadeen 8voedt, welk stem seer bequaem is om bij voxhumana te gebruyken etc.
3. Spits Floit 8 voet
4. Octave 4 voet.
5. Quintadeen 3 voet.
6. Sexquialtera 2 stark.
7. Mixtuir 4,5,6 stark.
8. Cimbal 3 stark.
9. Trompet 8 voet.
10. Voxhumana8 voet.
Ten twieden komen op de Ruptifs lade te staan dese navolgende stemmen.
1. Praestant 4 voedt van klaer tin, soo veel int gesicht te staen koomen Groot C9 Cis,
D, Dis, E, F, Fis tot c"'.
2. Gedackt 8 voedt.
3. Floit 4 voedt.
4. Supra Octaef 2 voet.
5. Wal Fluyt 2 voet.
6. Quint 1 1/2 voet.
7. Scharp 4 voet.
8. Dulciaen 8 voet.
Ten derden, behoorde te minsten bij dit werk een pedaal waer in noch eenige fondamenteele
stemmen komen die het gesang vervullen, vooreerst een sleepwindlade, met lange octaven
groot C, Cis, D, Dis, 5, F, tot d' die groot en ruym genoegh is daer navolgenden stemmen
op koomen te staen.
1. Prestant 8 voedt.
2. Bourdon 16 voedt.
3. Basuyn 16 voedt.
4. Cornet 4 voet.
Vervolgen dit pedal met een Coppel ing te maken dat men met het ant Rugpositiff kan an en
afkoppelen met een Register, soo soude konde het een schoon pedael geeven waer op jeedts
door een Braeff organist gedaen worden.
Ten vierde behooren tot dit werk Ses blaes Balgen ieder van 8 voet lang en 4 1/2 voet
breedt, welke puysters bequamer sijn, en dienstiger voor dit werk, als puysters van 11
voet lang en 5 voet breedt, deese sijn te smal na de langte, en na de swaerte vervolgens
hobbelaers, die een geduyrige stotinge in accoord maeken ook sijn ses puysters beter, of
een of meer reddeloos wierden, Soo ras geen verleegentheydt geeft. Verder moet tot dit
werk tot jeder hand, en pedal clavier, een speer ventiel en een Tremulant, dienstig om bij
de voxhumana te gebruyken gemaekt worden. Wanneer de orgelmaker dit orgel hyr vooren
beschreeven alles in allen deelen eerjijk als een braef orgelmaker (en niet bedriegelijk
gelijk daer veel onder schuylt, gelijk de ondervindinge sulks wel heeft geleert)
volveerdigt wil koomen te kosten de somma (geen prijs genoemd).
Bijgeschreven op de achterkant van dit bestek:
Jannus Radeker
na 't model van Snitger
2300." (17) Transcriptie: W.D. van der Kleij
Ontwerp van een besteck tot een orgel in de Meppeler Kercke, reflecterende op 't model van
No 2.
Klik op de afbeelding voor een vergroting
1. Eerstelijk een gans nieuw stractuir off kaste van fatcoen soo als de laest gesonden
afbeeltsel vertoond van suyver en droog wagenschot, 't gesneden werck in allen deelen op
't beste gemaeckt.
2. Ten tweden soo koomt' er binnen een nieuwe windlade van goed wagenschot, op deze
windlade komen volgende stemmen van pijpwerk te staan.
Manuael
voet
pijpen
1. Prestant 8
47 in 't gesigte
2. Quintadena 16
47
3. Holpijp 8
47
4. Octava 4
47
5. Spitstloit 4
47
6. Nasset 3
47
7. Octave 2
47
8. Rouspijp 2 stark
94
9. Mixtur 4,5,6 stark
350
10. Cimbel 3 stark
141
11. Trompet 8 voet
47
12. Vox Humana 8 voet
47
12 stemmen som:
1008 pijpen
Borstwerk
3. Ten derden evenselfs een gans nieuwe windlade soo als booven geseght is daer ôp komen
volgende stemmen.
voet
pijpen
1. Prestant 4
47
2. Quintadena 8
47 ) Dese twee van
3. Floite dous 8
47 ) houten pijpen
4. Blokfloit 4
47
5. Octava 2
47
6. Walt floite 2
47
7. Sexquialter 2 stark
94
8. Scharp 4, 5, 6 stark
350
9. Dulcian 8
47
9 stemmen somma:
773 pijpen
Pedael.
4. Soo sich an beide sijden van het werk in 't gesigt vertoond koomt an Elk sijde een
apart windlade daer op komen volgende stemmen.
voet
pijpen
1. Prestant 16
25 Groot Fis in ' gesigt
2. Octava 8
25
3. Octava 4
25
4. Naghthorn 2
25
5. Mixtur 5, 6, 7 stark
148
6. Basuin (13)
25
7. Trompet (8)
25
8. Cornet (8)
25
8 stemmen som:
323 pijpen
in allen 29 stemmen
Het in 't gesighte staande pijpwerck van claer Engels tin.
Het binnen pijpwerck van een gemengde specie als 1000 Loot, 300 tin. De clavieren van 't
Manuael en Borstwerk sullen gaan van C, D, E, F, Fis, G, Gis, A tot in 3 gestreken c''' en
sullen gemaakt worden van palmhout en de semitonia van swart Ebbenhout seer net, en dat
men 't Borstwerk an 't Manuael kan koppelen om beide gelijk te konnen spelen.
De Clavieren van 't pedael sullen gaan C, D, E, F, Fis tot in e'e'n gestreken d' in alles
25 claves.
Bij bovengenoemde werk sullen sijn 6 puysters 8 voet lang en 4 voet breet. Nog een
tremulant door 't gehele werk, als mede een speerventiel tot elk clavier.
De puysters en Canalen moeten van droog en goed eiken sijn.
De veeren en anhangers van Messingdraet in de absiractur daar bij moeten de laden en
puysters soo gereguleert wesen dat alle stemmen off 't volle werck soo wel konden
gebruyckt werden als 1 off 2 stemmen en niet naar den asem snappen.
In somma alles wat tot een Orgel na deesen afbeeltsel behoord sullen d'Orgelmakers
verschaffen, soo dat na de verveerdinge van verstandige en onpartijdige organisten voor
goet gekeurd sal worden. Daer tegens sullen de besteders laten maken op hunne kosten het
fundament en bodem daer 't orgel op komt te staan, benffens de kasten daar de puysters in
komen te leggen en 't borstweer voor de orgel, ook eenen tot Meppel te vrijen handlanger
geduyrende het arbeid aldaer en keers, vuyr soo als d'annemers in 't arbeiden te passe sal
komen. Nog sullen besteders een schip leveren om 't orgel van Groningen na Meppel te
voeren, Edoch op pericul van d'orgelmakers soo de schipper binnen door vaart. (17)) Transcriptie: W.D. van der Kleij
Een bestek van Een nieuw Orgel na 't Model No 3.
Klik op de afbeelding voor een vergroting
Manauel.
voet
1. Prestant
8 Het groot Fis in 't gesigt
2. Quintadena
16
3. Holpijpe
8
4. Octava
4
5. Spitsfloit
4
6. Nassat
3
7. Octava
2
8. Rouspijp
2 stark
9 Mixtur
4,5,6 stark
10. Cimbel
3 stark
11. Trompet
8 voet
12. Vo Humana
8 voet
Tot dese stemmen koomt en gansche nieuwe windlade soo als in 't besteck nro 2
gemelt is.
Borstwerk
Voet
Pedael.
1. Floitdoux
8
1. Prestant
8 voet groot C in 't gesigt.
2. Bloktloite
4
2. bourdon
16 voet
3. Octava
2
3. Octave
4
4. Quinta
1 1/2 voet
4. Naghthorn
2
5. Scharp
4 stark
5. Mixtur
5, 6, 7 stark
6. Dulciaen
8 voet
6. Basuin
16 voet
Beneffens een nieuwe
windlade dog komen
volgens 't afbeeltsel
in dezen geen pijpen
in 't
gesight
7. Trompet
8 voet
Tot desen komen 2 windladen.
Also dat in allen yn 't gansche werk komen 26 stemmen, neffens 2 clavieren met een
coppeling en een voet Clavier voor 't pedael.
Hier in 4 puysters lang 7 voet en breet 3 1/2 voet dit alles in goeden manieren,
gelijk in 't besteck Nro 2 gemelt is en na aanpart genoemd. (17))
Transcriptie: W.D. van der Kleij
Besteck van een nieuw
orgel tot Meppel in de kerk is als volgt
Klik op de afbeelding voor een vergroting
Transcriptie van de tekst volgt nog
(17)
Bestek met 3 klavieren
Klik op de afbeelding voor een vergroting
(17)
't Groot Werk
't Rugwerk
't Borstwerk
Trammelant
Trammelant
Holpijp
Scherp
Dulziaan
Octaaf
Quint
...Quint
Quintadeen
Quintadeen
Gedekte Quint
Blokfluit
Trompet
Octaaf
Nazaart
Mixtuur
Holpijp
Bas in Echo
Floit
Zexquialter
Octaaf Bas
Ruispijp
Floit
Quint Bas
Octaaf
Prestant
Blokfluit Bas
Prestant
Scherp
Nazaart Bas
Voxhumaan
kwint
Zuperoctaaf
Ventijl
Holpijp
Bestek van Jan Harmens Kamp met het Manuaal als
springlade.
Klik op de afbeelding voor een vergroting
Transcriptie van de tekst volgt nog
(17)
Ongetekend exemplaar van het
contract met Jan Harmens Kamp van 3 november 1712.
Klik op de afbeelding voor een vergroting
Op de
laatste pagina staat de onderstaande tekst:
betalinge
1713 | Den 13 October | f. 606.-. |
1714 | Den 15 mart | f. 50.-. |
Den 6 Octob | f. 100.-. |
|
1715 | Den 30 Maij | f. 244.-. |
f. 1000.-. |
||
Den 7 october | f. 125.-. |
|
f. 1125.-. |
||
rest | f. 475.-. |
|
f. 1600.-. |
(17) Transcriptie: W.D. van der Kleij
Getekend exemplaar van het contract met
Jan Harmens Kamp van 3 november 1712
Klik op de afbeelding voor een vergroting
"Besteck van een Orgel om te maken in de kerke tot Meppel door Scholtes en vol maghten aan Mr. Jannes Harmannus woonaghtig tot Bel kum.
1.Eerstelijk sal d'orgelmaker de strocktur met het gesneden werck maken, volgens d'afteikeninge hem ter hande gesteld en met vignet van d'ondergeschrevene Scholtes gemerct: van goed wagenschot mit die veranderinge dat de annemer in plaets van 't snijwerck aen wedersijden van 't manuael en 't ruggepositiujf sal maken voor het geheele werck bequaeme deuren van goed wagenschot.
2. In 't Manuaal sullen gemaekt worden goede sprinck laden
met opklossen soodanigh dat men de sprinckklossen kan uijtrecken sonder bewegingen van
alle pijpen en voorts met registratur abstractur en windleidingen soo als behoord,
sullende in dit Manuael testaen komen navolgende stemmen
1. Praestant
8 voet 47 pijpen
2. Holpijp
8 voet 47 pijpen
3. Octav
4 voet 47 pijpen
4. Floit
4 voet 47 pijpen
5. Quintadena
16 voet 47 pijpen
6. Nassat
3 voet 47 pijpen
7. Super Octave
2 voet 47 pijpen
8. Rusch pijpe
2 starck 94 pijpen
9. Mixtuir
4,5,6 starck 235 pijpen
10. Cimbel
3 starck 141 pijpen
11. Trompet
8 voet 47 pijpen
12. Vox Humana
8 voet 47 pijpen
13. Sal. De annemer nog in dit manuael en op gevoeglijckste order stellen een
Dulciaen
16 voet 47 pijpen
Totaal
940 pijpen
In 't ruckpositijff een sleepwindlade met Registractur,
abstractur en windleidingen daar op komen volgende stemmen
1. Praestant
4 voet 47 pijpen
2. Gedact
8 voet 47 pijpen
3. Floit dues
4 voet 47 pijpen
4. Gedact quint
3 voet 47 pijpen
5. Octav
2 voet 47 pijpen
6. Walt floit
2 voet 47 pijpen
7. Sexquialter
2 starck 94 pijpen
8. Sieflet
1 1/2 voet 47 pijpen
9. Scharp
4 starck 188 pijpen
10. Dulcian
8 voet 47 pijpen
Somma 23 stemmen daar in komen
1598 pijpen.
4. Alle aengehangene Messing en messing drath beneffens
messinge veeren en stemkrucken.
5. Tot werck moet vyr puysters jeder acht voet langh en vyr
voet breet nevens de Canalen en windrohren alle van wagenschot.
6.7.Moeten sijn twee Clavieren van C, D, E, F, Fis, G, Gis,
A, Ais, B tot c''' alles 47 claves tot jeder claveer een speerventiel.
Een pedael claveer van C tot d' tot samen 25 claves, dat pedael wordt ant manuael claveer
gekoppelt.
8. Moeten vor gedachte stemmen mit allen pijpen egael gestemmet en geintoneret worden daertoe een tremulant.
9.De pijpen sullen gemakt worden van goed lood, welgeslagen en van behoorlijcke dickte en de prestanten sullen netjes verfoelyet en vertint worden.
10. (GJP: overgeslagen)
11. De bestederen sullen laeten maken het Fundament met den
solder Trappen en het puysterhuys en den annemer vorts al het onderwerck tot sijne laste
hebben in voegen dat het werck geheel en al op sijne kosten buyten eenige last van
bestederen sal verveerdigen en in de kercke alhyer gansch veerdigh leveren en stellen. Op
welcke voorsc. conditien Scholtes en Volmaghten van Meppel dusdanigh orgel omop het
allerspoendighste sonder tijt versuim verveerdigt te worden aanbestedet aan Mr. Jannes
Hermannus van Belkum dir hetselve door ondertekeninge deses alsoo betuygd aen te nemen
voor de somme sestijn Hondert Car: guldens ad twintig stuyvers het stucke te betalen op
drie termijnen het eerste wanneer het orgel tot Meppel sal gebracht hebben, het tweede
wanneer het werck door bequaeme luyden bij bestederen daer toe t'ontbieden, als wesen
opgenomen en voor goed gekeurt en het derde termijn een jaer daerna, namentlijck van de
tijt af dat dit werck sal wesen opgenomen en goed gekeurt. Voorts verbind sigh
d'ondergescr. Orgelmaker dit orgel vijf jaaren goed t'onderhouden mits dat wanneer te
Meppel sal wesen om het Orgel te Herstellen dat alsdan met behoorlijcke nooddruft werden
versorgd en voor reiskosten uyt en t'huys sal genieten een ducaat tot Vuft Car: guldens
Des 't oirconde sijn hyer van twee alleensluydend contracten gemaakt bij B~stederen en
annemer getekend en elk eene genoten actum Meppel den 3 November
AO 1712.
getekend: Johannes Harmannus
H.Schickhart
1712 Scholtes
Hendrick Wijntjes
Hendrick Willems Backer."
(17)) Transcriptie:
W.D. van der Kleij
1713:
Op 25 januari komen de kosten aan
de orde die zijn gemaakt bij het bezoeken van orgels in Steenwijk en 'Vriesland'.
Het resterende bedrag zou hem na algehele goedkeuring van het orgel worden uitbetaald.
Op 30 januari wordt overlegd
over een nieuwe schoolonderwijzer, omdat deze ook in staat moet zijn het
orgel te bespelen.
Op 15 februari
is er een bestek voor de orgelgalerij, zodat daar op ingeschreven kan worden.
In maart wordt er weer overlegd
omtrent het functioneren van de huidige schoolonderwijzer en het aanstellen van
een tweede schoolonderwijzer, die zou kunnen functioneren als organist.
Ondertussen
wordt besloten in zee te gaan met de Friese orgelmaker Jan Harmens Kamp. Het bestek
staat hierboven opgenomen met daaronder de handtekeningen van de schulte van Meppel en de orgelmaker.
Op 13 oktober 1713
ontvangt Jan Harmens de eerste termijnbetaling
van f 606,- van de aanneemsom van f 1.600,-. Kamp moet dus begonnen zijn met de bouw van het 'bequaeme' orgel.
De vorderingen kunnen we aflezen uit de data waarop aan Kamp bedragen worden betaald:
:
oktober 1713
f 606,00
mei 1714
f 50,00
november 1714
f 100,00
mei 1715
f 244,00
oktober
f 225,00
maart 1716
f 10,00
juli 1716
f 250,00
Totaal
f 1485,00
Op 23 oktober en 5 december
komt de kwestie van de organist weer aan de orde. Men besluit te gaan zoeken
naar een tweede schoolonderwijzer/organist via een advertentie in de couranten
van Amsterdam en Haarlem.
1714: Op
23 januari komt het benoemen
van de schoolonderwijzer weer aan de orde in het kerspelbestuur. De benoeming zal
plaatsvinden op grond van een onpartijdig rapport door schulte, volmachten en
rotmeesters. Benoemd wordt Lucas Muselaer uit 'Hinloopen' als
eerste schoolmeester/organist.
Op 25
januari wordt nog overlegd omtrent de kosten van de sollicitatieprocedure
voor de organist.
Op 6 april
wordt Henric Hocksbergen benoemd tot 'puistentreder'. Hij wordt ook al betaald
en het orgel is misschien al deels bespeelbaar. Ook is hij nodig bij de
intonatiewerkzaamheden.
In
dezelfde maand komen ook de arbeidsvoorwaarden van de schoolonderwijzer/organist
aan de orde. Hij krijgt een salaris van f 130,-, maar heeft ook inkomsten
uit andere kerkelijke bronnen.
1716: 1e keuring
Op 24 maart besluit het
kerspelbestuur het orgel te laten keuren door twee organisten of een
organist en een orgelmaker.
De eerste keuring wordt verricht door de Deventer organist Nic. Berff.
Zijn keuringsrapport is gedateerd op 1 april:
Echo 8'
Octaaf 4'
Quint 3'
Blokfluit 2'
Nasat 11/2'
Rugpostijf
w.g. N. Berff, 1 April 1716'.
Op de achterkant van het rapport een overzicht van de
bedragen die Kamp tot nu toe heeft ontvangen. Van de afgesproken f 1600,- heeft
hij volgens het overzicht f 1485,- ontvangen.
Aan Jan Harmens wordt meegedeeld dat het orgel niet eerder aanvaard zal worden dan na herstel
van de in het rapport genoemde gebreken. (25, 26)
1717: 2e keuring
Op 26 januari wordt Jan Gerrits
Wever als orgeltrapper genoemd voor een salaris van f 15,-. Hij dient ook orde
te houden bij de kinderen op de galerij.
De tweede
keuring wordt op 13 juni
uitgevoerd door Hendrik Lageman uit Amsterdam
en een zekere Steenbergen. Nu komen eerst goed de
gebreken aan het licht van het 'bequaeme' orgel. Van dit rapport is een
copie gemaakt en ondertekent door
Lageman, Schickhart en Kamp.
w.g. Hendrik Lageman. 13 juni 1717'.
Onderaan de brief en
op de achterkant staat de reactie van 6 juli van Kamp. Hij zal de
geconstateerde fouten gaan herstellen. Dit gedeelte van de brief is ondertekend
door Kamp en de schout Schikhart
De volmachten, die zich voor het kerspelbestuur moesten
verantwoorden, verzochten Kamp alle gebreken op eigen kosten te herstellen. Zij hadden genoeg
gekregen van zijn uitvluchten en omdat zij niet van plan waren nog langer te wachten op
een algehele afwerking dachten zij er sterk over een andere orgelbouwer te raadplegen.
'.....aale schaden en costen op hem te verhalen waarover hem mr. Jannes Mermannus
in Vriesland niet gedenkende na te loopen en om van hem niet langer ongeleijnd of met
woorden gepaijd te worden, doch door desen hem verders afvragen, of alhier domiciluim
citandi wil stellen en annemen hetgene in cas van discrepantie door den Richter alhier sal
gewesen worden te willen nakomen....'.
Op 23 juli schrijft Jan Harmens aan organist, Luicas
Muijselaar:
'Monsr. Luicas Muijselaar,
Schoolmeester en Organist tot Meppelt.
Waerde vrind, Ick doe Ue: door desen versoeken als dat ghij' belieft bekent te maeken aen
de Burgemeesters dat ick een stuck werck onder handen hebbe gekregen alhier in de
provincie op het Bilt aen St. Jacobs Kerek dat ten eersten moet gemaeckt worden also de
Heeren nogh een maent gelieve te toeven en dan sal ick komen om het werck te verbeteren
dat het van goede eerlicke menschen voor goed gekeurd worde hier toe mij verlaete en
verblijve ondertusschen,
Ue goedgunstige vrindt,
w.g. J. H. Kamp. mr. Orgelmaeker'
Schickhart reageert op 26 juli op
de brief van Kamp aan Muijselaar. Ze zijn het niet
eens met het uitstel van een maand en willen dat Kamp zo snel mogelijk naar
Meppel komt.
Hierop reageert Jan Harmens op 28 juli en bericht dat de gebreken hersteld zijn zodat het orgel opnieuw gekeurd kan
worden.
In een brief van 25 september wordt Hendrick
Lageman voor de tweede maal verzocht het orgel te komen keuren, omdat Kamp in
Meppel geweest is en de geconstateerde problemen heeft opgelost.
Op dezelfde
datum stuurt Schickhart een soortgelijke brief aan Steenbergen, die het orgel
samen met Lagemaan keurde.
Lageman verzoekt in een brief van
november om uitstel
tot Pasen in verband met het invallen van de winter.
(25, 26)
1718
Of deze tweede keuring in het voorjaar van 1718 heeft plaats gevonden weten we niet
met zekerheid. Mogelijk betreft het dit
ongedateerde rapport.
Derde keuring
Op 2 augustus schrijft Lageman
dat hij het orgel niet kan keuren op 5 september, maar hij kan wel 14 dagen
later op 19 september naar Meppel komen. Hij trekt voor de keuring drie dagen
uit.
Op 9 augustus schrijft
hij als antwoord op een brief uit Meppel dat hij toch kans ziet naar Meppel te
komen om op 5 september het orgel te keuren.
Lageman verricht voor de tweede keer de (derde) keuring en kan alleen vaststellen dat
de gebreken niet zijn hersteld. Bij deze keuring is Kamp door ziekte verhinderd
aanwezig te zijn.
De zoon van Kamp schrijft op
28 augustus:
'Mijnheer H. Schikhart, Scholtes tot Meppelt.
Mijn heer, ick doe Uc: door deesen bekent maeken tot groote droefheit van mij dat mijn
Vader Jan Harmens Mr. Orgelmacker seer gevaerlick krank leit niet weetende hoe de groote
Oodt met hem versien heeft alsoo mijn Vader niet op geseijde tijt kan komen om het oorgel
op te nemen en ingevallen het ten quaesten komt uyt te vallen dat Godt de Heere een ijnde
aen Sijn E. Leeven quam te maeken soo sal ick persoon overkoomen en met Ued: spreecken en,
soo hij wederom tot gesontheit komt hetwelk ick verhoope soo sal men Ued: een veertien
daagen vooraff kennisse geven wanneer mijn Vader in stact is dat hij selfs bij Ued: kan
Koome versoeke dat Ued: hier van kennisse beleive te geeven aen de Heeren Burgemeesters
hier meede ijndigende verblijve altoos
Ued: onderdanige en Dw. Dienaear
J. Kampen 1718
Belcum den 28 augustus 1718'.
Op 25 juni biedt
'Rudolph
Garrels' zijn diensten aan. Hij verwijst naar het orgel dat hij heeft gebouwd
in Eelde in opdracht van dhr. Burmania uit 'Sneeck'. Ook noemt hij het
orgel in 'Suedlaeren'.
Op 19
oktober schrijft 'Rudolph Garrelts' nog een brief aan
Schickhart als antwoord op een brief van 17 juli. In deze brief biedt hij
nogmaals zijn diensten aan en verwijst daarbij ook naar het orgel in Anloo waar
hij mee bezig is.
(25, 26)
1720: Na een jaar stilte komen zijn er weer berichten over het orgel.
Het is niet bekend waarom er 1719 geen berichten over het orgel waren.
Op
13 april
wordt Kamp gesommeerd het orgel af te bouwen omdat anders de gebreken op zijn kosten
worden
hersteld.
Op 20 april
meldt de zoon van Kamp dat zijn vader zover is hersteld dat hij naar Meppel kan
komen om naar het orgel te kijken.
Op
25 april schrijft Kamp zelf spoedig te zullen komen
om het geheel nu werkelijk af te werken.
Op
7 oktober wordt weer tot een keuring besloten
maar Jan Harmens kan, wegens ernstige ziekte, niet aanwezig zijn. De keuring wordt
uitgesteld.
In een ongedateerde
brief van de schulte van Meppel Schickart krijgt Kamp een laatste kans om
het orgel in orde te brengen.
Er is nog een
ongedateerde brief van Schikhart
met afspraken omtrent het herstellen van de gebreken.
Dat Kamp ziek is blijkt ook uit een
brief die zijn zoon op 23 oktober
schrijft.
(25, 26)
1721
Op 8 januari 1721 overlijdt Jan Harmens Kamp zonder dat hij de geconstateerde
problemen volledig had kunnen oplossen. In een
brief van Kamp jr. worden
de volmachten hiervan op de hoogte
gebracht. Behalve deze mededeling had dit schrijven ook nog een zakelijke kant. Kamp jr.
spreekt over een geleden schade van f 1200,- en brengt tevens bij de volmachten onder de aandacht
dat er nog een tegoed is te innen van de aanneemsom. Omdat Kamp jr. niet persoonlijk naar
Meppel kan komen om deze zaak te bespreken, verzoekt hij hen van dit schrijven goede nota
te nemen en voor een coulante afhandeling zorg te dragen.
'Mijn Heer,
Mijn Heer, ick wil niet twijffele off UED: sult mijn Mecieve van de 23-8 ber. 1720 wel
ontvangen hebben op ordre mijn Vader en tot Antwoord op UFd: Mecieve van den 13-8 ber.,
waer in ick gemeld hebbe de Swackheit van mijn Vader door die Reise van Meppelt
veroorsaeckt en heeft sedert dien tijt geen gesontheit gehadt en heeft gesuckelt tot het
ijnde van sijn Leven alsoo het God al-machtig heeft belieft mijn lieve- en seer beminde
Vader op te ijsen uijt dit bedroefde Tranendal tot een overgangh in een Eeuwighduierende
gelucksaligh leven op den 8 januarus 1721, 500 hebben ick niet kunnen naelaeten, om UEd;
door deeser doen van kennisse te geeven en hadde alle seer en verpligt geweest om het
selve te doen maer hebbe het niet eerdre kunnen doen om reeden van Swackheit en
moglickheit dien ick in mi~n W. vaders Boedel hebben gevonden en gesien dat mijn W. Vader
soo veel schaede heeft geleden aan het orgel tot Uwent gemaeckt sal wel bedraege
Twaleffhondert guld. Alsoo sijn naelaetenschap seer slegt hebbe bevonden tot mijn en mijn
beijde susters leedwesen en alsoo nogh ongeveer tweehondert vijftigh car. gulden bij UEd:
te goede sijnde en het bedongen werck waere voldaen. Soo is ons aller versoekt seer
ootmoedelick oft UEd: voor ons niet bij de Heeren kante wege bringen dat wij boven
genoemde soma 500 veel min off ten deele als de Heeren ons believen toe te leggen kan
overmaecken en ick will hopen dat de Heeren die goetheit voor ons sullen hebben om ons
verzoek te voldoen ick soude selfs bij UEd: over hebbe gekomen om met UEd: ende Heeren te
spreecken maar mijnbedieninge laet niet toe om buijten de provinsie te gaen alsoo haer Ed:
Hoog: ten Admiraliteit hebben aengestelt tot Harlingen op het Cantoor van de Convoijen als
Contrarolleurs enz. enz.
Jan Kampen. 1721
Harlingen 18 april 1721'.
Op
29 mei wordt door het
kerspelbestuur overlegd wat nu te doen nu de erfgenamen van Kamp hebben gezegd
het orgel niet te kunnen afmaken. Er wordt besloten een orgelbouwer te ontbieden. '....daartoe een orgelmaker
sullen ontbieden en met denselve ten minste prise over het volstrecken (afwerken) van het
orgel soecken te accorderen, onvermindert des Carspels recht tegen gemelte Erfgenamen, (de
erfgenamen van Jan Harmens worden hier bedoeld) so wanneer meerder moste betaelt worden,
als hij het Carspel dieswege nog te goede Is.....'.
De ontboden orgelmaker is Frans
Caspar Schnitger die net het grote orgel in de Michaelskerk te Zwolle heeft voltooid.
Op
24 juni meldt het carspelbestuur
dat Schnitger het orgel heeft gevisiteerd en dat hij het orgel voor f 650,- kan voltooien. Schnitger stelt op 24 juni 1721 in zijn
bestek het volgende voor:
'....dat int manuaal (Hoofdwerk) een nieuw secreet sleeplade (in plaats van de springlade
van Kamp) met een nieuwe registratuire en abstractuire sal gemacekt worden, neffens een
nieuwe dulciaan sestijn voet dat een basse en tenor gravietelits en lievelijek koomt...'.
Het werk wordt aan Schnitger opgedragen voor f 650,-. '....so niet minder dan
voor dit bedrag......'.
Op 11 november wordt aan Schnitger f 325,- betaald zodat
het waarschijnlijk is Schnitger is begonnen met de werkzaamheden, of er al mee bezig was.
(25, 26)
1722: De volmachten
verzoeken Hendrik Lageman voor de derde keer het orgel te komen keuren
maar Lageman bedankt voor de eer om nog een keer naar Meppel te
komen. (schrijven van 18 april 1722).
Vierde keuring
Daarop wordt de bekende organist van de Martinikerk in Groningen, Petrus Havingha, verzocht de keuring te verrichten.
Havinga legt zijn bevindingen vast in een
keuringsrapport van 8 mei:
De Rugpositifs en Borstpositifs laden zijn passabel, doch niet soo als de manuaalladen, 't waer wenselijck, dat al tesamen uijt eenen hand gemaeckt was, soo soude het een geheel goet en beter werck sijn geworden.
w.g. Petrus Havingba, 8 mei 1722'.
Op 9 mei 1722 wordt aan Frans Caspar Schnitger het resterende bedrag van f 325,-
betaald.
(25, 26)
1723: Op
23 januari komen in het
kerspelbestuur de kosten van de verteringen van de orgelmaker nog een keer aan
de orde.
1766: In de vergadering van het kerspelbestuur van
25 januari wordt organist
Muiselaer genoemd. Schulte Jan Alting vraagt of zijn zoon een stoel kan krijgen
'op' het orgel. Uit de tekst blijkt niet wat de reden daarvan is.
1788:
Nicolaas Arnoldi
Knock noteert de dispositie. (33)
1780: Op 15 mei
komen bij het kerspelbestuur de stoelen bij het orgel weer even aan de orde.
1793-1798: P.A. Derks noemt in zijn artikelen over het orgel in de
Meppeler Courant van 1897 de volgende werkzaamheden aan het einde van de
18de eeuw:
'In het laatst der vorige eeuw schynen er nog al gedurig reparatien
aan het orgel te zyn verricht, wy vinden daarvan slechts eenige aanteekeningen
op het gemeentelyk archief als bewerkstelligd door Rudolph Knol, orgelmaker te
Norden in Oost-Friesland. Den 2 Nov. 1793 ontving hy voor reparatie en
schoonmaken f 100. — Den 10 April 1796 de som van f 12 ; 6 Aug. 1797 weder f 14
en 5 stuiver, en den 25 Aug. 1798 nog eens der f 12,— terwyl de orgeltreder ook
voor zyne adsistentie en hulp behoorlyk daggeld werd toegelegd.' (24)
1811: Scheuer repareert het orgel voor f 130,- en neemt voor f 16,-
per jaar het onderhoud op zich. Zie
tekst.
'De ondergetekende Johan Christoffel Scheuer,
orgelmaker te Coevorden, heeft op zich genomen
het orgel in de kerk te
Meppel voor dit maal
Voor de Summe van hondert dertig Guldens
in
die orde te brengen, dat het zelve het
nderzoek van deskundigen niet
alleen
kan doorstaan, maar verbindt zich tevens
om het
zelfde orgel (buiten gewone, onvoorziene
en buiten zijn toedoen, veroorzaakte
ongevallen
alleen uitgezondert dat) voor de Summa van
zestien Guldens in het jaar voor zijn
leven lang in zulk een orde te
houden
dat het ook het onderzoek en de goedkeuring
Van
deskundigen kan wegdragen.
behoudende evenwel dfe tegenwoordigen
Kerkvoogden Voor hunne successeuren
de Vrijheid om van dat accoord,
des
verkiezende, te kunnen afgaan
Des mijne vertekening
in
Meppel den 5? April 1811
H.C. Scheuer
orgelmaker
te Coevorden'
1813:
Scheuer verricht een reparatie, maar we vinden in de notulen geen duidelijke
aanwijzingen over wat er toen aan het orgel is gebeurd. Groot is deze reparatie niet
geweest gezien het bedrag aan Scheuer betaald f 16,-. Ook de balgentreder wordt niet
vergeten, aan hem wordt ook een bedrag betaald voor het balgentreden tijdens het stemmen
van het orgel. Betreft het hier misschien alleen een stembeurt?
1815:
Voor twee reparaties krijgt Scheuer f 20,-.
1816:
Voor stemmen en reparatie wordt f 56,- aan Scheuer betaald.
1817:
Stemmen en reparatie van het orgel, betaald aan Scheuer f 18,-. De heren kerkvoogden
zullen het langzamerhand wel beu zijn geworden steeds opnieuw in de beurs te moeten tasten
voor steeds weer andere reparaties. Men begon steeds duidelijker te zien dat er iets aan
het orgel moest gebeuren maar niemand sprak nog over een algehele restauratie. Het zou nog
enkele jaren duren voordat Scheuer tot een werkelijke restauratie kon overgaan.
1824:
In de vergadering van
5 november van kerkvoogden en notabelen
wordt besloten geld vrij te maken voor het restaureren van het orgel.
1825: Op
9 maart wordt in de
vergadering van de kerkvoogdij gemeld dat Scheuer een bestek zal maken voor de
reparatie van het orgel.
Op 4 mei wordt het bestek van Scheuer door de kerkvoogdij goedgekeurd.
Op
25 mei is de tekst van het
contract met Scheuer opgenomen. Het contract bevat 11 artikelen. De kosten
bedragen f 1200,-. Te betalen in vier termijnen.
1826:
In een brief van 3 november
verontschuldigt Scheuer zich dat hij niet in Meppel is geweest. Hij is van plan
het volgende voorjaar te komen. (22)
Welke werkzaamheden door Scheuer
zijn uitgevoerd is niet duidelijk, maar over het uiterlijk zijn we redelijk goed
geïnformeerd. Scheuer stelt voor:
'de beeltenis van koning David als harponier, indien er plaats voor is, na evenzoo
der grootte des orgels en twee famen of iets dergelijks ter verfraaiing derzelver van gips
gemaakt'.
Scheuer heeft het houtsnijwerk (thans weer op de rugwerkkas) verwijderd en vervangen door
drie gipsen beelden, inderdaad 'der grootte des orgels', d.w.z. ongeveer ter grootte van
de rugwerkkas.
1839: Op 30 juli schrijft organist Willem Koning een rapport over de
staat van het orgel. Uit zijn
rapport komt het volgende naar voren:
- 'De blaasbalken allen
lek'
- 'De kanalen waarschijnlijk ook niet winddigt'
-
Een groot aantal opmerkingen over de Trompet 8'
- Soortgelijke
opmerkingen over de Fagot 16'
- 'Prestant G spreekt niet'
- 'Voorts is de Stemming des geheelen
werks hoogst noodzakelijk, daar vele toonen zeer onzuiver zijn'
-
'In het Borstwerk hoort men bij aanhef van sommige toonen veel geruisch der
wind en voorts bij veelen zoals in het rugwerk, een aanmerkelijk bijgeluid dat
zeer hinderlijk is in de goede behandeling bij den openbare Godsdienst'.
Scan van het rapport. (16)
Klik op de afbeelding voor een vergroting
Op
19 augustus stelt organist Koning de
defecten aan het orgel in een brief aan de kerkvoogdij nog een keer aan de orde.
Als er niets wordt gedaan zal de situatie alleen verder verslechteren.
Op
21 september schrijft Scheuer dat
ze pas in het late najaar naar Meppel kunnen komen vanwege de nieuwbouw van een
orgel.(21) (Waarschijnlijk een nieuw orgel voor Woudsend,
waarvan de Hoofdwerklade en een deel van het pijpwerk nu in
Gasselte staat.)
Of de gebreken
die door Koning worden genoemd zijn hersteld is niet duidelijk.
1852: Het orgel is gerepareerd door de orgelmaker Bergman uit Amsterdam.
Bij de ingebruikname bespeelt organist Siltinger het orgel en zingt het
gezanggezelschap Harmonie.
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant van 28-05-1852
185x: De dispositie wordt genoteerd door Broekhuyzen
1855: Blijkbaar was er naast een organist ook nog een
voorzanger nodig. B. Heinen neemt ontslag. Er melden zich zeven kandidaten. Na
een vergelijkend onderzoek wordt A.R. Uhl benoemd. Hij was onderwijzer aan de
armenschool van de
diaconie.
Provinciale
Drentsche en Asser courant 27-06-1855
1863: Het Franse gezelschap dat op 20 februari in Assen een
concert gaf, mocht in Meppel geen concert in de kerk geven.
Provinciale
Drentsche en Asser courant 24-02-1863
1865: Er zijn plannen om kerk en orgel te verbouwen: 'Men
spreekt ervan dat de Hervormde Kerk in beteren toestand wordt gebragt. Zij is te
laag van zoldering en heeft groote behoefte aan een beter orgel'.
Provinciale
Drentsche en Asser courant 30-03-1865
1869:
Weer een wens voor een nieuw orgel: 'Als de financiën het gedoogden, dan ware
een nieuw orgel voor een kerkgebouw als 't onze, zeker geen overtollige weelde.
Te Steenwijk o.a. heeft de groote kerk thans een orgel, krachtig, liefelijk en
welluidend van toon - waarbij het onze ver moet achterstaan - en dat zijn
plaatsing enkel. naar wij meenen, te danken heeft aan vrijwillige bijdragen der
vermogende gemeenteleden.'
Provinciale Drentsche en Asser courant
12-11-1869
1870: Ds. Gunning uit Den Haag houdt
een rede over 1 Koningen 8: 35-40 voor een overvolle kerk. 'Het orgel werd door
een dilettant bespeeld, die zich uitnemend van zijn taak kweet. Men kon echter
dadelijk merken, dat de maestro afwezig was. Wij houden ons anders voor de
heerlijke pre- en interludiums van den laatste zeer aanbevolen.'
Provinciale
Drentsche en Asser courant 12-03-1870
1871: Er is
een tekort van f 1200,- bij de kerk. 'Die periodieke tekorten worden werkelijk
verontrustend. en worden ze ook al gedekt, ze zijn toch oorzaak dat van
het aanbrengen van een nieuw orgel in de kerk - waarlijk geen overtollige weelde
- vooreerst wel niets komen zal, tenzij onze vermogende ingezetenen, evenals om
het armhuis en het burgerweeshuis, ook om een orgel wilden denken.'
Provinciale
Drentsche en Asser courant 21-11-1871
1879: In
onderstaand reisverhaal hoort de schrijver H. Boom van een kenner dat het orgel in
Meppel een 'prul' is en nodig vervangen zou moeten worden: '[...] Genoeg -
Meppel heeft het voorregt een organist te bezitten, die van het orgel kan maken
wat het niet is, maar ook om zijnentwille hoop ik, dat aan de kerk een orgel
worde gegeven, zijner talenten en tevens der gemeente waardig! Moge de harmonie
der "woorden" te Meppel niet volmaakt zijn - in die der "toonen" is het anders
en allen kunnen dus de handen ineenslaan om een orgel te verkrijgen.' dat zuiver
en liefelijk van toon de gemeente ook stemt tot harmonie.'
Provinciale Drentsche en Asser courant 05-03-1879 Klik op de afbeelding voor een
vergroting
Op 5 september
vraagt de kerkenraad naar aanleiding van het vertrek van voorlezer/voorzanger
A.R. Uhl aan de kerkvoogdij onder welke voorwaarden sollicitanten voor deze
functie kunnen worden opgeroepen.
Op
26 september vraagt de kerkenraad
of de kerkvoogdij akkoord kan gaan met de benoeming van M.J. van Rooijen. Hij is benoemd via loting, omdat ook na een
tweede stemming er een gelijk aantal
stemmen was
A.R. Uhl en J. Hulst. (21)
1882: In de kerkvoogdijvergadering van 6 mei wordt er overlegd over de restauratie van het orgel. Aan de voorzitter van het college wordt opgedragen over een eventuele restauratie te
corresponderen met de organist/orgelbouwer Zwier van Dijk uit Kampen.
In deze vergadering
werd gesproken over noodzakelijke reparatie speciaal van Trompet en Dulciaan van het grote
orgel en over de noodzakelijkheid van herstel van het grote en kleine (rugwerk) orgel
opdat het een goed geheel zou worden.
Er zijn geen gegevens bewaard gebleven
over de werkzaamheden die Zwier van Dijk uitvoerde.
Als we echter de dispositie
uit het boek van 't Kruijs Verzameling van disposities der verschillende orgels in
Nederland' uit 1885 vergelijken met dispositie uit Knock dan wordt een deel
van de werkzaamheden duidelijk:
Zwier van Dijk heeft het
Borstwerk verwijderd want voor de restauratie van
1839 werd het Borstwerk nog genoemd en in de dispositie bij van 't Kruijs in 1885 is er
sprake van een tweeklaviers orgel.
In de notulen van de vergadering van 1882
wordt de
Dulciaan 16' genoemd en bij van 't Kruijs niet zodat het waarschijnlijk is dat van Dijk
dit register heeft vervangen door een tweede Prestant 8'.
In de 19de eeuw
hebben zich wijzigingen aan het orgel voltrokken die moeilijk of in het geheel
niet zijn na te gaan. Zo noemt van 't Kruijs in zijn 'Verzameling' niet de tweede Prestant,
niet de Sifflet 1 1/2 en de Scherp van het Rugwerk en de Cimbel en Quintadeen van het
Hoofdwerk, hoewel het waarschijnlijk is dat deze stemmen in 1882 nog aanwezig waren. Ook
de herkomst van de Flute traverso (discant) kan niet worden genoemd.
Provinciale
Drentsche en Asser courant 25-08-1883, 04-09-1883
In het eerste bericht is
sprake van begeleiding door een harmonium. Misschien was het orgel toen buiten
gebruik vanwege de restauratie door Zwier van Dijk?
Daartegen spreekt
hetzelfde concert uitgevoerd in de Hervormde Kerk van Assen, waarbij ook het
harmonium werd gebruikt.
1883: Concert door de blinde organist Oord.
Meppeler Courant 08-12-1883 & 15-12-1883
1883:
Restauratie van het orgel door Jan Proper en Zwier van Dijk. Een bespeling door
beide orgelmakers en door de plaatselijke organist Zillinger.
Provinciale
Drentsche en Asser courant 06-09-1883, Provinciale Overijsselsche en Zwolsche
courant 02-10-1883
1884:
Concert met organist Godefroy uit Steenwijk op orgel en Mevr. De Koe-Elzinge uit
Amersfoort
Meppeler Courant 1884-05-14
1897: Vier artikelen van
P.A. Derks over het orgel.
Meppeler Courant 1897-04-24, 1897-05-01 Klik op de afbeeldingen voor een
vergroting
Meppeler Courant 1897-05-15 en 1897-06-02 Klik op de afbeeldingen voor een
vergroting
Het Orgel 1905 mei
1905: Een zeer ingrijpende wijziging heeft het orgel in 1905 ondergaan. Jan Proper verplaatst de speeltafel naar de linkerzijwand van het
Hoofdwerk. Het is waarschijnlijk dat Proper de Rugwerklade op de (lege) plaats van de
Borstwerk-lade heeft gelegd, (voor de laatste restauratie bevond zich op deze plaats de
Rugwerklade) terwijl hij ook de klavieromvang heeft gewijzigd. Was de klavieromvang nog
steeds ongewijzigd, C-c3 Proper gaat deze omvang uitbreiden door cis3 t/m f3 terug te
koppelen aan het lagere octaaf, alleen echter in het Hoofdwerk. In het Rugwerk heeft
Proper de oplossing gevonden door de windlade te verlengen. Daar Cis en Dis uit het groot
octaaf ontbraken, reeds vanaf de bouw, zijn daarvoor op de verlengde lade pijpen
aangebracht. (behalve voor Sesquialter en Quint 3). Wat de Hoofdwerklade betreft heeft men
dit manco opgelost door een in zijn stunteligheid nog geniale constructie: Nasat en Octaaf
2' spreken op één pijp, Holpijp en (front-) Prestant evenzo, Ruispijp en Mixtuur bleven
stom. De trompet 8 kreeg een toevoeging van 2 pijpjes van + 30 cm lengte, voorzien van een
harmoniumtong. Trekt men de Prestant die op de lade staat, dan schuift het sleepje onder
deze trompet half open en fungeert deze 'Trompet' als Prestant 8.' Dit hele
geval is op een aparte lade aan de zijkant van het Hoofdwerk boven de speeltafel
aangebracht. Hiervoor was een uitbreiding van de kas noodzakelijk. Naast de Rugwerklade
zijn nog pijpen aangebracht waarop Cis en Dis van de Prestant 4'; Fluit 4'; de Holpijp 8'
en de Bourdon 16' van het Hoofdwerk spreken. Om deze pijpen een plaats te geven, zijn 7
pijpen van de Holpijp 8' van het Rugwerk (toen op de plaats van het Borstwerk) in de lege
Rugwerkkas geplaatst.
Foto: AR 51321-65 (34)
Het Orgel 1905 december door Jan Godefroy organist in Steenwijk
Het nieuws
van den dag : kleine courant 29-11-1905
Provinciale
Drentsche en Asser courant 27-11-1905, 22-06-1906
1920: In deze periode voerde de Nederlandsche Organisten
Vereniging (NOV) een campagne voor salarisverhogingen. Dit lukte in Meppel. Het
salaris werd met f200,- per jaar verhoogd.
1926: Op 27 december schrijft de
rijksarchivaris van Drenthe aan de secretaris-kerkvoogd van Meppel H. Vink, dat
hij in de gestuurde archiefstukken niet heeft kunnen vinden wat hij zocht. Dat
had hij ook al verwacht, omdat het orgel niet door de kerkelijke gemeente is
aangeschaft, maar door de burgerlijke overheid. De archivaris stuurt een boekje?
mee van een zekere Koops (waarschijnlijk Willem Koops 1844-1922 uit De Wijk),
waarin de geschiedenis van het orgel wordt beschreven. In het gemeentearchief
van Meppel is volgens de rijksarchivaris veel meer informatie te vinden. Hij
stelt voor dit archief te bezoeken. In dezelfde archiefmap is ook nog een
ongedateerd aantekenbriefje te
vinden met gegevens over de in 1825 uitgevoerde werkzaamheden door Scheuer. Een
paar keer vergist de schrijver zich en noteert per ongeluk '1925'.
Een ander
aantekenbriefje bevat
aantekeningen, die verband houden met de werkzaamheden door Spiering in 1927.
Er worden 3 pedaalregisters voor een pneumatisch vrij pedaal genoemd: Subbas
16', Octaafbas 8' en Trombone 8'.
Voor het tweede manuaal worden Aeoline
8' en Viola 8' genoemd. Verder Tremulant en windmachine.
Verder nog een
afschrift uit het Meppeler
gemeentearchief van het sluiten van het contract met Jan Harmens Kamp te
Heerenveen. (15)
1927: Orgelmaker Spiering uit Dordrecht restaureert het orgel in 1927 en voert de
volgende werkzaamheden uit:
Het metalen front wordt vervangen door een zinken front, zowel voor het
Hoofdwerk als
het Rugwerk.
Spiering plaatst een nieuwe Viola 8' en een Celeste 8' op de lade van het
oorspronkelijke Rugwerk en verwijdert de
Octaaf 2'.
Er komt een nieuwe pneumatische pedaallade
achter het orgel met een Subbas 16' en een Gedekt 8'. (in Het Orgel
wordt een Zacht Gedekt 16' genoemd) Ook wordt er een windmotor geďnstalleerd.
In de kerkvoogdijvergadering van 11
juli wordt besloten dat organist Zorgman ervoor moet zorgen dat bij zijn 'ontstentenis'
er een bekwame plaatsvervanger speelt. Dit geldt vooral voor trouwdiensten.
In
de kerkvoogdijvergadering van 12
oktober wordt het onderhoud van het orgel besproken. Eenmaal stemmen
inclusief onderhoud bij Spiering komt op f 80,- per jaar. Tweemaal kost f 110,-.
(28)
De kosten van de restauratie kwamen uit op 2.000,-.
Het orgel wordt door de
eigen organist Willem Zorgman op 9 juni ingespeeld.
Het Orgel 1927-juni, De standaard 21-03-1927
In de
onderstaande serie artikelen uit de Meppeler courant wordt de
geschiedenis van het orgel uitgebreid beschreven. Onderaan het eerste artikel
staat genoteerd: 'W. Zorgman is organist Orgel zeer belangrijk'.
Meppeler courant 04-06-1927, Predikantenblad 05-06-1927 Klik
op de afbeelding voor een vergroting
Foto: bron onbekend
Foto:
AR 56728-123 (34)
1928: Orgelconcert door Willem Zorgman.
Meppeler Courant 1928-06-22
1929: Op 19 augustus
schrijft organist Willem Zorgman aan zijn collega Johan van Meurs in Groningen
een brief. Blijkbaar informeert
Van Meurs naar de mogelijkheden om hem op te volgen. Zorgman vertrekt naar
Breda.
Het geven van orgellessen in Meppel is redelijk verlopen. Extra
inkomsten verwerven is lastig. Er zijn maar weinig extra diensten die apart
worden betaald. Zangverenigingen zijn allemaal voorzien van een dirigent.
Meppel is onmuzikaal. Concerten worden slecht bezocht. Zorgman ontraadt
solliciteren. Hij blijft voorlopig in Meppel wonen, omdat hij in Breda nog geen
woning heeft en er een tweede kind wordt verwacht. Van Meurs kan dus voorlopig nog
geen leerlingen overnemen.
Aan het slot van de brief wordt door Zorgman de
dispositie van Meppel vermeld. (10)
1933: Frederik van Eeden houdt een rede in de kerk met orgel en cello.
Opgang
geillustreerd weekblad voor godsdienst, wetenschap, kunst, staatkunde, economie,
techniek, nijverheid, handel, industrie, jaargang 13, 1933, no 654, 26-08-1933
1934: Concert door Jan Zwart
Meppeler Courant 1934-10-26 Klik op de afbeelding voor een vergroting
193x:
In de jaren '30 van de vorige eeuw noteert J.B. van Meurs de
dispositie op een pagina in het boek met de dispositieverzameling van M.H. van 't Kruys.
(10)
1936: Concert door Feike Asma als vervanger van de zieke Jan Zwart.
Meppeler Courant 1936-10-23
1937:
In het boek Genealogische en
heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Drenthe uit 1937
wordt een opschrift op het orgel vermeld.
1939:
De kerkvoogdij krijgt een bericht van monumentenzorg dat het orgel op de
monumentenlijst is geplaatst.
Meppeler Courant 1939-09-05
1940
De dispositie van het orgel zag er in 1940 als volgt uit:
Hoofdwerk | ||
Prestant | 8' | Front zink, rest origineel |
Prestant | 8' | Een tweede prestant op de plaats van de Dulciaan 16' |
Holpijp | 8' | G-B hout, rest origineel |
Bourdon | 16' | C-c van hout en gedekt, rest open en waarschijnlijk gemaakt uit de Quintadeen 8' |
Octaaf | 4' | Origineel |
Quint | 3' | Origineel F.C. Schnitger |
Octaaf | 2' | Origineel |
Open fluit | 4' | Origineel |
Ruispijp | II | Origineel |
Mixtuur | III | Origineel |
Trompet | 8' | Origineel |
Rugwerk | Op de plaats van de voormalige Borstwerklade | |
Prestant | 4' | Front zink, rest origineel in rugwerkkas |
Holpijp | 8' | Origineel |
Fluit | 4' | Origineel |
Quint | 3' | Origineel C-B gedekt |
Woudfluit | 2' | Origineel |
Sexquialtera | II | Origineel Waarschijnlijk vroeger in onderste octaaf + tertsen-koor |
Flute travers | 8' | Alleen discant en geplaatst op de plaats van de Sifflet 1 1/2' |
Celeste | 8' | Op de plaats van de Scherp. Spiering |
Gamba | 8' | Op de plaats van de Octaaf 2'. Spiering |
Dulciaan | 8' | Origineel |
Pedaal | ||
Subbas | 16' | Door Spiering gemaakt. Pneumatisch. Hout |
Gedekt | 8' | Door Spiering gemaakt. Pneumatisch. Hout |
Omvang van de klavieren: C-f3 (Oorspronkelijk C-c3)
Cis en Dis uit het groot octaaf ontbraken tot Proper. (zie 1905)
1941: In de Drentse Volksalmanak van 1941 (bladzijden 44-53) schrijft
B. Lonsain een
artikel 'Bijdrage tot de
geschiedenis van den bouw van een kerkorge'lover het orgel in Meppel. (13)
1942: Het Meppeler Mannenkoor geeft een concert met
medewerking van tenor Gerrit Kijk en organist George Stam uit Leeuwarden.
Provinciale
Drentsche en Asser courant 30-03-1942, Agrarisch nieuwsblad jaargang 6, 1942, no. 1516, 28-03-1942
1948: Op
17 februari schrijft de Bouw- en
restauratiecommissie van de Hervormde Kerk aan de kerkvoogdij dat een mogelijkheid
tot subsidie wordt besproken met monumentenzorg. Men raadt aan contact op
te nemen met de sinds kort bestaande Orgelcommissie van de Hervormde Kerk (HOC).
Contactpersoon is de heer Besselaar in Rotterdam.
Op
23 februari schrijft de HOC dat
er in 1943 overleg is geweest met monumentenzorg over het orgel, maar dat dit is
opgeschort door de tijdsomstandigheden. Monumentenzorg wil het overleg graag
hervatten en is in principe ook bereid tot het verlenen van subsidie.
In een
brief van 3 maart geeft de HOC antwoord op een brief vanuit Meppel van 26 februari waarin om advies
wordt gevraagd. Het plan is dat
Erné en Legęne een bezoek aan het orgel gaan brengen.
Op 1 april
bevestigt de kerkvoogdij per
brief (09)
het bezoek van Lambert Erné op 7
april. De sleutels van het orgel krijgt hij bij de administrateur van de kerk. Dit
kantoor zit vast aan de kerk. Voor de geschiedenis van het orgel wordt verwezen
naar een artikel door B. Lonsain in de Drentse Volksalmanak uit 1941. (13)
In de notulen van de kerkenraad worden werkzaamheden
gevonden door Scheuer in 1826 voor f 1200,- en in 1886 door Van Dijk voor f
500,-
Een samenvatting uit een brief
van 15 april van het Drents Archief geeft een beeld van de geschiedenis van het
orgel. Genoemd worden de werkzaamheden in de 19e eeuw. Bijlagen worden
meegestuurd.
Op 16 april stuurt de
kerkvoogdij een brief
met de zojuist verkregen informatie uit het Drents
Archief door
naar Erné en
Legęne.
In een
brief van 12 mei beschrijft
Johannes Legęne, op basis van de ontvangen informatie, de geschiedenis van het
orgel. Op basis hiervan de en de huidige toestand wordt een
restauratievoorstel gedaan. Volgens de brief van Legęne heeft de kerkvoogdij al
overleg gehad met de orgelmaker Sanders. De dispositie van Hoofdwerk en Rugwerk
kan weer in de oorspronkelijke staat worden hersteld, omdat het pijpwerk voor
het grootste gedeelte bewaard is gebleven. Het Borstwerk kan worden
gereconstrueerd op basis van het eerste keuringsrapport van Berff. Dit zal
ook moeten, omdat volgens Legęne het snijwerk van het Borstwerk bewaard is
gebleven en dus de plaats van het Borstwerk goed zichtbaar is. Ook doet hij een
voorstel voor een nieuwe zelfstandig Pedaal. De lelijke gipsen beelden van het Rugwerk
zouden naar een tuin kunnen verhuizen. Het snijwerk van het Rugwerk kan dan
worden gemaakt conform dat van het Hoofdwerk. Als de windladen ruimte bieden voor een Cis en
Dis kunnen deze in het groot octaaf worden toegevoegd. De manualen kunnen hun omvang van C-c'''
behouden. Er is geen ruimte voor een uitbreiding van de manuaalomvang naar boven.
In een
rapport van 5 jun wordt or
de HOC vooral de nadruk gelegd op de
keuringsrapporten van N. Berff en Petrus Havingha. Op basis hiervan kan de
oorspronkelijke dispositie van Hoofdwerk en Rugwerk worden hersteld. De opgave van
Berff over het Borstwerk (Echo, Octaaf, Quint, Blockfluit, Nazaat) Hoeft niet
letterlijk gevolgd te worden omdat er niets van is bewaard. Het zou als volgt
kunnen luiden: Gedekt 8',
Roerfluit 4', Blokfluit 2', Nazard 1 1/3', Flageolet 1', Scherp IV en Regaal 8'.
Ook zou kunnen worden overwogen de Cimbel III te vervangen door een Scherp
II-III. Twee orgelmakers (Sanders en Ruiter) zouden offerte moeten uitbrengen op
basis van dit rapport.
Op 10 oktober komt er een
uitgebreider rapport, waarin de
geschiedenis van het orgel en de huidige toestand uitgebreid wordt beschreven en
alle uit te voeren werkzaamheden staan opgesomd.
De offerte van
Sanders is van 30 september. Hij begroot een prijs van f 23.500,-. De werkzaamheden
kunnen begin 1949 aanvangen. Sanders had deze restauratie al eerder besproken
met Dr. G.J. van Kolmeschate. Een bestek willen ze in deze fase nog niet leveren.
De
offerte van Mense Ruiter is van 29
oktober met een begroting van f 27.000,- Een reservering van f 3.000,- voor
tegenvallers is gewenst. Hij schat dat dat de klavieren kunnen worden uitgebreid
tot f''' en dat er ook ruimte is voor de Cis en Dis in het groot octaaf.
De Hoofdwerkkas zou iets terug moeten worden geplaatst. Een tekening van
het orgel is bijgesloten.
Op 11 november bevestigt de
kerkvoogdij van Meppel aan de HOC de ontvangst van de offertes van Ruiter en
Sanders. Graag ontvangt men nader advies. Op
30 november bevestigt de HOC de
brief van de kerkvoogdij.
Op 21
december meldt de HOC dat ze de voorstellen van Ruiter en Sanders hebben
bekeken. Op grond van de inhoud van de aanbieding en de betrokkenheid bij de
restauratie van historische orgels geeft de HOC de voorkeur aan Mense Ruiter.
Ruiter moet dan in overleg met de HOC een volledig bestek opstellen. Daarna kan
het bestek worden voorgelegd aan monumentenzorg voor het verkrijgen van een
subsidie.
Op 31 december
schrijft de HOC aan de kerkvoogdij dat de opgaven van Sanders en Mense Ruiter
zijn bestudeerd. De HOC heeft een sterke voorkeur voor Mense Ruiter gezien zijn
uitwerking van het plan en zijn ervaring. Ze adviseren Mense Ruiter het werk
te gunnen.
(08)
1949: Op 5 januari schrijft
Dr. G.J. van Kolmeschate namens de
kerkvoogdij van Meppel. Hij vraagt waarom de HOC de voorkeur geeft aan Ruiter,
terwijl Sanders aanbiedt voor een lager bedrag.
Op 7 januari een
briefkaart vanuit Meppel. Men
verwacht de opdracht aan Ruiter te gunnen, maar men wil volgende maand eerst nog
een overleg tussen de kerkvoogdij, Ruiter en de HOC.
Op
14 januari stuurt van Kolmeschate een
brief naar Mense Ruiter met kopieën naar Erné en secretaris Besselaar van de
HOC. In de brief krijgt Mense Ruiter een voorlopige opdracht voor de restauratie.
Voordat de definitieve opdracht kan worden verstrekt dient er eerst een
uitgewerkt bestek te worden gemaakt dat moet worden toegestuurd aan Besselaar
van de HOC, Erné en de kerkvoogdij. Dit bestek moet worden besproken
in een vergadering op 8 februari met de HOC, Erné en de kerkvoogdij. In deze
vergadering kan dan het bestek definitief worden vastgesteld en doorgestuurd naar
Monumentenzorg. Men is blij dat de manualen kunnen worden uitgebreid met Cis en
Dis en tot g'''. Ook wil de organist (toen Bé Hollander) graag een strijker op Manuaal II. Dat kan
dan ook ter sprake komen.
Op 5 februari gaat er een
briefkaart naar Erné met gegevens
voor de vergadering op 8 februari.
Op 25 februari een
briefje van Kolmeschate naar Erné
met gegevens uit de kerkarchieven. Na 1833 is er weinig meer te vinden. De werkzaamheden van Scheuer en Zwier van Dijk zijn onduidelijk. Wel is er een
opschrift op een prestantpijp die interessant is.
Op 6 juni schrijft van
Kolmeschate via een
briefkaart naar
Erné waarom er nog geen rapport ligt over het orgel. In februari zouden Erné en
Ruiter het orgel bezoeken en het rapport opstellen. Graag voortgang. De eerste
contacten met de HOC dateren al van 1948.
Op
6 oktober een brief van
Kolmeschate vanuit Delft als antwoord op een brief van 5 oktober van Erné. Zijn
eigen gegevens zijn nog in Meppel. De speeltafel moet door Proper in 1907 zijn
verplaatst naar de zijkant, omdat de oudste kerkvoogden zich herinneren dat de
organist daarvoor tussen Hoofd- en Rugwerk zat. Kennis van 1883 kunnen zij niet
hebben. Op de achterzijde van de panelen van het Rugwerk? zijn nog
spoorwegetiketten aanwezig van 1907. Ook zijn de rugwerkpanelen nog aanwezig.
Als de verplaatsing van de speeltafel in 1883 was gebeurd, dan zouden deze
vermoedelijk toen zijn verdwenen. Het Borstwerk zou kunnen zijn verdwenen in
1883. Van 't Kruijs vermeldt in 1885 geen Borstwerk meer. Ook stelt hij nog aan de
orde of er een organist in de commissie moet plaatsnemen, naar aanleiding van een
artikel in een tijdschrift over bouwkunde.
Op
28 oktober schrijft Mense Ruiter
aan Hendrikse van de HOC dat zijn begroting van de restauratie f 27.000,-
bedroeg met daarin opgenomen f 10.700,- voor het nieuwe pedaal. Hij heeft toen
ook al aangeven dat de uiteindelijke kosten tussen de 27.000,- en 30.00,- zullen
gaan uitkomen. Voor de subsidieaanvraag dient uitgegaan te worden van het
hoogste bedrag. Dit bedrag dateert uit 1948 en gezien de inflatie zal daar nog
wel f 2.000,- bijkomen.
Op 2
november schrijft de HOC dat het rapport gereed is en dat men dit kan
gebruiken om subsidie aan te vragen bij monumentenzorg. Het bedrag voor het
nieuwe zelfstandige pedaal is apart gespecificeerd.
Op
15 november schrijft van
Kolmeschate
aan Erné dat bij zijn bezoek aan Meppel op 6 november het rapport er nog niet
was en verzoekt daarom vaart te m
1951: Op 15 januari
informeert ds. Zuiderduyn bij de HOC hoe het er nu voor staat met de
informatieuitwisseling tussen orgelmaker Ruiter en de HOC.
Van 16 januari is een
kladbriefje van
onbekende herkomst omtrent de veronderstelde niet juiste handelswijze van Mense Ruiter.
Op
16 januari komt een brief van
monumentenzorg naar de kerkvoogdij als antwoord op de brief van de
kerkvoogdij aan monumentenzorg van 27 december 1949. Men gaat akkoord met het
restauratievoorstel, maar wil nog steeds een opgave van de mensuren van het
pijpwerk. Ook vindt men de restauratiekosten aan de hoge kant. Het herstel van
Hoofdwerk en Rugwerk zou maximaal f 13.000,- mogen kosten. Subsidie voor het
nieuwe pedaal en de reconstructie van het Borstwerk komen niet in aanmerking
voor subsidie. Toekenning van subsidie is vanwege beperkte middelen zeer
twijfelachtig.
Op 20 januari
schrijft de HOC aan de kerkvoogdij dat monumentenzorg akkoord gaat met de
restauratie en dat Lambert Erné de kerk zal bezoeken voor nadere afspraken.
Op dezelfde dag stuurt de HOC Mense Ruiter een
brief dat het rijk akkoord gaat
met het restauratieplan. Graag zonder uitstel de volgende gegevens aan de HOC
sturen:
- Opgave in vijfvoud van de uit te voeren werkzaamheden per stap
inclusief de te gebruiken materialen.
- Tijdsstippen dat de
werkzaamheden worden uitgevoerd en de aanneemsom per stap
- Gegevens
voor onderhoud en garantie.
Welk bedrag is nodig voor al het materiaal voor
het gehele werk. De kerkvoogdij kan dit dan alvast betalen. Ruiter kan bestellen en het in
eigendom overdragen aan de kerkvoogdij. De andere werkzaamheden kunnen
vervolgens per stap
worden afgerekend.
Op 23 januari een
notitie van waarschijnlijk Erné.
Ruiter kan een offerte vragen bij Stinkens voor het pijpwerk. Op 6 februari dient er een concept-contract
te zijn. Dit kan dan worden doorgenomen in een vergadering te Meppel.
Op 30 januari
volgt er een
notitie van Erné dat hij een
bespreking heeft gehad met Mense Ruiter over de begroting.
Op 1 februari een
briefje met een kladnotitie van
Mense Ruiter aan Lambert Erné of alles nu compleet is. De prijs van de drie
fases
is nu f 2472,- hoger geworden. Dit had meer moeten zijn, maar door het
terugbrengen van het risicopercentage is de stijging beperkt gebleven. Ruiter
spreekt hier ook uit de Rijkscommissie zich wat minder met details zou moeten
bezig houden.
Op 5 februari een
brief van de Raad voor Kerk en Eeredienst van de Hervormde Kerk naar Lambert
Erné met als bijlage de concept-contracten.
Op 6 februari een
kladje van Erné: eerst het Rugwerk
restaureren. Dinsdag 19 februari overleg over
materiaalaankoop.
Op 13 februari
een brief van de kerkvoogdij aan
Mense Ruiter om 55 kg tin en 20 kg lood aan te kopen voor f 985,- Het bedrag zal
door de kerkvoogdij worden betaald.
Op 20 februari
schijft de kerkvoogdij aan de HOC
dat het contract voor de eerste twee fases definitief kan worden opgemaakt.
Op 9
maart vraagt de HOC aan de
kerkvoogdij of het juist is dat in het contract fase 1 en fase 2 zijn
opgenomen.
Op 9 april stuurt de
HOC het contract in drievoud naar de kerkvoogdij. Na het tekenen graag doorsturen
naar Mense Ruiter.
Op dezelfde dag ook een
brief van de HOC naar Mense Ruiter.
Hierin wordt aangekondigd dat de kerkvoogdij
een ondertekend contract naar
Ruiter stuurt. De HOC vraagt of het reeds aangekochte materiaal
goed gemerkt en verzekerd is. De werkzaamheden dienen zo snel mogelijk aan te
vangen.
Op 9 april een brief
van de HOC aan Monumentenzorg. Kan monumentenzorg het restauratierapport naar de
kerkvoogdij opsturen, zodat zij subsidie kunnen aanvragen bij gemeente en
provincie?
Na enkele tussenversies van
13 februari en
15 februari wordt het
uiteindelijke contract getekend op 1 april door orgelbouwer, kerkvoogdij en
de HOC. Het
stappenplan wordt al op 1 februari
apart ondertekend. In dit plan staan de bedragen per etappe vermeld en is ook
vastgelegd dat het metaal voor de in fase 1 benodigde pijpen al door Mense
Ruiter is ingekocht en door de kerkvoogdij betaald.
Op 23 mei
stuurt Mense Ruiter het getekende
contract naar de HOC. Het tin en lood ligt bij Mense Ruiter en is
verzekerd voor f 5.000,- In het kantoor hangt een lijst met de kerken van Roden
en Meppel en het aantal bijbehorende kilo's. Alle in de werkplaats opgeslagen
onderdelen zijn verzekerd voor 35.000,-. Het vervoer van onderdelen is tijdens
het vervoer verzekerd bij Van Gend & Loos.
Op 24 augustus brengt de HOC
advieskosten in rekening van f
926,43
Op 5 september stuurt de HOC een briefje
naar meubelrestaurateur Jacobs in Leeuwarden als antwoord op een bericht dat Jacobs iets aan de orgelkas zou moeten doen. Hiervan is de HOC niet op de
hoogte.
Op 25 oktober vraagt
Mense Ruiter aan de HOC het contract op te sturen, zodat hij weet welke etappes
zijn opgedragen en hoe het zit met de betaaltermijnen.
Briefje van Lambert Erné van
onbekende datum aan de HOC dat Ruiter al 5 weken met de windlade bezig is en er
een begin is gemaakt met het pijpwerk. De 1e termijn kan dus worden betaald.
Op
16 november een schrijven van
Mense Ruiter aan de HOC of deze de kerkvoogdij kan verzoeken het bedrag van de
eerste termijn over te maken. Het nieuwe gedeelte van de windlade is zo goed als
klaar en het restaureren van het pijpwerk vordert. Ook wordt bericht dat Mense
Ruiter vier weken ziek is geweest en weer voor halve dagen aan de slag is. Dit
heeft voor vertraging gezorgd.
Op
22 november verzoekt de HOC de kerkvoogdij om de eerste termijn aan
Mense Ruiter van f 9010,- uit te betalen. Ook sturen ze het contract met zegel
voor opslag in het kerkarchief.
(08)
1952: Op
27 oktober doet ds. Zuiderduijn
zijn beklag bij de HOC. In oktober 1951 is het Rugwerk weggehaald, maar
sinds die tijd heeft de kerk taal nog teken
van Mense Ruiter vernomen en is de
staat van het orgel langzamerhand zo slecht dat het nog nauwelijks bruikbaar is.
Wanneer onderneemt de HOC actie?
Op
31 oktober stuurt de HOC de brief van ds. Zuiderduijn door naar Mense Ruiter.
Op 2 december een brief van de
HOC aan ds. Zuiderduijn. De werkwijze van Mense Ruiter is inderdaad zeer traag,
maar hij levert wel vakwerk zoals hij onlangs aantoonde bij de oplevering van
zijn orgel in Den Haag (Maranathakerk GJP).
Op 12 december stuurt Mense Ruiter
een brief naar de kerkvoogdij.
Door personeelsproblemen en andere niet nader toegelichte problemen is er zeer
veel vertraging ontstaan. Hij hoopt in februari 1953 het Rugwerk met een aparte
klaviatuur te kunnen plaatsen. Het Hoofdwerk hoopt hij eind mei 1953 te kunnen
afronden. Moet de orgelkas blank gemaakt worden?
(08)
Meppeler
courant 1952-03-14 Klik op de afbeelding voor een vergroting
Vorderingen gemeld door de Hervormde Orgelcommissie
Bijlagen van de
Handelingen der Generale Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk ten jare 1956,
Handelingen
van de Vergaderingen van de Generale Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk,
ten jare 1956
1953: Op 30 november
schrijft de nieuw benoemde organist Nico
Verrips aan Lambert Erné. Hij is per 1 oktober benoemd als cantor-organist in
Meppel en wil graag een gesprek met Erné omtrent de gang van zaken rond de
restauratie van het orgel.
Op 3 december een
brief van de HOC naar de
kerkvoogdij. Er kan subsidie aangevraagd worden via een conceptbrief
die de HOC nog zal sturen. De orgelkas dient ook gerestaureerd te worden. De
prijs van f 1250,- door Ruiter acht de HOC acceptabel. Dit bedrag dient
meegenomen te worden in de subsidieaanvraag.
Brief van 3 december van de
kerkvoogdij aan de HOC. Enkele kerkvoogdijleden hebben op 2 november een bezoek
gebracht aan de werkplaats van Mense Ruiter in Groningen. Zijn belofte om het
Rugwerk op 4 september te plaatsen is niet nagekomen. De nieuwste datum is
nu januari 1954. Ruiter is van mening dat de orgelkas blank gemaakt moet worden
en dat de gipsen beelden van het Rugwerk verwijderd moeten worden. Deze kunnen
worden vervangen door een reconstructie van de oorspronkelijke ornamenten.
Hij vraagt hiervoor f 1250,- Terwijl hij op 24 april nog het bedrag van f 2500,-
noemde. Blijkbaar is de f 1250,- een tegemoetkoming voor alle vertragingen.
Op 15 december een brief van
Verrips aan Erné. Hij kon helaas jongstleden vrijdag niet aanwezig zijn in Meppel
vanwege lessen. Hij vraagt aan Erné bevestiging dat het huidige orgel
nauwelijks bruikbaar is.
(08)
Beeldbank
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Documentnummer 46.669 Fotograaf Delemarre,
G.Th. mei 1953
1954: De kerkvoogdij vraagt op
7 januari aan de HOC of ze de
conceptbrief voor de subsidieaanvraag kunnen ontvangen en aan Erné wordt
gevraagd of
de op de vergadering van 11 december afgesproken ontmoeting met rijksarchitect Van Iperen al heeft plaats gevonden.
Van 28 januari dateert een
notitie van Erné dat het restaureren van de kas is besproken met Ruiter en Van Iperen. Op het
klankbord van de preekstoel staan oorspronkelijke ornamenten van het orgel. Deze zullen weer op
het orgel worden herplaatst.
Op 7
januari schrijft de kerkvoogdij aan Mense Ruiter dat men van oordeel is dat
de orgelkas door Mense Ruiter gerestaureerd moet worden.
Een
brief
van 14 februari van Erné aan de kerkvoogdij met een verslag van het gesprek met rijksarchitect van Iperen over de orgelkassen.
Van Iperen gaat akkoord met het
geheel schoonmaken van de rugwerkkas als proef. De restauratie van de
orgelkas kan door Ruiter worden uitgevoerd.
Op 17 februari een
brief van de kerkvoogdij aan de HOC.
Is het wel verstandig de rugwerkkas in de was te zetten? Als er later
toch geschilderd moet worden zal de verf niet goed hechten en weinig stootvast zijn.
Op 22 februari vraagt de
kerkvoogdij aan de HOC wanneer de conceptbrief voor het aanvragen van subsidie
wordt toegestuurd. Kan er ook subsidie worden aangevraagd bij provincie en
gemeente?
Op 22 februari
schrijft G. van Mulligen van de kerkvoogdij aan van Kolmeschate in Delft of hij
nog weet of en wanneer er een subsidieverzoek is ingediend.
In een
notitie van Erné
van 2 maart worden de kosten van f 1250,- voor het restaureren van de rugwerkkas
genoemd.
Op 27 maart
schrijft de HOC aan de
kerkvoogdij dat Erné in gesprek is met de rijksarchitect om de conceptbrief voor
de subsidieaanvraag te regelen.
Op
5 april schijft de kerkvoogdij
aan de HOC dat ze nog geen antwoord hebben op de vraag over het aanvragen van
subsidie bij provincie en gemeente. Ook is er nog geen schriftelijke toestemming
van monumentenzorg voor de restauratie van de rugwerkkas.
Op 9 april
schrijft de HOC aan Erné dat hij
haast moet maken met enkele vragen van de kerkvoogdij.
Op 4 juni
schrijft Mense Ruiter aan Erné
dat begin mei is afgesproken dat het Rugwerk op 5 juni in Meppel zou worden
opgebouwd. Hij wil een poosje rust nemen en zijn mechaniekbouwer is onder
doktersbehandeling vanwege de spanning. Hij wil graag rustig doorwerken. Qua
planning durft hij geen nieuwe uitspraak te doen. Het zal echter niet lang meer
duren voordat het Rugwerk wordt geplaatst. Ook het Hoofdwerk zal dit jaar gereed
zijn.
Op 9 juni schrijft de
kerkvoogdij aan de HOC dat Mense Ruiter heeft toegezegd het Rugwerk voor
Pinksteren te plaatsen. Deze belofte is voor de zoveelste keer niet nagekomen.
Kan de HOC ervoor zorgen dat plaatsing in juni plaats vindt?
Op 8 juli
meldt de HOC aan de kerkvoogdij
dat Erné de werkplaats van Mense Ruiter heeft bezocht en het volgende heeft
geconstateerd:
- De rugwerklade is klaar
- Het pijpwerk voor
het Rugwerk is nagenoeg klaar
- De mechaniek wordt gemaakt voor de
afmetingen van de nieuwe speeltafel en voorlopig klaar ingericht voor 1
noodklavier.
De HOC verliest ook zijn geduld en spoort Mense Ruiter
aan nu eerst het orgel voor Meppel af te maken. Graag op 15 juli een
bespreking met kerkvoogdij en organist 's ochtends om 08:30. Het intonatiewerk
voor Roden ziet er zeer goed uit. De verwachtingen voor Meppel zijn dan ook
prima.
Op dezelfde datum schrijft
de HOC aan Ruiter dat ze hun geduld verliezen.
Op
18 juni vraagt de kerkvoogdij aan
Ruiter wanneer in deze maand het Rugwerk wordt geplaatst.
Op
23 juni schrijft de kerkvoogdij
dat het spijtig is dat Ruiter niet naar Meppel kan komen vanwege
personeelsproblemen. Graag willen ze weten wanneer hij komt in de week van 5 -
10 juli.
Op 23 juni schrijft
de kerkvoogdij dat Ruiter meldt dat het Rugwerk later wordt geplaatst. Gepland
is begin juli.
Op 24 juni
schrijft de kerkvoogdij over een gesprek met Ruiter op 23 juni over de voortgang
van de restauratie. Het Rugwerk wordt op tijd geplaatst.
Op
11 augustus schrijft de HOC aan
de kerkvoogdij dat de conceptbrief voor de aanvraag voor subsidie in een een
gevorderd stadium is. Erné zal in augustus weer met Ruiter overleggen omtrent
opleverdata.
Op 24 augustus
schrijft de kerkvoogdij aan de HOC dat Ruiter het resterende deel van het orgel
heeft gedemonteerd, maar dat hij het Rugwerk nog steeds niet heeft geplaatst. Dit zou
plaats vinden op 16 augustus, maar is wederom niet nagekomen. Telefonisch is
toegezegd dat het Rugwerk op 26 augustus wordt geplaatst. In de kerk staat sinds enkele
weken een takelinstallatie.
Op 27
augustus schrijft Mense Ruiter aan Erné dat de kosten van het Borstwerk met
7 registers f 7143,- bedraagt en die van het Pedaal 14.991,- De kosten van het
Rugwerk bedragen f 9010,- en die van het Hoofdwerk f 10.861,- De kosten voor het
schoonmaken van de kas heeft Ruiter verlaagt van f 2500,- naar f 1250 als
compensatie voor de te late oplevering.
Op
27 augustus meldt Ruiter aan de
kerkvoogdij dat er 's middags een kist met pijpen naar Meppel is verzonden. De
andere delen zullen morgen volgen. Ruiter stuurt dan een paar medewerkers mee
voor de montage. De kosten voor het Rugwerk bedragen nu f 9285,- incl. 5% loonsverhoging. Voor etappe 2
het Hoofdwerk worden de kosten nu 11.046,-.
Graag
de 2e termijn
van f 2835,- voor het Rugwerk betalen en de eerst termijn voor het
Hoofdwerk ŕ f 2761,50. Is het mogelijk om deze bedragen aanstaande woensdag te
ontvangen? Een deel van de pijpen moet nog door de pijpenmaker worden aangeleverd.
Op 31 augustus vraagt de
kerkvoogdij of Mense Ruiter recht heeft op de gevraagde bedragen, gezien de
teleurstellende gang van zaken tot nu toe. Aan Ruiter wordt
gemeld dat de restauratie tot
nu toe zeer teleurstellend is verlopen en dat ze aan de HOC gevraagd hebben of
een betaling van de termijnen kunnen worden uitgevoerd.
Op 4 september een
brief van de HOC? aan Erné om het
dossier Meppel mee te nemen naar de eerstvolgende vergadering.
Op
6 september schrijft Ruiter aan
de kerkvoogdij dat aanstaande woensdag een begin wordt gemaakt met het verder afwerken
van het Rugwerk. Ruiter zelf is nog bezig in
Roden. Ruiter vraagt om hem niet
te forceren om noodoplossingen te bedenken. 'Ik ben bezig om van het wrak dat uw
orgel toch was iets te maken dat zeer de aandacht zal trekken en zeer duurzaam
zal blijken.'
Op 15 september een
brief van Mense Ruiter aan
Lambert Erné. Hij kan niet accepteren dat de betaling aan hem door de
kerkvoogdij afhankelijk wordt van een taxatie van de waarde wat van wat er nu in
de kerk aanwezig is. Dat is niet rechtvaardig, omdat de Hoofdwerkkas en allerlei
andere delen nu niet in de kerk aanwezig zijn. In de brief een berekening van
delen die wel en niet in de kerk aanwezig zijn. Hij vraagt Erné om te bemiddelen
in de betaling van de oorspronkelijke bedragen. Gezien de gang van zaken wil hij
het aanbod om voor het schoonmaken van de orgelkassen f 1250,- te rekenen in
plaats van f 2500,- weer intrekken.
Op
25 september doet de kerkvoogdij
verslag van vergaderingen op 5 en 8 september. In de laatste vergadering was ook
Mense Ruiter aanwezig. De conceptbrief voor de subsidieaanvraag is nog steeds
niet binnen.
Op 30 september
een
brief van de HOC aan de kerkvoogdij. In de HOC-vergadering van 17 september is
het betalingsvoorstel van Meppel aan de orde geweest en is overleg gepleegd met
Mense Ruiter. De conceptbrief aanvraag subsidie zal uiterlijk 2 oktober
arriveren.
Op 2 oktober
schrijft de HOC aan de kerkvoogdij dat ze de conceptbrief subsidieaanvraag
hebben verstuurd. Ook doen ze een voorstel aan de kerkvoogdij om aan Ruiter
eerst f 2108,- te betalen gezien het tot nu toe uitgevoerde werk. De HOC heeft
Ruiter aangeraden de commissie goed op de hoogte te houden van de vorderingen.
Men kan niet elke twee weken de werkplaats bezoeken om de voortgang te controleren.
De HOC verwacht dat het Rugwerk in november 1954 gereed kan zijn en het
Hoofdwerk met Pasen 1955.
Op 5
oktober schrijft de kerkvoogdij aan Ruiter dat men de zaak zeer
onbevredigend vindt en dat men elke week f 500,- wil betalen mits er verder wordt
gewerkt aan het orgel. De kerkvoogdij heeft geen toestemming gegeven voor de
inbouw van Cis en Dis. Men wil dit wel, maar dan moet er overeenstemming met de
betrokken instanties zijn. Op dezelfde datum een
brief van de kerkvoogdij aan de
HOC met als bijlage de brief naar Ruiter en het verzoek nader te informeren over
de toevoeging van Cis en Dis in Rugwerk en Hoofdwerk.
Op
6 oktober vraagt Ruiter aan de
HOC om het bedrag van f 1750,75 uit een brief van 2 oktober te specificeren.
Op 7 oktober een brief van de
kerkvoogdij aan het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Op basis
van het advies van de HOC wordt antwoord gegeven op een aantal vragen.
-
De mensuren kunnen pas door de orgelmaker vast worden gesteld tijdens de
restauratie. De HOC houdt hier toezicht op.
- De aanneemsom wordt als
te laag ingeschat voor een verantwoorde restauratie. Tijdens de werkzaamheden
wordt geconstateerd dat sommige delen vervangen moeten worden en ook zijn de
lonen gestegen.
- De kerkvoogdij neemt de kosten van het toe te voegen
Pedaal voor zijn rekening.
- Ook het te reconstrueren Borstwerk zou
voor subsidie in aanmerking moeten komen, omdat dit tot de oorspronkelijke opzet
van het orgel behoort.
Er wordt subsidie gevraagd op basis van het plan van
1 februari 1951 voor een bedrag van f 26.372,-. Dit bedrag dient verhoogd te
worden met f 1200,- voor de inbouw van de Cis en Dis in Rugwerk en Hoofdwerk.
Inclusief loonrondes komt dan het totaalbedrag op f 28.451,50. De kosten van de
restauratie van de orgelkas van f 1250,-, het maken van het restauratieplan en
het houden van
toezicht komen op f 2200,-, zodat de totale kosten f 31.901,50 bedragen.
Op
26 oktober vraagt de kerkvoogdij
aan Mense Ruiter om een kostenopgave voor het toevoegn van groot cis en dis in
het Rugwerk.
Op
8 november een brief van Ruiter
aan Erné. Het resterende pijpwerk voor het Rugwerk is in de kerk aangekomen. Ook
is de vloer klaar tussen beide orgelkassen. Kan Erné deze voortgang aan de
kerkvoogdij melden, zodat ze dat deel kunnen betalen? Ook zou hij de inbouw van
de Cis en Dis aan de orde kunnen stellen, zodat ook die f 600,- betaald kan
worden. Organist Verrips wil op 25 november een zanguitvoering geven en wil
dan graag het orgel gebruiken. Vermoedelijk zijn er dan wel een paar stemmen
klaar. Ruiter vindt het echter beter om het orgel pas te gebruiken als het klaar
is.
Op 10 november schrijft de
kerkvoogdij aan Mense Ruiter of alle kosten nu zijn opgegeven in verband met de
toevoegingen in het Rugwerk en het Hoofdwerk.
Op 16 november een brief
van de kerkvoogdij aan de HOC hoe het nu zit met de toevoeging van Cis en Dis en
de restauratie van de orgelkassen. Ze willen graag op de hoogte zijn als iemand
van de HOC het orgel in Meppel bezoekt.
Op
19 november stuurt Ruiter aan
Erné een aangepaste tekening voor het snijwerk van het Rugwerk. Als Erné hiermee
akkoord gaat kan Ruiter verder met de orgelkas.
Op
25 november schrijft Ruiter aan
Erné dat hij de f 600,- voor de inbouw van Cis en Dis nog steeds niet uitbetaald
krijgt, omdat de kerkvoogdij nog geen antwoord heeft gekregen op hun vragen
hierover. Ze zijn op dit moment niet erg tevreden over de HOC. Kan Erné naar
Meppel komen om eerst te overleggen met Ruiter? Hij moet dan de zijdeur nemen
naast de toren en niet de andere ingang via de kamer van de boekhouder. Deze
belt anders de kerkvoogdij en dan is er te weinig tijd om samen te overleggen.
Bijgesloten is een uitgebreide berekening van het verrichte werk, betaling en in
de kerk aanwezig materialen.
Op 16
december een antwoord van de HOC aan de kerkvoogdij voor de inbouw van de Cis
en Dis. De HOC is van mening dat dit in het contract staat beschreven. De kosten
die Ruiter in rekening brengt zijn beslist niet te hoog. Graag de bedragen zo
spoedig mogelijk betalen. Bij de werkzaamheden voor het Hoofdwerk dient de inbouw
van de Cis en Dis duidelijk te worden genoemd en gecalculeerd. Aanstaande
maandag komt iemand van de HOC weer naar Meppel om de voortgang te bekijken.
Op 16 december een brief naar Ruiter
van Erné omtrent de inhoud van bovenstaande brief.
Op
21 december een brief van de HOC
aan de kerkvoogdij naar aanleiding van het bezoek van Erné en Hülsmann op 20
december aan Meppel. De intonatie van het Rugwerk vordert goed en zal rond de
jaarwisseling gereed zijn. In de werkplaats te Groningen zijn de werkzaamheden
aan de windlade van het Hoofdwerk ver gevorderd. Een tekening van de Hoofdwerkkas zal worden
doorgenomen met de rijksarchitect Van Yperen. Geadviseerd wordt om de volgende
bedragen aan Ruiter te betalen: f 800,- voor de resterende pijpen van het
Rugwerk en f 1300,- voor het Rugwerk dat vergaand gereed is.
Brief
van onbekende datum van vermoedelijk Erné aan de kerkvoogdij van Meppel dat ze
niet op eigen initiatief Ruiter opdracht mogen geven werkzaamheden uit te voeren.
Hiervoor dient de officiële weg te worden bewandeld via de juiste
rijksinstanties.
(08)
1955: Op
3 januari stuurt Stinkens een opgave
naar Mense Ruiter voor het nieuwe pijpwerk voor het Hoofdwerk. Het totale bedrag
is f 4426,-. Hiervoor wordt het volgende geleverd: Prestant 8', Dulciaan 16',
Cimbel IV volledig en 80 ontbrekende pijpen voor de Holpijp 8', Quintadena
8', Octaaf 4', Open fluit 4', Quint 3', Octaaf 2', Ruispijp II en de Mixtuur
III. Deze rekening zal door de kerk worden voldaan. Ook dient een
oude schuld van Ruiter van f 1500,- aan Stinkens te worden betaald.
Op
14 februari geeft Ruiter aan Erné
een overzicht omtrent de posten betaald en niet betaald van de eerste fase en komt tot de
conclusie dat er nog f 3210,- betaald moet worden. Voor de tweede etappe is al f
750,- betaald. Hij verzoekt Erné om te adviseren de f 3210,- te laten betalen.
Ook wil hij graag het restant van de eerste termijn van etappe twee van f 1965,25 ontvangen.
Op 8 april
schrijft de kerkvoogdij aan de HOC. De HOC heeft nog steeds geen contact gehad
met monumentenzorg omtrent de subsidieaanvraag. Als dit nog langer duurt, dan
is de kerkvoogdij van plan zelf stappen te ondernemen. Ook is er onduidelijkheid
over de betalingen aan Ruiter. Deze heeft de werkzaamheden aan het Hoofdwerk nu
stil gelegd vanwege de niet gedane betalingen. Mense Ruiter heeft het Rugwerk
medio februari speelklaar opgeleverd.
Op
21 april schrijft de HOC aan de
kerkvoogdij dat de eerste etappe nu zo goed als gereed is. Voltooid moeten nog
worden de Dulciaan van het Rugwerk, restauratie van de kas van het Hoofdwerk en
de drieklaviers-speeltafel. De HOC adviseert om deze etappe tot een
bedrag van f 8375,- te betalen. Voor de tweede etappe wordt geadviseerd f 2750,-
te betalen. De stand van zaken voor het Hoofdwerk is nu als volgt:
het cancellenraam is gereed, de pijpstokken en ventielen zijn bijna gereed, en
aan de slepen wordt gewerkt.
Op 22 april maakt Van Mulligen
een overzicht van de eerste etappe en de tweede etappe qua bedragen.
Op
3 mei schrijft Ruiter aan Erné
dat hij voor de eerste etappe f 3210,75 heeft ontvangen als laatste betaling voor het
Rugwerk en f 1500,- als tweede betaling voor het Hoofdwerk (Etappe 2) tot een totaal van f 2750,- Dit is minder dan de gevraagde f
2855,- De laatste 14 dagen is gewerkt aan het pijpwerk van het Hoofdwerk. Verder
is gewerkt aan het overbrengen van de pijpstokboringen op de nieuwe slepen. Ook
zijn onderhanden de stemdrukknoppen voor het Hoofdwerk en het wellenbord voor de
pedaalkoppel.
Op 18 mei
schrijft de HOC aan de kerkvoogdij dat er binnenkort een bericht komt van
monumentenzorg omtrent de subsidieverlening.
Op
7 juni een brief van het
ministerie van OKW met een goedkeuring van de restauratie. Er wordt subsidie
verleend op het binnenwerk en de kas op basis van f 31.186,50. Gesubsidieerd
wordt 20% tot een maximum van f 6257,- Ook wordt aangeraden een
subsidieverzoek in te dienen bij provincie en gemeente.
Op
27 september meldt de HOC de
voortgang van de werkzaamheden bij Ruiter. Het werk aan de windlade van het
Hoofdwerk vordert en
het pijpwerk is gedeeltelijk hersteld. Deze voorgang is genoeg voor het
overmaken van f 1500,- naar Ruiter. Is het mogelijk een vergadering te beleggen
op 11 oktober om de restauratie door te nemen?
Op
29 september meldt de kerkvoogdij
dat de datum 1 oktober geschikt is en dat aan Ruiter f 1500,- is overgemaakt.
Financieel overzicht etappes 1 en
2 van 4 oktober
Op 5 oktober
stuurt Ruiter Erné een overzicht van de diverse werkzaamheden en de daaraan
verbonden kosten.
Kosten diverse loonrondes | f 3162,50 |
Speeltafel rugwerk | f 300,- |
Regulateur voor het rugwerk | f 400,- |
Stemdrukknoppen voor de Dulciaan | f 300,- |
Windlade voor Rugwerk 9/10 nieuw | f 1000,- |
Tremulant Rugwerk | f 80,- |
Balg kwartslag draaien | f 140,- |
Totaal | f 2140,- |
Het schoonmaken van de Hoofdwerkkast heeft tot nu toe f 3216,- gekost. Samen
met de Rugwerkkast en de herplaatsing komt dit uit op f 4300,- Ruiter merkt op
dat dit nog altijd goedkoper is dan de f 4600,- die meubelmaker Jacobs rekent voor het schoonmaken van de orgelkassen in Roden. Vanwege het schoonmaken van de orgelkas
moeten de ontbrekende ornamenten nu in oud eiken worden gemaakt.
Ruiter vindt
negen pijpen in de torens te veel. Ze staan te dicht bij elkaar. Zeven pijpen is beter.
Dit kost f 395,-
Op 20 oktober
vraagt Ruiter aan Stinkens in Zeist een prijsopgave te maken voor de aanvullende pijpen
voor het Hoofdwerk en het pijpwerk voor het Pedaal en het Borstwerk.
Op
5 november een brief van Ruiter
aan Erné met de prijzen voor het nieuwe Borstwerk (Gedekt 8', Blokfluit 4',
Octaaf 2', Nasard 1 1/3', Sifflet 1', Cymbel III en Regaal 8') en het
zelfstandige Pedaal (Prestant 16', Octaaf 8', Mixtuur, Bazuin 16', Trompet 8', Cornet
4' en Cornet 2'). Het Borstwerk zal f 9685,- kosten en het vrije pedaal f
19.615,- Het pedaal wordt opgesteld in een kas achter het Hoofdwerk op een tweedelige windlade, zodat het pedaal later ter weerszijden van het
Hoofdwerk zou
kunnen worden opgesteld. Pedaalkas in naaldhout en meubelplaat is f 2300,-.
In eiken uitgevoerd f 5100,-. De kosten van een pedaalkoppel naar het Rugwerk is f 375,-
Meerkosten voor een scherp II-IV zijn f 350,-.
Op
7 november levert Ruiter de
gegevens aan Erné voor het schoonmaken en herstellen van de orgelkassen. De
totale kosten bedragen f 4938,53. De lonen zijn sinds het begin van de opdracht
met 16% gestegen.
Op 9 november
maakt Erné een opstelling van de nog te verrichten werkzaamheden op basis van de
brieven van Ruiter van 5 en 7 november.
Op
19 november is er een nieuw overzicht
van alle kosten door Mense Ruiter. De Cymbel wordt duurder, omdat bij de
restauratie van de lade de oorspronkelijke boringen tevoorschijn zijn gekomen.
De samenstelling is IV-VI, waarvoor 114 extra pijpjes nodig zijn voor f 350,-.
Op 25 november schrijft Ruiter
aan de HOC en de kerkvoogdij dat hij blij is met de beslissing om hem tegemoet te
komen bij de restauratie van de orgelkassen voor f 3000,-. Als de nieuwe pijpen
op tijd binnen zijn ziet hij kans om het orgel vlot af te werken. Hij stuurt een
tijdschema mee. Dit is wat later dan verwacht, maar andere mogelijkheden ziet
hij niet. Ook is dan noodzakelijk dat de betalingen volgens schema plaatsvinden.
Hij zal de kerkvoogdij wekelijks op de hoogte houden van de vorderingen.
Op
30 november een memo van de
orgelcommissie dat de kerkvoogdij zal beslissen over de laatste stappen in het
restauratieproces.
- Borstwerk f 9.685,-
- Zelfstandig Pedaal f 21.000,-
Op 2
december is er een bespreking over de verdere gang van zaken. De kerk moet
mogelijk gerestaureerd worden.
(08)
1956: Op
14 januari gaat Mense Ruiter akkoord dat de kerkvoogdij van Meppel het pijpwerk
dat in de bijgesloten stukken wordt gespecificeerd
besteld en betaald.
Stand van zaken door Ruiter per
1 februari.
Stand van zaken
financieel door Ruiter per 1 maart.
Ruiter geeft aan waar hij op 28 april mee bezig is.
Op
7 maart stuurt Stinkens een factuur van f 459,-
voor de levering van 256 pijpen voor de Scherp.
Op
29 maart vraagt de kerkvoogdij
aan de HOC of de rekening van Stinkens voor de Scherp correct is. Zo ja dan
wordt deze rekening betaald.
Op 29
maart vraagt de kerkvoogdij aan Mense Ruiter hoe het is geregeld met een
brandverzekering.
Op 5 april
schrijft Mense Ruiter dat het kerkorgel in de werkplaats tegen brand is verzekerd voor f
40.000,-.
Op 12
mei schrijft de HOC aan de kerkvoogdij dat de werkzaamheden door Ruiter
voor de tweede etappe nu
zo ver zijn gevorderd dat een bedrag van f 2.000,- kan worden uitbetaald. Ook
vraagt de HOC wat de stand van zaken is met de plannen voor de restauratie van
de kerk.
Op 17 mei meldt de
kerkvoogdij aan de HOC dat ze f 2000,- hebben overgemaakt aan Ruiter
Op
18 september constateert de HOC
dat de werkzaamheden bij Ruiter nu zo ver zijn gevorderd dat het orgel
binnenkort naar de kerk zou kunnen worden getransporteerd. Is dit mogelijk in
verband met de kerkrestauratie?
Op
3 oktober adviseert de HOC de kerkvoogdij f 1.000,- aan Ruiter te betalen vanwege
de vorderingen. Binnen enkele weken kan het orgel naar de kerk worden
overgebracht.
Op 13 november
schrijft mevrouw Ruiter aan Erné dat de geplande ontmoeting met
kerkvoogd Kaptein niet is doorgegaan. Er wordt een nieuwe afspraak gepland. Er
is een gesprek geweest van Ruiter met de bedrijfsconsulent dhr. Smith. Deze zou
ook nog contact opnemen voor een gezamenlijke bespreking.
Op
28 november vraagt de HOC aan
Ruiter hoe het orgel in de werkplaats is verzekerd en op op wiens naam de
verzekering is geregistreerd in
verband met de kerkrestauratie in Meppel.
Op
30 november antwoordt Ruiter dat
op de brandverzekeringspolis het volgende staat vermeld: 'Onder het totaal
verzekerd bedrag geldt in de eerste plaats tijdelijk gedekt een kerkorgel, in
eigendom toebehorende aan de kerkvoogdij der Hervormde Kerk te Meppel en wel ter
waarde van f 40.000,-'. De polis staat op naam van Mense Ruiter.
Op
17 december schrijft Ruiter aan
de kerkvoogdij dat gezien de voortgang van de werkzaamheden weer een bedrag van
f 1874,-kan worden betaald. Ruiter wil het geld graag bij de bank ophalen, omdat
hij het bedrag aanstaande vrijdag nodig heeft. Blijkens de aantekeningen op de
brief heeft hij op 20 december f 1000,- ontvangen en op 31 januari f 874,-. Uit deze brief
blijkt ook dat de kerkvoogdij rechtstreeks aan Stinkens een bedrag van f 3077,-
heeft betaald voor pijpwerk.
Op 31
december schrijft de HOC aan de kerkvoogdij dat de HOC navraag heeft gedaan
naar de verzekering van het orgel in de werkplaats te Groningen in verband
met de kerkrestauratie. De kerkvoogdij dient uit te zoeken of deze verzekering
voldoende is.
In '55 en '56 hield Ruiter een soort
logboek bij om zijn voortgang te
kunnen laten zien.
(08)
1957: Op
11 januari vraagt Ruiter aan Erné
hoe het staat met het advies aan de kerkvoogdij om f 1874,- te betalen.
Op
25 januari stuurt Mense Ruiter
Lambert Erné een overzicht welke betalingen de kerkvoogdij aan
Stinkens
heeft gedaan voor pijpwerk
Op 5 maart
schrijft de HOC dat de rekening van Mense Ruiter van f 1.430,- kan worden
voldaan vanwege de voortgeschreden werkzaamheden.
Er zijn vergevorderde
plannen voor het restaureren van de kerk.
Provinciale
Drentsche en Asser courant 20-05-1957
Op
19 juni vraagt de HOC aan Ruiter
of het orgel ook verzekerd is als het naar een nieuwe opslagplaats wordt
overgebracht. Ook dient het op de nieuwe plek verzekerd te zijn.
Op
24 juni schrijft Ruiter aan de
HOC dat ze nog niet verhuisd zijn. Hij vraagt of Erné met de kerkvoogden kan regelen dat
de jaarlijkse kosten van opslag (f 300,- verzekering en f 250,- opslagkosten) door de
kerkvoogdij wordt betaald. Ook de verhuizing van het orgel dient door
de kerkvoogdij te worden betaald.
Op
16 augustus schrijft Ruiter dat
in oktober 1956 de restauratie van het orgel is gestopt vanwege de
kerkrestauratie. Ruiter brengt f 525,- in rekening voor de verzekering van het
orgel en f 5,- per week voor de opslagkosten.
Op
12 september meldt Ruiter aan
Erné dat Meppel het geld voor de brandverzekering en de huur van de opslagruimte
heeft betaald.
Op 2 december
schrijft Ruiter aan de HOC dat het nodig is een aanvraag in te dienen of de
toegekende subsidie kan worden verhoogd. Het betreft een bedrag van f 3.237,58
voor de windlade en kas van het Rugwerk en verhoging loonkosten voor Hoofdwerk
en Rugwerk. (08)
1958: Op
21 mei schrijft Mr. W.F.
Schokking (Jurist te Amsterdam en lid van de Raad van State, voormalig minister)
aan Erné dat Dr. Doeve is gestrand bij het schrijven van een brief aan Mense Ruiter voor het Centraal Controle Bureau. Kan Erné de benodigde gegevens
verstrekken uit het dossier van Meppel?
Op
19 juni vraagt de HOC aan Ruiter
hoe het is gesteld met de verzekering van het orgel van Meppel voor de
aanstaande verhuizing.
(08)
1959: Op
16 november stuurt de rijksadviseur voor orgels Dr. H.L. Oussoren
een brief naar de HOC. Momenteel wordt de kerk
gerestaureerd. Voordat het orgel kan worden herplaatst zullen waarschijnlijk nog
enkele jaren verstrijken. Hij adviseert om het orgel in Meppel op te slaan
vanwege de volgende redenen:
- Opslagplaats op de zolder van een school
of gemeentehuis is minder kwetsbaar dan een ruimte achter een orgelwerkplaats.
-
Indien de orgelmaker in financiële problemen komt kunnen er complicaties
optreden.
Kan het orgel zo spoedig mogelijk naar Meppel worden overgebracht?
(08)
De restauratie van de kerk is nog steeds niet
begonnen.
Meppeler Courant 20 maart 1959 (klik op de afbeelding voor een vergroting)
1960: De kerk
wordt gerestaureerd, waardoor de restauratie van het orgel enorme vertraging
oploopt.
Meppeler Courant 1960-09-26 Klik op de afbeelding voor een vergroting
In
januari schrijft de HOC aan de
kerkvoogdij hoe het er voor staat met de geadviseerde maatregelen van Dr. Oussoren.
Op 19 februari schrijft de
kerkvoogdij aan Erné dat ze er inmiddels in zijn geslaagd een ruimte in Meppel
te huren voor de opslag van het orgel. De ruimte is gelijkvloers en droog. Kan
Erné met Ruiter de verplaatsing van het orgel naar Meppel regelen? Graag apart
vervoer en geen vervoer per bode.
Op
26 maart schrijft de HOC aan de
kerkvoogdij dat er contact is geweest tussen orgeladviseur Edskes en Ruiter over de
verplaatsing van het orgel van Groningen naar Meppel. Ook wil de HOC graag een
overzicht van de aan Ruiter betaalde bedragen via afschriften van nota's. Dit
bericht wordt ook doorgestuurd
naar Dr. Oussoren.
Op 26 maart
een brief van de HOC aan Mense Ruiter. De kerkrestauratie begint te vorderen en
de kerkvoogdij wil nu alle orgelonderdelen laten overbrengen naar Meppel. In het
papierpakhuis van Ten Brink is hiervoor een goede locatie gevonden. Ook het
gedemonteerde Rugwerk wordt naar deze plaats overgebracht. De ruimte waar het nu
staat wordt ook gerestaureerd. De pijpen dienen zoveel mogelijk op de windladen
geplaatst te worden. De grote pijpen staand in rekken. Alle kosten komen voor
rekening van de kerkvoogdij. De rijksadviseur wil alle onderdelen graag
inventariseren voor een eventueel andere subsidiering.
Op
6 april schrijft Ruiter aan de HOC
dat alle onderdelen op 8 april worden overgebracht naar Meppel. Ook zal hij het
Rugwerk naar de locatie bij Ten Brink verplaatsen. De kerkvoogdij en de Rijksadviseur worden door de HOC geďnformeerd.
Op
25 april meldt de kerkvoogdij dat
alle orgelonderdelen in Meppel zijn opgeslagen. De kerkvoogdij zal fotokopieën
van nota's en betalingen naar de HOC sturen.
(08)
Tekening van architect W.A. Heineman 12 april 1960 (31)
1961:
Op 23 oktober vraagt het
ministerie van OKW om een restauratieplan. Ondertussen mogen er geen
werkzaamheden aan het orgel worden verricht.
Op
14 november vraagt de HOC aan de
kerkvoogdij of ze datums kunnen noemen voor een vergadering met Erné en Edskes.
Op 6 december doet de kerkvoogdij
aan
de HOC verslag van het gesprek dat ze hadden met Erné en Edskes. De ruimte bij
Ten Brink moet per 1 januari worden ontruimd. De restauratie van de kerk is
zover gevorderd dat het weer- en tochtdicht is. Ook de verwarming werkt. Ruiter
dient een offerte te maken voor het transport dat plaats zou moeten vinden
tussen Kerst en Nieuwjaar. Alle door de HOC gevraagde stukken zijn nog niet
gevonden. Misschien heeft Dr. van Kolmeschate in Delft nog stukken in zijn bezit.
Begin 1962 zullen Oussoren en Erné naar Meppel komen om de toestand van het orgel te
bekijken.
Op 8 december dankt
de HOC de kerkvoogdij voor het toesturen van de gewenste stukken. Zij zullen
Ruiter vragen voor een offerte om de orgelonderdelen over te brengen naar de
kerk. Dit gebeurt op dezelfde dag per
brief.
Op 18 december
antwoord van Ruiter. Hij rekent f 850,- voor het transport. De offerte is
exclusief de zware delen. Deze dienen door een door de kerkvoogdij aan te wijzen
expediteur te worden vervoerd. Plandatum is 27 december.
Op
22 december geeft Ruiter nog een
specificatie van de vervoerskosten op aanvraag van de kerkvoogdij.
(08)
1962: Op 19
januari stuurt de HOC de stukken, die ze van Dr. van Kolmeschate hebben gekregen
door naar de kerkvoogdij.
Op 19
maart vraagt de kerkvoogdij aan de HOC of de rekening van Ruiter met
betrekking tot het orgeltransport correct is. Ook willen ze weten waarom er niet
wordt gewerkt aan de opbouw van het orgel.
Op
3 mei antwoordt de HOC dat de
rekening van Ruiter betaald kan worden.
Op
4 mei vraagt de HOC aan Ruiter
om een offerte te maken voor de volgende werkzaamheden:
a. Speelklaar
opstellen van het rugpositief
b. Is het bedrag van f 2.000,- dat er nog
staat voor etappe 2 met het Hoofdwerk genoeg om de etappe af te maken. Hoe zit het met
de loonkostenstijgingen?
c. Is het bedrag van f 1.100,- voor het
plaatsen van de Dulciaan 16' voldoende?
d. Wat zijn de kosten als het Rugwerk zo
wordt geplaatst dat het zoveel mogelijk buiten de balustrade
valt? Het Hoofdwerk zo plaatsen dat het nog het voor de dwarsbalk staat. De luiken
moeten zo worden ingericht dat er makkelijk kan worden gestemd.
Wanneer kan
er worden gestart met de werkzaamheden?
Op
25 mei komt het antwoord van
Ruiter.
a: f 1450,-
b: Kostenstijging van f 1.600,- ook vanwege de
beschadigde kappen
c. Stijging van f 1600,-
d. Stijging van f 240,-
Door de wijzigingen na de kerkrestauratie op de galerij en het wegvallen van de oude magazijnbalg moet
er een totaal nieuwe windvoorziening worden gemaakt. Deze zal f 2.400,- gaan
kosten.
De werkzaamheden zullen tussen de 10 en 12 weken duren en
kunnen beginnen in augustus.
De balk boven de galerij moet echter eerst
verwijderd worden voordat met het werk kan worden begonnen. Als de balk niet
wordt verwijderd zullen de kosten nog f 1.000,- hoger uitvallen.
Op
25 mei schrijft Ruiter nog een
toelichting en enkele tekeningen waarom de balk verwijderd zou moeten worden. Er zijn
veel wijzigingen nodig aan de orgelkas van het Rugwerk om deze naar voren te kunnen
plaatsen. Het intoneren en stemmen van het Hoofdwerk is zo goed als onmogelijk
als de balk blijft gehandhaafd. Ruiter heeft tijdens de restauratie van de kerk
al geprotesteerd tegen het aanbrengen van de balk. Deze balk is er nooit geweest.
(08)
Tekening door Mense Ruiter van 11 mei 1962 Klik op de foto voor een vergroting
Op 21 juni schrijft de HOC aan
Ruiter dat de offerte uitgebreid is besproken met de kerkvoogden. Uit de
bespreking komt naar voren dat er extra informatie nodig is:
-
Loonstijgingen opbouw Hoofdwerk
- Plaatsing Rugwerk buiten de balustrade.
Constructie hiervoor wordt elders verricht.
- Offerte voor de nieuwe
windvoorziening.
Offerte graag opleveren voor 1 juli
Op
30 juni komt Ruiter met de
gewenste gegevens. De lonen zijn sinds 1956 met 60% gestegen. Hierdoor wordt de
resterende post van f 2.000,- verhoogd met f 1.200,- Het herstel van de
beschadigde kappen kost f 400,- Door de nieuwe balk zullen de intonatiekosten
veel hoger uitvallen omdat het pijpwerk niet goed bereikbaar is. Inschatting van
de kosten is
f 1.000,-. Als een extern bedrijf de plaats geschikt maakt dan blijft het installeren van
het Rugwerk staan op f 1.450,-. Hoe de nieuwe windvoorziening ingepast moet
worden is pas goed te zeggen als kas en mechanieken geďnstalleerd zijn.
Op
10 juli meldt de HOC aan de
kerkvoogdij dat ze akkoord gaan met de prijzen zoals Ruiter ze heeft genoemd. Graag
wil de HOC een overleg met de kerkvoogdij en de restauratiearchitect over de nieuw
aangebrachte balk, de uitbouw van het Rugwerk en de gewijzigde
windvoorziening.
Op 2 augustus
schrijft de kerkvoogdij aan de HOC dat de vergadering kan plaatsvinden op 23
augustus.
Op 13 september doet
de HOC verslag van een overleg tussen Edskes en Ruiter. Het resultaat van deze
bespreking is dat Ruiter een nieuw totaalplan maakt inclusief Pedaal en Borstwerk
en het anders te plaatsen Rugwerk. Edskes en Ruiter nemen het nieuwe plan door
en daarna kan het worden besproken met kerkvoogdij en architect.
Op
22 september stuurt Ruiter een offerte voor etappe 3 en 4 (Borstwerk en Pedaal). Het Borstwerk gaat f 15.550,-
kosten en het Pedaal f 27.500,-. Ruiter rekent voor de pedaalkas een stelpost
van f 5.000,-.
Op 24 september
komt er een offerte voor het speelklaar opstellen van Hoofdwerk en Rugwerk. De
kosten belopen f 20.450,-. Niet inbegrepen zijn de kosten van een
staalconstructie voor de gewijzigde opstelling van het Rugwerk. Wel inbegrepen
zijn de kosten voor het toezicht op het plaatsen deze constructie.
Op
28 september wordt een
tekening aan
monumentenzorg, architectenbureau Heineman en de kerkvoogdij
gestuurd.
Op 27 september schrijft Mense Ruiter dat de
nieuw geplaatste tweede balk dwars door het orgel zal lopen, waardoor
de pijpen niet goed kunnen worden opgesteld. Indien de balk wordt vervangen door
een trekstang is het probleem verholpen. Ook ziet hij andere problemen door het gewijzigde orgelbalkon.
Op 9 oktober schrijft Ruiter dat
hij voor de bespreking op 17 oktober geen kans meer ziet een nieuwe tekening te
maken voor de opstelling van het Rugwerk half in de balustrade. Hij kan er wel
voor zorgen dat het Rugwerk grotendeels voor die tijd wordt opgesteld.
Op 10
april meldt Ruiter dat de tekeningen klaar zijn maar dat ze nog vermenigvuldigd
moeten worden. (08)
Links: tekening 27 september 1962 Rechts tekening orgelbalkon ongedateerd Klik
op de afbeelding voor een vergroting
(28)
Links tekening ongedateerd midden tekening 9 april
1963 MR rechts ongedateerd Klik op de afbeelding voor een vergroting (28)
Tekeningen Borstwerk juli 1963 Klik op de afbeelding voor een vergroting (28)
Tekening pedaalkas juli 1963 en orgeldoorsnede 9 april 1963 (28)
1963: Op 1
februari stuurt de HOC een aangetekende brief naar
Mense Ruiter. De afgesproken tekeningen die Ruiter in overleg met Edskes zou maken zijn nog
steeds niet binnen. De HOC geeft hem nog 3 weken de tijd.
Op
15 maart stuurt Ruiter een schema
van de opbouw van het orgel. Ook stuurt hij de gevraagde tekeningen.
maart/april 1963: Rugwerk
mei/juni 1963: Hoofdwerk
juli/september: Borstwerk
oktober
1963/maart 1964: Pedaal
Uit de brief blijkt dat de kassen van het Hoofdwerk en
het Rugwerk al staan opgesteld.
Op 22
maart doet de HOC verslag van een bespreking tussen Oussoren, Edskes en
Ruiter. Ruiter zal voor 1 april de gewenste tekeningen en offerte maken. De
werkzaamheden mogen pas beginnen als er toestemming van het rijk is voor het
gehele plan.
Op dezelfde datum
beschrijft de HOC voor Ruiter de gemaakte afspraken.
Op
23 maart antwoordt Ruiter dat hij
sinds begin maart ziek is en deze week voor de helft aan het werk is. Hij heeft
met Edskes en Erné afgesproken de gegevens te leveren voor 10 april. De
brief wordt ook doorgestuurd naar
Oussoren en de kerkvoogdij.
Op 10
april belt Ruiter dat de tekeningen klaar zijn, maar nog vermenigvuldigd
moeten worden.
De offerte dateert inderdaad van
10 april en bestaat uit 3 delen.
Pagina 1 beschrijft de installatie van Hoofdwerk en Rugwerk inclusief een nieuwe
windvoorziening voor een bedrag van f 30.675,-. Hoofdwerk en Rugwerk zijn al in
de kerk aanwezig. Een staalconstructie voor het Rugwerk is niet inbegrepen.
Pagina 2 beschrijft de bouw van het Borstwerk (Gedekt 8', Fluit 4', Octaaf 2',
Nasard 1 1/3', Sifflet 1', Cimbel III en Regaal 8') en Pedaal (Prestant 16' en
8'gecombineerd, Octaaf 4', Mixtuur VI, Bazuin 16', Trompet 8', en Cornet 4')
voor f 17.050,- en f 32.500,- De pedaalkas kost f 4.500,-.
Pagina 3 bevat een
materiaalspecificatie.
Op 26 april
schrijft organist Nico Verrips aan Mense Ruiter en meldt dat hij vanaf nu meer betrokken
zal zijn bij het restauratieproces en hij heeft hij enkele vragen voor Mense Ruiter.
Op 2 mei
worden de offerte en tekeningen naar de kerkvoogdij gestuurd. Wanneer kan de HOC
dit met de kerkvoogdij doornemen?
Op
14 mei schrijft Mense Ruiter:
1. het Rugwerk is in 1955 speelklaar opgesteld. Daarna zijn de orgeldelen
enkele keren verplaatst. Daar zijn ze niet beter van geworden.
2.
de verbetering van de mechaniek kost 3 weken volgens punt 12
3. de trekbalk
of trekstang blokkeert de toegang tot het Hoofdwerk
4. het orgel zou vanwege
punt 3
iets verder naar achteren moeten staan.
5. Nachthoorn f 1200,- en Cornet f
1500,- ingebouwd
6. De mechaniek voor de koppeling van het Rugwerk naar het
Pedaal is al ingebouwd. Volgens de HOC zou dit verwijderd moeten worden. Dat is
onzin en kost alleen maar geld.
Op
20 mei stuurt Mense Ruiter foto's van de stand van de Rugwerkkast. Er zijn lichtdrukken naar Den Haag
gezonden.
Op
23 mei wordt een verslag van de
vergadering op 17 mei met de HOC, vertegenwoordigers van de
kerkvoogdij en cantor-organist Nico Verrips
gemaakt.
Uitgangspunten:
-Het
OC-rapport
-Het al gedane werk is akkoord
-Bij het gereedkomen van de
kerkrestauratie dient het Rugwerk speelklaar te zijn.
'1. Het Rugwerk moet weer in de balustrade worden geplaatst. Dit is ook een eis van
monumentenzorg. De balken kunnen volgens de architect worden verwijderd.
2. De nieuwe dispositie van het Pedaal is niet akkoord. Men wil vasthouden aan de
oorspronkelijke 8 registers in plaats van 6 registers. Ook de transmissie
tussen Prestant 16' en Prestant 8' is niet wenselijk. Het liefst heeft men een
Bourdon 16' en een Prestant 8.
3. De koppeling tussen Rugwerk en Pedaal wordt
gehandhaafd.
4. In Hoofdwerk en Rugwerk moeten de stalen wellenborden vervangen
worden door
wellenborden van hout. In de laatste alinea van de offerte van Ruiter komt een
materiaalkeuze voor waar Ruiter geen verantwoordelijkheid voor wil nemen. Wat
houdt dit in en wie is verantwoordelijk
5. Wat is de situatie rond de
subsidieverlening nu er een nieuw plan ligt? Op maandag 10 juni wordt er een
vergadering in Meppel belegd waarbij de architect en de orgelmaker ook aanwezig
zullen zijn.
Op 28 mei stuurt
de HOC een
brief aan Oussoren. Men wil een gesprek met Oussoren om te
regelen dat het Rugwerk bij het afsluiten van de kerkrestauratie bespeelbaar is.
Op 28 mei schrijft de HOC aan de
kerkvoogdij dat zowel Erné als Edskes aanwezig kunnen zijn bij de vergadering
van 10 juni. Ook regelt de HOC een vergadering tussen kerkvoogdij en Oussoren 's
middags in Den Haag.
Op 1 juni
komt het voorstel van de HOC om de vergadering van 10 juni in Meppel zonder
Ruiter te houden omdat hij financieel belanghebbend is.
Op
7 juni schrijft de kerkvoogdij
aan de HOC dat nu niet meer kies is om Ruiter niet uit te nodigen voor 10 juni. Wel
kan een deel zonder hem besproken worden.
Op
7 juni schrijft Mense Ruiter dat
de orgelkas weer op de oude plaats moet worden opgesteld. De trekstang kan door
de orgelkas. De offerte van 10 april is uitgewerkt volgens de richtlijnen van
Edskes en Erné. De uitvoering van de punten 3 en 5 vindt hij zinloos.
Het
nieuwe Borstwerk dient zijn stalen wellen te behouden wegens de beschikbare
ruimte. Ook de ingebouwde lessenaar van punt 10 kan blijven gehandhaafd.
Hierdoor kan f 6.500,- worden bespaard. Hiervoor kan een extra stem op het
pedaal komen. Van de originele speeltafel en van de mechaniek is niets bewaard
gebleven. Een windvoorziening met 3 of 4 spaanbalgen heeft niet zijn voorkeur.
Op
12 juni volgt er een verslag van
de vergadering van 10 juni te Meppel.
Het orgel wordt zoveel mogelijk voor de
balustrade geplaatst. Het daarvoor benodigde bedrag wordt subsidiabel gemaakt.
De metalen wellenborden dienen te worden vervangen door houten wellenborden.
De werkwijze met metalen wellenborden is inmiddels achterhaald. De kosten voor vervanging zijn
subsidiabel. De windladen moeten op een andere manier worden vervaardigd en voldoen aan de eisen van nu. Er bestaan geen bezwaren voor het handhaven van
de koppel Rugwerk/Pedaal. Uitbreiding van de pedaaldispositie met een 2 voets-register
en een eventueel een Gedekt 8' dient nader te worden bezien. De al gemaakte
kosten worden bij het toekennen van subsidie als eerste termijn gezien. Het
werk mag pas worden begonnen nadat het totale plan van rijkswege is goedgekeurd.
Oussoren vraagt zich ook af of Ruiter het werk wel aan kan. Het idee om het
orgel door Ruiter 'in elkaar te laten zetten' en later na te denken over een 'echte'
restauratie wordt onaantrekkelijk gevonden.
Er dient te worden gekozen uit de
volgende twee mogelijkheden:
1. Ruiter maakt de restauratie van Hoofdwerk en
Rugwerk af en op grond van de bereikte resultaten kan hij verder met Borstwerk
en Pedaal.
2. In overleg met de rijksadviseur kiezen voor een andere
orgelmaker.
Een vervolgvergadering met Ruiter wordt op 18 juni gepland.
Op
14 juni wordt de afspraak op 18
juni bevestigd.
Op 24 juni maakt architect Heinemann een verslag van de
vergadering op 18 juni. Over het orgel wordt het volgende afgesproken: het Rugwerk wordt op de oude plaats in de balustrade ingepast en steekt dan 50cm
binnen de balustrade. Onder het Rugwerk komt een afneembaar plafond om de
windlade te kunnen bereiken. De trekbalk dient ter hoogte van de orgelkas te
worden vervangen door een trekstang.
Ook de HOC maakt een
verslag van deze vergadering,
waarin de aanwezigen letterlijk worden geciteerd. Aanwezig waren van de HOC
Erné, Edskes en de Waard, Kerkrestauratiecommissie: Van de Honing en verder Nico
Verrips en Mense Ruiter.
Hopelijk zal de restauratie van het orgel vlotter
verlopen dan de restauratie van de kerk. Eerst wordt er vergaderd zonder
orgelmaker Ruiter. Ruiter dient een zodanige technische omschrijving en tekening
te maken dat verwarring is uitgesloten. Hij dient een bankgarantie te geven en
het voorstel moet voor alle partijen acceptabel zijn. Ruiter zal weer een
totaalplan maken wat op 1 juli in Amersfoort met de HOC en Nico Verrips zal worden
doorgenomen. Op 22 juli dient alles vast te staan en kan dan ter goedkeuring aan
het rijk worden aangeboden. Als de kerkrestauratie in september is afgesloten
kan Ruiter op 1 oktober beginnen. Ruiter verwacht de volgende doorlooptijden:
Hoofdwerk zes maanden, Rugwerk twee maanden, Borstwerk drie maanden en Pedaal
eveneens drie maanden. De verdere afwerking kost dan nog eens twee maanden. Het orgel
zou dan eind januari 1965 gereed kunnen zijn.
Op
20 juni wordt Oussoren door de
HOC op de hoogte gesteld van de laatste ontwikkelingen. Hij wordt er op gewezen dat
'men niet van Ruiter af kon komen' en dat over de plaats van het orgel
overeenstemming is bereikt. Bijgesloten worden de brieven aan de kerkvoogdij en
aan Ruiter. In de brief aan de kerkvoogdij memoreert de HOC dat aan het
adviestraject kosten zijn verbonden, die nog nooit
door de
kerkvoogdij zijn betaald. Er is er op 29 oktober 1962 een rekening gestuurd, maar deze is
nooit voldaan. Men wil een nieuwe rekening nu baseren op de door het rijk geaccepteerde
eerste termijn van de orgelrestauratie.
Voor Mense Ruiter worden de op 18
juni gemaakte afspraken bevestigd. De plaats van het
Rugwerk met de achterkant 50 cm achter de balustrade wordt bevestigd. De onderzijde
van het Rugwerk moet goed bereikbaar zijn. De trekbalken bij het orgel
worden vervangen door ijzeren trekstangen.
Op
20 juni schrijft de HOC aan de
kerkvoogdij over de afspraken voor de plaatsing van het Rugwerk.
Op
20 juni schrijft de HOC aan de
kerkvoogdij dat er voorlopig alleen de directe kosten zoals reiskosten en dergelijke
in rekening worden gebracht.
Op 20
juni schrijft de HOC aan Ruiter dat er een nieuw plan voor de
orgelrestauratie nodig is nu de restauratie van de kerk over enkele maanden
gereed zal zijn. Op maandag 1 juli is er een overleg te Amersfoort tussen
orgelmaker, organist, Erné en Edskes om te bespreken wat er aan de plannen
moet worden gewijzigd. Twee weken later zal dan het gewijzigde plan gereed
moeten zijn.
Op
25 juni bericht de HOC dat
architect Heinemann Erné om een tekening van het Rugwerk heeft gevraagd.
Op
28 juni stuurt Heinemann een
tekening naar Erné met de sparing in het balkon.
In
juli een kort verslag van de HOC
over de bespreking in Amersfoort met Erné, Edskes, Hülsmann en Verrips en een
tweede gesprek in Groningen tussen Edskes en Erné. De tekeningen van Ruiter waren
nu veel verder uitgewerkt, maar nog niet helemaal voldoende. Ook de
materiaalbeschrijving was nog niet beschikbaar.
Op
20 juli een uitgebreide offertevan
Ruiter
inclusief een tekening van het vooraanzicht van het Borstwerk.
Op de
eerste 2 pagina's staan alle werkzaamheden met bedragen voor de installatie van
Hoofdwerk en Rugwerk inclusief een drieklaviers speeltafel en een windvoorziening
voor het totale orgel. Dit deel van de offerte bedraagt f 39.385,-
Op blad 3
en 4 volgt een beschrijving van de te gebruiken materialen.
Blad 5 bevat de
leveringsvoorwaarden met de betaaltermijnen per werk.
Op blad 6 de tekening
van het Borstwerk en klaviatuur.
Op de laatste pagina de geschatte
opleverdatums.
Er is nog een apart blad
voor het Borstwerk en het Pedaal. Handgeschreven zijn de mensuren toegevoegd.
Op 8 augustus schrijft de HOC aan
Ruiter dat zij zich in grote lijnen met de omschrijving en de vijf tekeningen
kunnen verenigen. Graag wil men nog wel een opgave zien van de labiumbreedte van
het nieuwe pijpwerk en de mensuren van de Dulciaan 16'. Ook graag een mensurenstaat van
het oude pijpwerk om te kunnen zien of het nieuwe pijpwerk daarmee aansluit.
Later kan er een bespreking plaatsvinden voor definitieve
afspraken. De ontvangen stukken worden doorgezonden naar de kerkvoogdij
en Oussoren. Zie brief.
Op
14 augustus een interne notie
door de HOC. Ds. Schaap is tevreden over de nu bereikte resultaten. Er worden
datums genoemd voor besprekingen.
Op
16 augustus een briefje naar
Edskes met een vraag van architect Heinemann of de galerij zo kan worden uitgevoerd
als op de tekening van 28 juni.
Op
22 augustus een briefje naar
Edskes dat het architectenbureau de tekening naar hem toestuurt om te beoordelen
of de galerij volgens de tekening kan worden uitgevoerd.
Op
27 augustus wordt door de HOC
aan kerkvoogdij en architectenbureau bevestigt dat de galerij volgens de tekening
vervaardigd kan worden.
Op 30
augustus stuurt Ruiter een opgave van de mensuren van Hoofdwerk en Rugwerk.
Op 6 september is er een interne HOC-notitie
dat er een bespreking is gepland in Meppel op 12 september om 10:00 uur. Ruiter
schuift later aan. Ook dient overleg plaats te vinden over een eventuele noodvoorziening tussen
het gereedkomen van de kerkrestauratie en het opleveren van het orgel.
Op
13 september schrijft Mr. Bongers
uit Meppel dat Erné hem opbelde dat de restauratie gestalte begint te
krijgen. De leveringsvoorwaarden dienen zeer goed te worden geformuleerd. 'R.
is een gladde vogel'.
Op 16
september schijft Ruiter aan Erné dat de leveringsvoorwaarden nu verstuurd
kunnen worden. Dit heeft vertraging opgelopen door de afwezigheid van de directeur
van de bank.
Op 16 september
stuurt Ruiter de gewijzigde leveringsvoorwaarden naar de HOC.
Interne memo van
17 september van de HOC. De
nieuwe leveringsvoorwaarden lijken ongunstiger dan de eerdere: Lunch in plaats
van melk,
materiaalprijsstijgingen, toezicht HOC.
Op
19 september een brief van de
kerkvoogdij aan de HOC dat ze de rekening van de HOC pas betalen als de HOC de
aanvraag voor de subsidie van het reeds uitgevoerd werk hebben ingediend.
Op 23 september
antwoordt de HOC dat de in rekening gebrachte kosten reis- en verblijfkosten
zijn, die niet onder deze afspraak vallen.
Op
9 oktober schrijft de kerkvoogdij
dat het contract inmiddels door Ruiter en de kerkvoogdij ondertekend.
Toegevoegd zijn enkele aanvullingen in een
bijlage.
Op
11 oktober zegt de HOC aan de
kerkvoogdij toe om een conceptbrief te maken voor de subsidieaanvra
Op
22 december geeft Ruiter door aan
de HOC dat hij weer is begonnen met de fijne na-intonering, omdat zijn vrouw nu
zover hersteld is dat hij weer van huis kan. De omstelling van de Cymbel en de
Scherp is inmiddels afgerond. Erné krijgt bericht zodra alles is afgerond. (08)
(28)
Het
Orgel 1965-01
1965: Op 20
januari schrijft Ruiter een brief aan de HOC over 9 of 7 pijpen per toren. In
1955 was hij van mening dat 9 pijpen te veel was.
Op
16 februari wordt het
restauratieplan door het ministerie van OKW goedgekeurd. Er wordt een subsidie
van 50% verleend op de werkzaamheden aan het Hoofdwerk en het Rugwerk op basis van f
72.538. De subsidie bedraagt dus maximaal f 36.269,- Voor het toevoegen van een
Borstwerk en een Pedaal dient nog een plan te worden ingediend.
Op
26 maart brieven van de HOC naar
kerkvoogdij en Ruiter voor een nieuwe bespreking op 6 april in Meppel.
Op
30 maart een brief van Ruiter
over de gewijzigde prijzen voor Borstwerk, Pedaal en pedaalkas.
oorspronkelijk
nieuw
Borstwerk
18.750,-
22.350,-
Pedaal
38.540,-
46.300,-
Pedaalkas
8.000,-
9.200,-
Op dezelfde datum meldt Ruiter
dat Erné en Edskes eind februari het orgel bespeeld hebben voor het controleren
van de intonatie. Hij dacht het werk af te hebben, maar er waren nog een
aantal opmerkingen:
- De winddruk verhogen tot 79mm. Dat is voor het
Hoofdwerk + 15% en voor het Hoofdwerk + 10%
- De Prestant 8' van het
Hoofdwerk moet worden vervangen door een exemplaar met de oude onregelmatige mensuur
in 40% tin. Om de kosten te drukken zou de huidige Prestant 8' kunnen worden
hergebruikt in de Octaaf 8' en de Octaaf 4' van het Pedaal.
Daarna hebben ze samen de
werkplaats van Ruiter bezocht om het Borstwerk in aanbouw te bezien. Men was
tevreden. Volgende week worden de mensuren van het Borstwerk vastgesteld.
Omdat
Ruiter al tijdens het intoneren tegenvallers had in het oude pijpwerk (kanker-gaatjes,
losse kernen en naden etc.) stelt hij nu voor de extra intonatiewerkzaamheden op
nacalculatiebasis te doen. Het vervangen van de Prestant kost ca. f 2.000,- Deze
vrij lage prijs zou inhouden dat de huidige Prestant uit kostenoverwegingen niet
zou hoeven te worden hergebruikt in het Pedaal. Ruiter vraagt van de HOC akkoord
op bovenstaande werkwijze. De Dulciaan 16' is bij Stinkens in bewerking op basis
van de gegevens van Edskes.
Het plan is om daar vanaf 1 maart mee aan de
slag te gaan. Door ziekte van Ruiter is daar niets van terecht gekomen. Hij kan
nu zijn werkzaamheden weer hervatten Wel zijn in Groningen door Edskes en Ruiter de
mensuren voor het Borstwerk definitief vastgesteld. Als deze pijpen binnen zijn
maakt Ruiter de stevels, koppen en hangers. De borstwerk-windlade is nu zover
gevorderd dat deze binnenkort in Meppel kan worden ingebouwd.
Op
14 april stuurt Ruiter een
bijgestelde kostenopgave aan de HOC voor het Borstwerk en het Pedaal. De
bedragen blijven gelijk aan de prijzen in de tabel hierboven.
Op
21 april wordt verslag
gedaan door de HOC van de vergadering op 6 april in Meppel. Besproken zijn de
volgende punten: Winddrukverhoging, aantal pijpen in de fronttorens en tijdstip
van oplevering.
Fronttorens: Ruiter heeft
geprobeerd aan te tonen dat 7 pijpen per toren al in een vroegtijdig stadium was
afgesproken. Op grond van oude foto's kan echter worden aangetoond dat het orgel
9 pijpen per fronttoren bezat. Dit dient te worden hersteld op kosten van de
orgelmaker. Ruiter gaat hiermee akkoord. Men is niet bang dat de
klankuitstraling door 9 pijpen per toren bemoeilijkt zal worden.
Winddruk: De juiste winddruk is de
verantwoordelijkheid van de orgelmaker. De adviseurs treden hierbij op als
controlerende instantie. Deze kan pas definitief worden bepaald als het hele
orgel beschikbaar is.
Oplevering: Op basis van de
doorgegeven bedragen voor Borstwerk en Pedaal kan de HOC geen beslissing nemen.
Ruiter dient deze bedragen te specificeren. Het al uitgevoerde werk aan het
Borstwerk zag er goed uit. Er dient echter nog wel een aantal verbeteringen aan
de mechanieken te
worden uitgevoerd. Ook heeft Ruiter te laat de vertraging wegens
ziekte gemeld. Hij hoopt het orgel voor Kerst te kunnen afronden, mits het pijpwerk op
tijd arriveert.
Op 18 mei meldt de HOC dat de
specificatie van Ruiter is ontvangen en goed bevonden op de post van f 400,- na
voor een viertal proefpijpen. Deze is voor rekening van Ruiter. Aan Ruiter kan
nu de definitieve opdracht worden verstrekt. Bij het ministerie van OKW wordt nu
ook subsidie aangevraagd voor het Borstwerk en het Pedaal op basis van een
bedrag van f 85.000,- Ook wordt toestemming gevraagd om het werk door Ruiter te
laten uitvoeren.
Op 14 juni
geeft de kerkvoogdij aan de HOC door dat er aan Ruiter opdracht kan worden
gegeven voor het maken van het Borstwerk en het Pedaal.
Op
15 juni geeft de HOC Ruiter de opdracht.
Op
18 juni meldt Nico Verrips aan de
HOC dat hij via de kerkvoogdij Ruiter opdracht heeft gegeven de doorspraak in
het Rugwerk en hangers in het Pedaal te repareren. Hopelijk heeft dat geen
gevolgen voor de planning van de verdere restauratie. Hij vraagt hoe het ervoor staat met het Borstwerk.
Op
22 juni schrijft de HOC aan de kerkvoogdij of deze opdracht niet indruist
tegen de gemaakte afspraken. Ze willen uitstellen tot juli.
Op
22 juni een brief van Ruiter aan
de HOC. Hij bevestigt de ontvangst van de definitieve opdracht. Het technische
gedeelte van het orgel is dit jaar gereed. Het klinkende gedeelte is afhankelijk
van de tijdige levering van het pijpwerk door Stinkens. Omdat het nog een tijd
duurt voordat het Hoofdwerk geheel gereed is wil Ruiter graag een extra termijn
van f 9.200,- ontvangen voor het Pedaal. De intonatie van het Hoofdwerk kan
pas geheel worden afgerond als het Hoofdwerkfront geheel gereed is.
Via een
andere brief op 22 juni meldt
Ruiter aan de HOC dat hij weer ziek is. Hij heeft daarom vervroegd vakantie
genomen, maar moest weer terugkomen omdat het daar alleen erger werd.
Op
25 juni geeft de HOC deze
vertraging door aan de kerkvoogdij.
Op
5 juli schrijft mevr. Ruiter aan
de HOC dat haar man in het ziekenhuis is opgenomen voor een niersteen operatie.
Op 6 juli geeft de HOC de ziekte
van Ruiter door aan de kerkvoogdij.
Op
16 juli stuurt Stinkens een
rekening naar Ruiter voor het labiale pijpwerk van het Borstwerk van f 2.298,-
Op 2 augustus een interne notie
van Erné. De kerkvoogdij van Meppel heeft gebeld dat bij het aanzetten van de
motor enkele registers gingen 'praten' en er waren 'piep-geluiden'. Erné heeft
mevr. Ruiter gebeld, die al aardig opknapt. Deze zal zorgen dat een medewerker
naar Meppel gaat om het probleem te verhelpen. Ruiter zelf is ook weer thuis, maar
mag nog niet werken.
Op 4 augustus
een brief van mevr. Ruiter aan de HOC met de voortgang van het Borstwerk.
-
Het pijpwerk van Stinkens is gearriveerd.
- De borstwerklade met
mechaniek is in het orgel gemonteerd.
- De Dulciaan 16' voor het
Hoofdwerk is nog niet binnen.
- De pedaallade is in bewerking
-
De pedaalkas is in september gereed en kan in de kerk worden geplaatst
-
Het pijpwerk voor het Hoofdwerkfront zal half september gereed zijn.
-
Mense Ruiter knapt op, maar mag nog niet werken.
- Kan de factuur van
Stinkens ter betaling worden doorgestuurd naar de kerkvoogdij?
Op
3 september weer een brief van
mevr. Ruiter. Hij kreeg op 8 augustus een infectie. Inmiddels knapt hij weer wat
op, maar komt deze maand nog niet aan werken toe.
Er wordt deze maand
overlegd omtrent de mensuren van het pijpwerk van het pedaal met Edskes. De
pedaalkas kan zeer waarschijnlijk half september in de kerk worden geplaatst.
Ook de pedaallade vordert goed. De Dulciaan 16' is deze week in Groningen
aangekomen.
Op 10 september
schrijft de kerkvoogdij aan organist Nico Verrips dat de contacten met Ruiter
dienen te verlopen via de kerkvoogdij en de HOC.
Op
27 september weer een
voortgangsverslag van mevr. Ruiter. Ruiter kan nog steeds niet werken. Misschien
lukt dit half oktober.
De nieuwe frontpijpen van het Hoofdwerk zijn geplaatst.
Ook de pedaalkas is geplaatst. De windlade van het Pedaal is vergaand gereed en
door Edskes enkele weken terug bekeken. De lepels voor de Regaal 8' van het
Borstwerk zijn in bewerking. Het labiale pijpwerk voor het Borstwerk is
voorgeďntoneerd. De rekening van de termijn van f 9.200,- voor de pedaalkas is
meegestuurd.
Op 28 september
een interne notie van de HOC. Moeten de brieven van mevr. Ruiter en de
rekeningen van Ruiter en Stinkens nu worden doorgestuurd naar de kerkvoogdij?
Op een memobriefje van 28 september
een noodkreet van de secretaris van de HOC of hij nu eindelijk alle informatie
van Ruiter en Stinkens kan doorsturen naar de kerkvoogdij. Krijgt hij geen
antwoord dan zendt hij 'de hele santenkraam' naar de kerkvoogdij.
Op
30 september een brief van Ruiter
aan de HOC wanneer de factuur van Stinkens voor het pijpwerk van het Borstwerk
nu wordt betaald.
Op 26 oktober
een brief van de HOC aan de kerkvoogdij met daarin de informatie uit de brieven
van mevr. Ruiter over de ziekte van haar man. Erné heeft inmiddels de werkplaats
in Groningen bezocht. De pedaallade is bijna klaar en kan binnen enkele weken naar
de kerk worden overgebracht. Het labiale pijpwerk voor het Pedaal is besteld.
Over de tongwerken dient nog overleg plaats te vinden.
Bij zijn bezoek aan de
kerk bleek het volgende:
- Het nieuwe pijpwerk voor het front van het
Hoofdwerk is aangekomen en geplaatst, maar nog niet geďntoneerd
- Het Borstwerk
is aangesloten op Manuaal III. Het pijpwerk is nog niet
geďntoneerd.
- De pedaalkas met loopplank en steunen tussen Hoofdwerkkas en
Pedaalkas is geplaatst.
De termijnrekening van f 9.200,- voor de pedaalkas kan worden
betaald. De rekening van Stinkens kan rechtstreeks betaald worden.
Op 27 oktober meldt Ruiter dat de
pedaalwindlade inclusief mechaniek, registratuur en balg naar de kerk is
overgebracht. De montage is in gang. Het labiale pijpwerk voor het Pedaal wordt
nu gemaakt bij Stinkens. De Vox Humana is in bewerking bij Ruiter. Ruiter kan
zelf weer halve dagen werken. Als de Dulciaan 16' en de Vox Humana zijn
geplaatst graag een overleg met de HOC over de intonatie. (08)
(28)
Ongedateerde detailtekening (28)
1966:
Op 28 januari schijft Ruiter aan
de HOC dat het labiale pijpwerk op 15 februari in de kerk zal arriveren. De
Dulciaan 16' is inmiddels voorgeďntoneerd en zal worden gemonteerd. Ook
zijn de tongwerkproefpijpen gereed en kunnen worden uitgeprobeerd.
Op
1 april schrijft Ruiter aan de
HOC dat het pijpwerk voor het Pedaal nog steeds niet door Stinkens is geleverd. De planning is
nu 15 april. Ook bij Stinkens blijkt er achterstand te zijn door ziekte bij
het personeel.
Op 2 april
vraagt Ruiter aan Erné of hij zijn invloed bij Stinkens wil aanwenden om
levering op tijd te laten plaatsvinden.
Op
22 april een interne notitie van
de secretaris van de HOC dat hij advies van Erné wil hebben over een rappel van
de kerkvoogdij van Meppel.
Op 6 mei
een brief van de HOC aan de kerkvoogdij als antwoord op hun vragen omtrent
de voortgang op basis van de brieven van Ruiter. Erné is op 7
april in de kerk geweest, maar heeft nog geen verslag gemaakt. Het labiale
pijpwerk is inmiddels door Stinkens geleverd en in de kerk gearriveerd.
Op
12 mei stuurt Ruiter de factuur
van f 9.329,- van Stinkens voor het pedaalpijpwerk naar de HOC ter fiattering.
Op 1 juni meldt Ruiter dat er
deze week niet in Meppel wordt gewerkt, maar met 3 man in de werkplaats, omdat
dat daar efficiënter gewerkt kan worden. Vanaf 6 juni wordt er weer met 2 man in
de kerk gewerkt, die ook in Meppel logeren. De derde man werkt in de werkplaats aan
de pedaalmixtuur.
Op 23 juni
schrijft de HOC aan de kerkvoogdij dat Erné en Edskes op 14 juni in Meppel waren
om de intonatie van het Hoofdwerk door te nemen. Nu is Ruiter 14 dagen met
vakantie en daarna zal hij het Hoofdwerk gaan intoneren. Dit zal eind augustus
gereed zijn en beoordeeld kunnen worden. Verder is hij bezig met proeven voor de
tongwerken. Verwacht wordt dat het orgel eind dit jaar geheel gereed zal zijn.
De nota van f 9.329,- voor het pedaalpijpwerk kan worden voldaan.
Op
21 juli schrijft het ministerie
van OKW dat er een subsidie is toegekend voor de reconstructie van het Borstwerk
op basis van f 23.468,- De bouw van het Pedaal is niet subsidiabel, maar wordt
wel toegestaan.
Op 20 september
schrijft Ruiter aan Erné dat hij 10 pijpen van de zijtorens naar Stinkens heeft
terug
gestuurd voor nieuwe bovenlabia en een nieuw dikker corps. De pijpen zijn weer
terug en moeten worden afgewerkt. In de werkplaats zijn de tongen van 16' en 8'
van het Pedaal in de koppen gepast. Deze gaan deze week naar de kerk. Wanneer
kunt U langskomen?
Op 29
september schrijft Ruiter aan de HOC dat hij wegens griep deze week niet
heeft kunnen werken. Hij is echter weer hersteld. Erné en Edskes waren de ochtend op bezoek in Meppel.
Ruiter werd er op gewezen dat hij de
loonstijgingen nog had moeten doorgeven. Hij doet dat in deze brief.
Op
30 september schrijft de HOC dat
ze eind oktober weer een vergadering willen beleggen met HOC, Orgelmaker en
kerkvoogdij.
Op 7 oktober
wordt de datum vastgelegd op 24 oktober met als deelnemers: Edskes, Erné,
Hülsmann, Moll, Ruiter.
Op 27
oktober een verslag van de vergadering op 24 oktober. Er was vertraging
wegens ziekte, maar de werkzaamheden lopen nu goed. Er wordt met 2 man aan de
intonatie gewerkt. De prestanten van Hoofdwerk en Rugwerk zijn gereed. De Cymbel
en de
Scherp hebben te weinig grondtoon en moeten worden herzien. Nu bezig met de
fluiten. Met de tongwerken worden nog proeven gedaan. Alle benodigde
technische onderdelen zijn nu in de kerk aanwezig. Hierover zijn Erné en Edskes
zeer tevreden.
Er is geen kans dat het orgel met Kerst wordt opgeleverd.
Hoofdwerk en Rugwerk zijn dan grotendeels gereed en misschien een klein deel van
Borstwerk en Pedaal. Forceren heeft geen zin, dat veroorzaakt alleen dat dingen
later weer moeten worden verbeterd.
Het labiale pijpwerk zal 1 februari 1967
gereed zijn. Er lopen nog proeven met de tongwerken, maar verwacht wordt dat een
opdracht tot het maken van deze pijpen over ca. 14 dagen gegeven kan worden.
Levering van de tongwerken in februari 1967. Erné zal dit nauwlettend in de
gaten houden. 1 maart wordt de keuring van het hele instrument verwacht. Met
Pasen is er dus een volledig orgel. Ruiter zal op 1 december, 1 januari en 1
februari een voortgangsverslag maken.
Op
30 november levert Ruiter zijn
voortgangsverslag:
- Er is voortdurend met 1 ŕ 2 man aan het orgel
gewerkt.
- De Octaaf 2' en de Quint 1 1 /3' zijn klaar
- De
Scherp van het Rugwerk is herzien en beoordeeld door Erné, Edskes en Hülsmann
-
De Cymbel is nog niet helemaal goed. Daar wordt nog aan gewerkt.
- Een
gedeelte van de Fluit 4 is ook geďntoneerd
- De pedaaltongwerken zijn
beoordeeld. De bekers kunnen nu besteld worden. (08) (28)
1967:
Op 4 januari stuurt Ruiter weer
een voortgangsverslag.
- De Cymbel van het Hoofdwerk is bijna klaar
-
De Fluit 4', Fluit 2' en Quint 3' van het Rugwerk zijn onderhanden.
-
De Gedekt 8',
Fluit 4' en Quint 3' van het Hoofdwerk zijn bijna klaar
- Bij het Borstwerk
is
gestart met Holpijp 8', Fluit 4' en Octaaf 2'
- De maten van de
tongwerken zijn aan de pijpenmakers doorgegeven.
- Een week niet gewerkt
wegens griep
Op 12 januari
meldt Ruiter dat hij weer is hersteld en aan het werk.
Op
6 februari een volgend voortgangsverslag:
-
Er is voornamelijk geďntoneerd aan de labialen van het Borstwerk
- De Octaaf
4' en de Gedekt 8' van het Pedaal zijn bijna geďntoneerd
- Volgens
Edskes komt Erné binnenkort langs. Ruiter zou graag van hem horen wat hij er van
vindt.
- Vanwege zijn ziekte loopt hij iets achter
- De bekers
van de tongwerken komen volgens Stinkens midden februari
Op
10 februari een brief van de HOC
naar de kerkvoogdij. Het labiaalpijpwerk van de manualen is deze week gereed
gekomen. Ruiter is bezig met het pedaal. De tongwerken van het pedaal zijn over
14 dagen aanwezig. Ruiter loopt op dit moment 22 dagen achter op schema. Datgene
wat gereed is, is van goed niveau.
Op
5 maart stuurt Ruiter weer een
voortgangsverslag:
- Van het Pedaal zijn de Prestant 16', Prestant 8' en
de Gedekt 8' klaar
- Er wordt gewerkt aan de Mixtuur van het Pedaal en
de Scherp van het Borstwerk.
- De tongwerkbekers zijn verlaat en
arriveren volgens Stinkens deze week.
Op
15 maart een verslag van het
bezoek dat Edskes en Hülsmann op 8 maart aan het orgel brachten. Ruiter
krijgt de labialen gereed voor de afgesproken datum. De tongwerken komen deze
week. Het intoneren kost een week per register. Het orgel zal dus niet voor
Pinksteren gereed zijn. Niemand heeft tot nu toe goed vat op Ruiter gekregen,
maar wat gereed is, is fraai.
Op
5 april stuurt Ruiter de rekening van 8 maart van Stinkens van f 4.000,-
voor de 4 tongwerken van het Pedaal (Bazuin 16', Trompet 8', Trompet 4', Cornet 2') naar de HOC.
Op 6
april weer een voortgangsverslag van Ruiter:
- De labiaalstemmen
zijn praktisch klaar. Alles nog een keer nalopen en rein stemmen
-
De tongwerkbekers zijn op 10 maart aangekomen
- Het maken van de hangers
voor de tongwerkbekers vordert goed. Door een fout van een werknemer zijn een paar
dagen verloren. De stevels zijn op de stokken gemonteerd. De Bazuin 16' en Trompet
8' worden volgende week in het orgel geplaatst
- De andere tongwerken
duren wat langer omdat een werknemer is vertrokken nadat ik hem aanwijzingen gaf
hoe wat sneller te werken
- We werken in ploegen. Werknemers overdag en
ik 's nachts.
- Deze week zelf niet kunnen werken wegens griep. Ga
donderdag of vrijdag weer naar Meppel
Op
25 april een brief van de HOC aan
de kerkvoogdij. De nota van Stinkens van f 4.000,- voor de tongwerken van
het pedaal kan worden betaald. Erné geeft de volgende stand van zaken:
-
De Vox Humana van het Borstwerk staat op de lade. Ruiter is begonnen met de
intonatie
- De andere tongwerken komen op 24 april naar de kerk
-
Vanwege zijn fragiele gezondheid is het niet verstandig Ruiter op te jagen. Het
wordt een fraai instrument
- De labiaalstemmen van het pedaal doen het
goed
Op 25 mei schrijft
Ruiter dat hij die week niet heeft kunnen werken wegens zware hoofdpijn en
vermoeidheid. Wel heeft zijn personeel aan het orgel gewerkt. Hij denkt volgende
week weer verder te kunnen gaan met het intoneren.
Op
3 juni meldt Ruiter dat hij nog
steeds niet heeft kunnen werken.
Op
8 juni schrijft Ruiter dat hij
waarschijnlijk 13 juni weer aan het werk gaat.
Op
19 juni schrijft Ruiter dat hij
het werk weer gaat hervatten. Van zijn arts moet hij met de trein reizen en
gewone werkdagen maken.
Op 18
augustus schrijft Ruiter dat er deze week niet aan het orgel is gewerkt.
Ruiter moest zich met de werkplaats bemoeien en Weesjes liep vast met het
vergulden van de frontpijpen. Volgende week gaat Weesjes weer verder met het
vergulden van de frontpijpen en Smith met het stemmen van de labialen. Woensdag
hoopt hij weer verder te gaan met de tongwerken. De Dulciaan 16' is gemonteerd en de discant aan het spreken gebracht. Er zijn membranen aangebracht op de
Dulciaan 8', zodat hij makkelijker te bewerken is. Dit geldt ook voor de Vox Humana.
Op 29 september schrijft de HOC
aan Ruiter vanwege vragen over de voortgang door de kerkvoogdij. Erné heeft
gesproken met Ruiter en daaruit kwam dat het orgel voor Kerst gereed zou kunnen
zijn.
Op 13 oktober zegt
Ruiter in een brief dat de gevraagde informatie voor het Hoofd- en Rugwerk naar de
HOC zijn gestuurd. De logiesnota is met f 264,90 verlaagd en op f 1819,- gekomen.
Deze nota wordt tegelijkertijd ingediend met die voor het Borstwerk.
Op
11 oktober dient de Ruiter een
aantal nota's met achterliggende specificaties in voor een totaalbedrag van f
22.901,45. Dit betreft de volgende punten:
omschrijving
kosten
2. offerte
verbetering windladen Hoofdwerk en Rugwerk
f 1.823,50
7. offerte
Wijzigingen hoofwerk- en rugwerkkas
f 3.283,90
Bouwkundige voorzieningen
f 1.529,00
Wijziging front
f 3.755,65
Wijziging Cymbel en Scherp
f 1.208,40
5. offerte
Dulciaan 16'
f 2.700,00
6. offerte
Intonatie Hoofdwerk
f 1.800,00
Kosten loonstijgingen
f 4.982,00
Logieskosten
f 1.819,00
------------
Totaal
f 22.901,45
Deze nota's worden op 7 november door de HOC aan de kerkvoogdij doorgestuurd.
Erné heeft de nota's gecontroleerd en in orde bevonden.
In de begeleidende
brief legt Ruiter uit waarom de beloofde termijnen van Hoofdwerk (april 1964) en
Rugwerk (1 juli 1964) zover overschreden zijn.
- De eerste vertraging
was het ver uitlopen van de kerkrestauratie. Hierdoor kon men pas starten
in januari 1964
- Zijn beste houtbewerker is enkele maanden ziek
geweest, daarna halve dagen gaan werken en tenslotte heeft hij ander werk gezocht
-
Ziekte van personeel en hemzelf.
Op
13 december schrijft Ruiter dat
het orgel afgerond is. Ruiter gaat er van uit dat ook dat Erné en Edskes
zeer verheugd zullen zijn. Bijgaand rekeningen en specificaties. Borstwerk en
Pedaal kunnen nu in rekening gebracht worden.
Op 22 december stuurt de HOC de
rekeningen ten bedrage van f 59.117,- door naar de kerkvoogdij.
Bouw Pedaal
f 32.571,00
Bouw Borstwerk
f 20.052,00
Loonkostenstijgingen
f 1.161,75
Loonkostenstijgingen
f 3.351,24
Logieskosten
f 1.981,00
-----------
Totaal
f 59.117,00
De nota's zijn door Erné grondig gecontroleerd en akkoord bevonden. De
loonkostenstijging van 1967 zijn niet in rekening gebracht. De nota's kunnen
worden betaald.
Eind december wordt de
uitnodiging verstuurd voor de
ingebruikname op 5 januari 1968. (08) (28)
1968: Op 3 januari
bedankt de HOC de kerkvoogdij voor de uitnodiging voor de ingebruikname op
vrijdag 5 januari. Cor Edskes zal de geschiedenis van het orgel presenteren.
Lambert Erné en Nico Verrips bespelen het orgel. Daarna is er een avondgebed met
dominee W.A. Verheij.
Op zaterdag 6 januari is er een orgelconcert door Nico
Verrips en op zondag 7 januari wordt het orgel voor het eerste bespeeld in de
eredienst. Ook secretaris S.C.
de Waard, voorzitter J. Moll en adviseur Hülsmann zullen aanwezig zijn. Zie
ook het ingebruiknameboekje en
het artikel in Hervormd Meppel van 6
januari.
Op
22 januari bepaalt de HOC de
vergoeding voor Lambert Erné voor zijn advieswerk voor de fases Borstwerk en
Pedaal. Hij krijgt een vergoeding van 4% van de bouwkosten f 83.563,- van deze
fase is f 3.342,52.
Op 26 januari
stuurt de HOC het keuringsrapport naar Ruiter. Gememoreerd wordt de moeizame voortgang
van de werkzaamheden, maar men is zeer tevreden over het uiteindelijke bereikte
resultaat.
In het keuringsrapport staat dat het orgel kan worden gerekend tot
de belangrijkste orgels in het noorden van Nederland. De samenwerking tussen
orgelmaker en zijn werknemers en adviseurs heeft geleid tot een instrument dat 'enerzijds in zijn totaalklank, anderzijds bij gedifferentieerde
registraties, een imponerend plenum en kleurrijke mogelijkheden biedt.'
Het nieuwe Pedaal sluit aan bij het oude werk en vergroot de mogelijkheden
van het orgel aanzienlijk. Dit geldt ook voor het Borstwerk. De techniek is goed
afgewerkt. Er is een prima speelaard, goede windverzorging en de kassen zijn
mooi afgewerkt. Het orgel is goedgekeurd met de gelukwensen van de commissie.
Op 8 februari dankt Ruiter voor
het keuringsrapport. Hij heeft veel geleerd van de samenwerking met Erné en
Edskes. De secretaris van de HOC zal blij zijn dat alle correspondentie rond dit
orgel kan worden opgeborgen in het archief. De brief van Ruiter wordt
doorgestuurd naar de kerkvoogdij.
Op
25 maart antwoord van de
kerkvoogdij aan de HOC. Ze zijn blij dat er eindelijke een streep kan worden
gezet onder de orgelrestauratie en bedanken de HOC voor de vasthoudendheid en
deskundigheid waarmee de restauratie is begeleid. (08)
Op
29 maart antwoord van de HOC. Ze
zijn blij met de inhoud van de brief van de kerkvoogdij. De dank is wederzijds.
Op 11 mei schrijft Ruiter aan de
kerkvoogdij over de garantievoorwaarden. Het orgel dient eenmaal jaarlijks te
worden gestemd door Ruiter. Er is een
concept-onderhoudscontract. (29)
Op 26 september schrijft de
kerkvoogdij aan de provincie. De subsidie door het rijk is geheel
afgewikkeld. Kan de provincie nu
ook subsidie verlenen?
Op 24
oktober geeft het Bureau monumentenzorg van Drenthe een positief advies aan de
provincie voor het verlenen van subsidie. Het toevoegen van het pedaal wordt door
het rijk niet gesubsidieerd. Misschien is de provincie bereid dit wel te doen
omdat hierdoor de mogelijkheden van het orgel als concertinstrument zeer zijn
toegenomen.
Op 12 november
schrijft de provincie dat ze bereid zijn subsidie te verlenen. (31)
(08) (28)
Nieuwsblad van het Noorden 06-01-1968
Dispositie: Kamp (K), F.C. Schnitger (S), Ruiter (R)
Hoofdwerk | Rugpositief | Borstwerk | Pedaal | ||||
Prestant (R) | 8' | Holpijp (K) | 8' | Gedekt (R) | 8' | Prestant (R) | 16' |
Holpijp (K) | 8' | Prestant (R) | 4' | Gedekte fluit (R) | 4' | Octaaf (R) | 8' |
Quintadeen (K) | 8' | Open fluit (K) | 4' | Octaaf (R) | 2' | Gedekt (R) | 8' |
Octaaf (K) | 4' | Fluit Quint (K) | 2 2/3' | Fluit Quint (R) | 1 1/3' | Octaaf (R) | 4' |
Open fluit (K) | 4' | Octaaf (K,R) | 2' | Sifflet (R) | 1' | Mixtuur (R) | VI |
Nasard (S) | 2 2/3' | Woudfluit (K) | 2' | Scherp (R) | III | Bazuin (R) | 16' |
Octaaf (K) | 2' | Quint (R) | 1 1/3' | Vox Humana (R) | 8' | Trompet (R) | 8' |
Ruispijp (K) | II | Sesquialter (K,R) | II | Cornet (R) | 4' | ||
Mixtuur (K) | III | Scherp (R) | IV | Trompet (R) | 2' | ||
Cimbel (R) | VI | Dulciaan (S) | 8' | ||||
Dulciaan (R) | 16' | ||||||
Trompet (K,S) | 8' |
Foto (01)
Ansichtkaart van het orgel (28)
Meppeler Courant januari 1967
1969: Op 28
januari besluit de gemeente Meppel subsidie toe te kennen.
De provincie
kent subsidie toe. Zie hiervoor de
Notulen (en bijlagen) van de
Provinciale Staten van Drenthe van de vergadering op 13 maart 1969.
(31)
Meppeler Courant
1969-03-07
1971: Op 7
januari schrijft de kerkvoogdij aan Ruiter dat de
NCRV een opname wil maken van
organist Van Laar uit Zwolle. Kan het orgel een tussentijdse stembeurt krijgen?
(29)
Eerste orgelconcours voor amateurs
Nieuwsblad van het
Noorden 27-09-1971
1972: Grammofoonplaat opname van de 6
triosonates van Johann Sebastian Bach door de organist Daniel Chorzempa.
Meppeler Courant
1972-06-09
1973: 250-jarig bestaan van het orgel
en tweede amateur-orgelconcours.
Nieuwsblad van het Noorden 30-06-1973 Klik op de afbeelding voor een
vergroting
Nieuwsblad van het
Noorden 25-08-1973, Tubantia 21-07-1973
Nieuwsblad van het
Noorden 24-09-1973
1973: Recensie van een LP-box, die
Daniël Chorzempa maakte van de triosonates van Bach.
Nieuwsblad van
het Noorden 15-10-1973, Tubantia 02-11-1973 (klik op de rechter afbeelding
voor een vergroting
1989: Flentrop voert een herintonatie uit. De
herintonatie heeft voornamelijk betrekking op de tongwerken.
1990:
Jan Jongepier schrijft in Het Orgel van 1990-07/08 een uitgebreid
artikel over het orgel: 'Orgel
van Meppel door herintonatie herboren''.
Foto: Bert Kiewiet.
1991: Ewald Kooiman neemt
ook de
triosonates van Bach op in Meppel
Nederlands dagblad
23-11-1991
1992: CD Drentse Orgels door Erwin Wiersinga
Leeuwarder courant
10-07-1992
2007: Naast het orgel worden aan de linkerkant van het orgel door Flentrop twee nieuwe spaanbalgen geplaatst.
2014: Orgelmaker Reil voert groot onderhoud
uit.
Het contract met een beschrijving van de uit te voeren werkzaamheden en
een aantal stelposten werd op 18 maart 2013 afgesloten. (05)
Korte samenvatting
van de uitgevoerde werkzaamheden:
Er is historisch onderzoek gedaan
door Rudi van Straten (adviseur van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)
en de orgelbouwer zelf.
Dit heeft geresulteerd in een
rapport waarin de inscripties van het pijpwerk
zijn geanalyseerd. (05)
Er zijn weinig inscripties van Jan Harmens Kamp gevonden. Wel een oude reeks in de
Quintfluit 3' van het Rugwerk.
Franz Casper Schnitger heeft veel inscripties
gemaakt op het labium. Verder inscripties van Zwier van Dijk, Proper en
Spiering. Uit de jaren '60 dateren de inkt-inscripties van Mense Ruiter.
Het orgel is op zaterdag 7
juni 2014 gepresenteerd met een concert door de cantor-organist van de kerk, Mannes
Hofsink. (02)
Meppeler Courant 2014-05-02 en 2014-06-04
2016: Cd door Mannes Hofsink op het label
Tulip
records
2021: De kerk wordt na het samengaan van Hervormd en
Gereformeerd niet meer voor de eredienst gebruikt.
De Stichting Grote of Mariakerk
wordt opgericht. De stichting heeft tot doel het beheren en
exploiteren van de kerk. (13)
2023: De kerk is voor 1
euro verkocht aan uitvaartonderneemster Annerie Kremer. Zij wil de kerk
gebruiken voor culturele activiteiten zoals lezingen, concerten, congressen en
uiteraard uitvaarten.
Dagblad van het Noorden 05-12-2023 (Klik op de afbeelding voor een
vergroting)
2024: De handtekeningen voor de verkoop zijn
gezet.
Dagblad van het
Noorden 27-06-2024
Literatuur:
Schrijver | Boek of tijdschrift | Omschrijving |
Jan Jongepier | Het orgel 1990/07 | Orgel van Meppel door herintonatie herboren |
KNOV | Het orgel 1965/01 | Orgelbouwnieuws |
Nico Verrips | Het orgel in de grote kerk van Meppel | |
Maarten Seybel | De klankschoonheid der Drentse orgels | Meppel Herv. Grote kerk |
Nivo | Nederlandse orgelencyclopedie deel 2 | |
Bronvermelding:
De organisten
Willem Leemcuyl
Voor de bouw van het huidige orgel was een zekere Willem Leemcuyl organist in de
Mariakerk in Meppel. Wij vinden zijn naam vermeld in de archieven wanneer de financiën
weer kunnen worden geregeld na de oorlogshandelingen van bisschop Bernard van Galen. De
schulden zijn weer betaald en dan wordt de organist weer uitbetaald: f 266,- voor 3 jaar en 3 maanden.
In de 17e eeuw komt de combinatie Leemk(c)uijl en Willem in de doop- en
trouwregisters veelvuldig voor. Het is niet vast te stellen welke persoon de
organist is.
(20)
Drents Archief
0176.01 Trouwregister Meppel 72: Bruidegom: Willem Willemz Leemkuijl Bruid:
Eereltien Janz
Lucas Muijselaar ( voor 1717 - voor 1765)
Tijdens de bouw van het 'bequaeme orghel' wordt Luicas Muijselaar als organist
aangesteld.
Uit de correspondentie tussen de kerkvoogdij en orgelmaker Kamp kunnen we zien dat de
organist af en toe voor de orgelmaker moest opkomen bij kerkmeesters en
volmachten van de Meppel. Muiselaars was in 1766 nog organist. Zijn naam
komt voor in een brief uit 1766 die vanuit Meppel naar de kandidaat-dominee
Hein in Alm
Henk Pijlman (1929-1934)
In 1929 volgt Henk Pijlman Willem Zorgman op. Vrij snel vraagt Pijlman ontslag als organist van de Grote Kerk wegens zijn benoeming
bij de
Gereformeerde Kerk in Meppel. In de Gereformeerde Kerk wordt een nieuw
elektro-pneumatisch orgel geplaatst van de Duitse firma Walcker.
Het Orgel 1929 december en 1930 juli
Provinciale
Drentsche en Asser courant 20-06-1930,
08-01-1934, De Nederlander 15-02-1934, Het Orgel 1934 februari
Het Orgel 1936-april
Hendrik H. Kaldenberg (1934-1949)
Hendrik
Kaldenberg wordt in 1934 de opvolger van Henk Pijlman.
Het Orgel 1934
juli
Provinciale
Drentsche en Asser courant 25-09-1937 en 15-01-1947, Meppeler Courant
24-02-1939,
22-08-1941
De standaard 19-08-1935, Provinciale Drentsche en Asser courant
05-11-1938,
15-01-1947
Meppeler Courant
1946-06-21
Bé Hollander (1949-1953)
Bé Hollander is de opvolger van Kaldenberg, neemt zijn leerlingenpraktijk over voor
een groot bedrag en werkt, samen met de kerkvoogdij, aan de realisering van de restauratie
van het orgel. In 1953 vertrekt Hollander naar Wageningen, het wachten op en moeizaam
werken aan het orgel beu.
Nico Verrips (1953-1998)
Vier sollicitanten worden uitgenodigd in Meppel mee te doen aan een vergelijkend
examen: Jan Lensink uit Apeldoorn, Gerard Kieviet uit Bussum, Cor de Koning uit
Almelo(?) en Nico Verrips uit Vinkeveen. Het examen vindt plaats in de Gereformeerde Kerk
op het Walcker orgel omdat de toestand van het orgel in de Grote Kerk een
dergelijk examen niet toelaat. In een vergadering van september 1953 wordt Nico Verrips
benoemd tot Cantor-Organist. Op 25 september 1953 speelt Nico Verrips zijn eerste dienst
op het zeer slecht functionerende orgel in de Grote kerk. Het kerkkoor, meisjes- en
kinderkoor komen onder zijn leiding te staan.
Meppeler Courant 1953-09-28
Het Orgel 1953-11
Provinciale
Drentsche en Asser courant 06-06-1958
Interview met Nico Verrips naar aanleiding van zijn 25-jarig jubileum in 1978.
Klik op de afbeeldingen voor een vergroting
Interview met Nico Verrips naar aanleiding van zijn 25-jarig jubileum in 1978.
Klik op de afbeeldingen voor een vergroting
Meppeler Courant 1998-04-17 Klik op de afbeelding voor een vergroting
Meppeler Courant 1998-04-20
Klaas Stok
http://www.klaasstok.nl 1998-20xx
Nico Verrips neemt in 1998 afscheid, na meer dan 40 jaar werkzaam te zijn geweest als
Cantor-Organist van de Grote kerk te Meppel. Zijn opvolger is Klaas Stok.
Klaas
Stok is maar korte tijd organist in Meppel, omdat hij Bert Matter opvolgt als
organist van de Walburgkerk te Zutphen.
In de overgangstijd van Klaas Stok naar
Mannes Hofsink is Nico Verrips weer tijdelijke organist.
Mannes Hofsink (zie www.manneshofsink.nl)
2003-2019
Dit is de huidige organist van de Grote Kerk van Meppel. Ook hij combineert de
functie van cantor en organist.
Mannes Hofsink heeft per september 2019
afscheid genomen van de Protestantse Gemeente Meppel om de functie van
Kerkmusicus in de Nieuwe Kerk in Groningen te aanvaarden.
Johan
Smit 2020-2023
Per 1 januari 2020 is Johan Smit benoemd als kerkmusicus
in de Protestantse Gemeente in Meppel.
Johan Smit studeert aan het
Conservatorium in Groningen Docent Muziek (dat heette vroeger Schoolmuziek) en
hij studeert orgel.
Eerst bij Theo Jellema en nu (14-2-2020) bij Sietze de
Vries en Erwin Wiersinga. (06)