Smilde, Koepelkerk

Informatie over de kerk
Smilde wordt in de negentiende eeuw vaak aangeduid als Kloosterveen. Dit roept verwarring op, omdat het gebied westelijk van Assen aan de Drentse Hoofdvaart ook 'Kloosterveen' genoemd wordt.


Links: ansichtkaart voor 1920 rechts: ansichtkaart beschreven in 1944


1815: Katharina Henderika Rebenscheijdt overlijdt op 7 juli in Smilde laat 1000 gulden na om gebruikt te worden als startkapitaal voor een orgel in de kerk van Smilde. (28)

1827: Plannen om een orgel aan te schaffen. (07)

Drentsche courant 29-06-1827, 10-07-1827, 13-07-1827, 24-07-1827

1837: Op 23 november beantwoorden de erfgenamen een brief van de kerkvoogden van 10 november. Zij willen weten wanneer de nalatenschap van f 1.000,- kan worden afgewerkt.
Op 28 december schrijft het Provinciaal College van Toezicht (PCvT) over het legaat aan de kerkvoogdij van Smilde.
Overzicht van de correspondentie tussen de kerkvoogdij en het PCvT in het 2e halfjaar van 1837. (20)

1838: Overzicht correspondentie tussen de kerkvoogdij en het PCVT 1e halfjaar 1838
Op 24 januari schrijft het PCvT aan de kerkvoogdij van Smilde. In de brief wordt het verschil van mening beschreven tussen de kerkvoogdij van Smilde en de executeur van het testament van mevr. Rebenscheydt van f 1.000,- voor het plaatsen van een orgel in de kerk. Het PCvT wil graag bemiddelen en belegt daarvoor een vergadering. Daarbij hoort ook nog een soort officiële verklaring dat het PCvT bevoegd is tot bemiddeling.
Op 1 februari een brief van het PCvT, waarin de partijen worden genoemd die betrokken zijn bij de afhandeling van het legaat: Mr. Gratama als executeur van mevr. Rebenscheydt, dhr. Kymmell namens de familie en dhr. Vennik namens de kerkvoogdij van Smilde. In dit stuk wordt verslag gedaan van het overleg.
 - Mr. Gratama gaat pas over tot betaling van de f 1.000,- als hij zekerheid heeft dat het geld wordt besteed aan een nieuw orgel.
 - Dhr. Kymmel wil op voorwaarden de rente vanaf 1815 voldoen.
 - De kerkvoogdij zal binnen 3 maanden zoveel geld bijeen brengen dat het mogelijk is op basis daarvan en het legaat plus rente een behoorlijk orgel aan te schaffen.
Op 10 mei schrijven de kerkvoogden aan het PCvT dat een inzameling een bedrag van f 631,95 heeft opgebracht.
Op 23 mei schrijft dhr. Vennik van de kerkvoogdij aan het PCvT dat ze in de kerk de mogelijkheden hebben onderzocht om een orgel te plaatsen.
Op 30 mei schrijft het PCvT dat het bijeengebrachte bedrag van f 631,95 nog lang niet toereikend is om het orgel te financieren. Het PCVt schat dat hiervoor ongeveer f 5.000,- voor nodig is.
Op 29 juni schrijft het PCvT dat zij de zorg voor de bouw van het orgel op zich gaan nemen.(21)
Overzicht correspondentie tussen de kerkvoogdij en het PCVT 2e halfjaar 1838
Op 19 juli schrijft het PCvT aan de kerkvoogdij dat ze doorgaan op de ingeslagen weg. In de brief wordt de rente genoemd over de f 1.000,- uit 1815. Deze is inmiddels opgelopen tot f 680,-.
Op 4 september schrijft het PCvT dat de kerkvoogdij de volmacht nog steeds niet heeft ondertekend.
Op 6 oktober een schrijven van het PCvT met een nog te ontcijferen tekst.  (22)

1839: Op 19 maart een bericht van het PCvT (29)
8 juli een andere brief van het PCvT
Op maandag xx november bevestigt de PCvT de ontvangst van de brief van de kerkvoogdij van 1 november over de blikken doos met de stukken over het ontwerp van het orgel.
13 november: Brief  van de kerkvoogdij aan het PCvT.
Op 19 december? schrijft het PCvT over een aanvullend artikel 16 op het contract met Van Oeckelen. Het orgel moet op 1 juli 1840 zijn geplaatst. Te late oplevering levert een boete op van f 2,- per dag. (24)

De Staatscourant bericht over de voortgang van de plannen.

Nederlandsche staatscourant 23-08-1839

1840:

Index Smilde 1839-1841 van het PCvT met de correspondentie tussen het PCvT en de kerkvoogdij. Klik op de afbeelding voor een vergroting) (19)

Brief van het PCvT van 12 maart
Brief van het PCvT van 23 maart
Brief van het PCvT van 16 april
Brief van 14 juni door Gedeputeerde Staten waarin wordt geïnformeerd wat de stand van zaken is met de voorbereiden werkzaamheden in de kerk voor de plaatsing van het orgel. (30)
Brief van de PCvT van 6 juli. Het orgel zal op 8 juli door Van Oeckelen worden geplaatst.
Brief van 23 september van de kerkvoogdij aan het PCvT.
Op 12 november schrijft het PCvT dat de kerkvoogdij klaagt over de trage voortgang bij de bouw van het orgel. Wat kan het College hieraan doen? Een oplossing zou kunnen zijn dat de bouwer 's avonds doorwerkt met lantaarnverlichting met inachtneming van de nodige voorzichtigheid. De werkzaamheden zouden op 1 februari 1841 moeten zijn afgerond. Als lantaarnverlichting niet mogelijk is zou het orgel in elke geval begin april moeten worden opgeleverd. (31)

1841:
Brief van het PCvT van 6 januari
Brief van 21 januari van de kerkvoogdij aan de gouverneur van Drenthe.
Brief van het PCvT van 16 februari
Brief van het PCvT van 22 februari
Brief van het ministerie voor zaken der hervormde kerk maart. Aanvaarding van het legaat van f. 1.000,-
Brief van het PCvT van 6 maart (32)

Bericht omtrent het aanschaffen van orgels in Beilen, Hoogeveen en Smilde.

Drentsche courant 20-07-1841

Brief van het PCvT van 4 september
Brief van P. van Oeckelen van 18 september aan het PCvT
Brief van het PCvT van 21 september aan Van Oeckelen. De laatste brieven van het PCvT aan Van Oeckelen zijn niet beantwoord. De oplevering per 15 augustus is niet gelukt en daarna is er ook weinig voortgang geboekt.
Brief van het PCvT van 22 september
Op 1 oktober 1841 (gedeeltelijk transcriptie) meldt de kerkvoogdij aan de commissie van toezicht de vordering van Van Oeckelen. Het orgel is nog niet af maar al wel bespeelbaar.
Brief van het PCvT van 14 oktoberOp 22 oktober (gedeeltelijke transcriptie) weer een voortgangsbericht. Ook nu is er te weinig voortgang.
In hetzelfde dossier is een ongedateerde samenvatting te vinden van de ontvangsten uit de hoofdelijke omslag voor de financiering van het orgel.
Brief van het PCvT van 23 oktober
Brief van de PCvT van 26 oktober
20 november voortgang werkzaamheden (gedeeltelijke transcriptie)
Brief van het PCvT van 23 november
26 november voortgang werkzaamheden
Brief van het PCvT van 27 november
Brief van het PCvT van 2 december
Brief van het PCvT van 7 december
9 december voortgang werkzaamheden
Brief uit Assen van 10 december met de aanvaarding van de uitnodiging om de ingebruikname op 2e Kerstdag bij te wonen.
Brief van de hoofdingenieur der Waterstaat van 13 december.
Brief van de hoofdingenieur der Waterstaat van 16 december.
Meerdere brieven gedateerd op 16 december

Brief van het PCvT van 17 december
Brief van de kerkvoogdij? aan Van Oeckelen na de inspeling door Mr. Trip
Brief uit Assen van 20 december met de gegevens omtrent de ingebruikname.
Brief van 20 december van Gratama aan de kerkvoogdij.
Brief 20 december
Brief van 21 december van ds. Gerardus Benthem Reddingius uit Assen aan de kerkvoogdij. Hij kan niet bij de ingebruikname aanwezig zijn omdat hij dienst heeft in Assen.
Ongedateerde brief van december uit Assen dat de leden van Gedeputeerde Staten Vos en Tonckens, de gouverneur en de griffier de uitnodiging tot het bijwonen van de ingebruikname graag aannemen.
Brief van 24 december met een verslag van de keuring van het orgel. Het orgel wordt in alle opzichten goedgekeurd. Daaraan toegevoegd is een verklaring namens de Gedeputeerde Staten van Drenthe door Van Harencarspel Eckhart en S. Gratama.
Brief van 31 december vanuit Assen. (14) (33)

De ingebrukname is op Tweede Kerstdag. Ds. H. Doorenbos laat eerst Psalm 50: 1,3,4 zingen zonder orgelbegeleiding. Daarna smeekt hij Gods zegen af over het nieuwe orgel. Vervolgens wordt met orgelbegeleidng Gezang 1 gezongen. De lezing en preek is uit Lucas 2: 14. Afwisselend met de overdenking wordt gezongen Gezang 118, Gezang 112, Gezang 1, gezang 50, Gezang 133 en Gezang 182. Daarna enkele toespraken. De dienst wordt besloten met het zingen van Psalm 74 vers 11. De dienst wordt bijgewoond door de gouverneur, enkele leden van Gedeputeerde Staten en de president van het Provinciaal gerechtshof. Mr. S.W. Trip bespeelt het orgel. Voraf aan de dienst had hij het orgel al gekeurd.

Boekzaal der Geleerde Wereld 1842 Kerknieuws 110-111


1838-1841: Samenvatting
W.D. van der Kleij vat de bovenstaande briefwisseling tussen de betrokken partijen als volgt samen:
'De totstandkoming van het orgel van Smilde ging gepaard met tal van conflicten. Een bedrag van f 1000,- was door Katharina Hendrika Rebenscheijdt (overleden te Smilde op 7 juli 1815) gelegateerd om gebruikt te worden als 'startkapitaal' voor het realiseren van een orgel in de kerk van Smilde. Er ontstond echter een verschil van mening over de te volgen procedure tussen de executeur-testamentair, Mr. S. Gratama, en de kerkvoogden. Het Provinciaal College van Toezicht op de administratie van de Nederlands Hervormde kerk kwam tussenbeide en concludeerde, dat 'het college van kerkvoogden voornoemd, zich minder geschikt achten om, in der tijd, behoorlijk te verzorgen datgene wat er zal moeten worden geregeld en bewerkstelligd om de stichting van het kerkorgel doel treffend te verwezenlijken; zoo zijn den Heer President van het provinciaal College van toezigt, nevens den Heer Mr. S. Gratama verzocht geworden om, ter vervanging van het college van kerkvoogden, zich met dezen taak te willen belasten; welk verzoek door beide Heeren is aangenomen'.

Het College van Toezicht nam aldus, tegen de zin van de kerkvoogden in, de zorg voor het te bouwen orgel op zich. De kerkvoogden waren echter onverstoorbaar en wisten door middel van een intekenlijst toezeggingen ter grootte van f 631,95 te verzamelen onder de gegoede gemeenteleden. Het College van Toezicht wees in zijn reactie van de kerkvoogdij op het feit, dat voor een orgel van enige omvang tenminste f 5000,- benodigd zou zijn. De kerkvoogden waren allerminst uit het veld geslagen en namen zich voor om niet tevreden te zijn met f 631,95 maar te trachten het dubbele bedrag aan toezeggingen binnen te krijgen door een dringend beroep te doen op alle gemeenteleden, draagkrachtig of niet. Het College van Toezicht wenste hier niet op in te gaan en schreef in zijn antwoordbrief op 29 juni 1838, dat zelfs als de kerkvoogden erin zouden slagen het dubbele bedrag bijeen te brengen, het aldus verkregen kapitaal samen met het legaat nog onvoldoende zou zijn voor het laten bouwen van een orgel. In een brief gedateerd 19 juli 1838 rekende het College dit de kerkvoogden nog eens fijntjes voor. Het College strooide nog meer zout in de wonden van de kerkvoogdij door de kerkvoogden er in een brief van 4 september 1838 op te wijzen, dat zij hadden verzuimd het College een volmacht te sturen om schriftelijk te bevestigen, dat het College de zorg voor het orgel zou dragen in plaats van de kerkvoogdij. Het College eiste, dat deze volmacht, door elk der kerkvoogden persoonlijk ondertekend, voor 10 september 1838 zou worden overlegd.. De kerkvoogden gingen door de knieën en stuurden de gevraagde volmacht op 11 september; vermoedelijk met opzet één dag te laat als teken van ongenoegen. De bemoeienis van de kerkvoogdij met de totstandkoming van het orgel werd eenvoudigweg niet op prijs gesteld. Op 23 oktober 1839 liet het College aan de kerkvoogden weten:  'Door UED. is in der tijd aan den Heere Gouverneur, President van ons Collegie, ingezonden een bestek en teekening betrekkelijk den bouw van een Kerk-Orgel. Wij hebben de eer, dat bestek en die teekening met den daarbij behoorenden blikken koker, hiernevens aan UFD. terug te zenden, om aan den vervaardiger te Zwolle door UwEDs. tusschenkomst weder te worden overgedragen'. Het feit, dat Zwolle hier genoemd wordt, is een indicatie, dat het hier om een offerte van de orgelmaker Scheuer zou kunnen gaan. Op 21 september 1838 had het College de bouw van het orgel al aanbesteed en wel aan Petrus van Oeckelen: 'De bouw van het kerkorgel in het vorenstaande Bestek omschreven, en aangewezen op de teekening, welke bij Heeren uitbesteeders, na door den Aannemer te zijn geteekend, afzonderlijk blijft berusten, is onderhands uitbesteed aan, en aangenomen door Petrus van Oeckelen, van beroep orgelmaker, wonende te Groningen, provincie Groningen, voor eene som van vijfduizend driehonderd Gulden (: f 5.300,00 :)...'.

Hiermee waren de problemen echter allerminst afgelopen, want na moeilijkheden tussen het College en de kerkvoogdij ontstonden er nu moeilijkheden tussen het College en Petrus van Oeckelen. Het College berichtte de kerkvoogdij, dat het orgel op 8 juli 1840 in de kerk zou worden geplaatst. In november van dat jaar stuurde de kerkvoogdij een klaagbrief terug, inhoudende dat de opbouw van het orgel in de kerk traag verliep. Het College verklaarde de klacht gegrond en stuurde een kopie van de brief door naar Van Oeckelen met een aanmaning om zijn inspanningen te verdubbelen. Toen het werk daarna nog te weinig vorderde, stuurde de president van het College een brief aan Van Oeckelen met daarin de volgende harde woorden:
'Assen den 2 September 1841. Mijne vertrouwelijke brieven zonder gevolg ja de laatste zonder antwoord gebleven zijnde, en even als alle vroegere, ook Uwe laatste mondelinge aan mij gedane belofte, om namelijk den bouw van het orgel binnen de kerk der hervormden te Smilde voor of op den 15: Augustus 1841 voltooid op te leveren als eene gestadige misleiding moetende worden beschauwd, daar het werk sedert ons gesprek slechts weinig vordering heeft gemaakt, en zoo ik verneem, moet achterstaan voor later aan UWEd. opgedragene werkzaamheden, zoo vindt ik mij, mijns ondanks, verpligt tot eene Officiële correspondentie overtegaan en UwEd: over deze herhaalde teleurstelling mijn ernstig ongenoegen te betuigen. Voor de laatste keer wil ik thans UwEd. ten dringendsten vermaand hebben om zonder eenig verder verwijl, die voltooijing als nu te bewerkstelligen, en mij deswege voor of op den 15e. dezer maand, uwe schriftelijke toezegging, met bepaalde opgave van het uiterlijk tijdstip der voldoening te doen geworden, het welk ik dan nog éénmaal aan Heeren kerkvoogden in UwEd: belang zal voordragen, terwijl, bij onverhoopt nader verzuim, u aan zich zelven zult hebben te wijten de strengere maatregelen die als dan jegens u zullen moeten worden genomen, en waaromtrent mijne gunstige bemiddeling, ook niet meer door UwEd zal kunnen worden verwacht.

Petrus van Oeckelen zal van deze brief wel geschrokken zijn; op 18 september stuurde hij zijn antwoord. Daarin legde hij uit, dat hij tijdelijk niet over al zijn personeel kon beschikken. Zijn meesterknecht vertoefde in Breda in verband met het overlijden aldaar van diens enige broer; een tweede knecht was ingeloot om in Leiden zijn dienstplicht te vervullen. Verder schreef hij: 'Hier door van de noodige hulp verstoken zijnde, konde ik niet zoo spoedig werken als ik wilde, heden echter begeef ik mij nog naar de Smilde ten einde aldaar onafgebroken het werk voort te zetten en te voltooijen; terwijl Uwe Excellentie zich overtuigd kan houden dat hetzelve voor half November aanstaande volkomen afgewerkt zal zijn'. Petrus deed dus opnieuw een belofte, een belofte, die hij opnieuw zou breken. De Gouverneur had echter medelijden met hem en schreef op 26 oktober aan de kerkvoogden, dat Van Oeckelen uitstel kreeg tot en met eind november; op 1 december moest het orgel gereed zijn. Ondertussen was het al 23 november, toen de Gouverneur de kerkvoogdij meldde, dat van Oeckelen pas op 15 december klaar zou zijn. Niettemin wilde hij Van Oeckelen houden aan de bepaling, dat het orgel eind november opgeleverd diende te worden op straffe van sancties. Ook deze datum werd niet gehaald. Op 2 december schreef de Gouverneur aan Van Oeckelen, dat de oplevering moest plaatsvinden op donderdag 23 of vrijdag 24 december, waarbij tevens de keuring van het orgel verricht zou worden. De inwijding zou dan plaats kunnen hebben op zondag 26 december met Jhr. Mr. S.W. Trip als organist.

Het volgende conflict betrof de toestand, waarin het orgel moest worden opgeleverd. De Gouverneur stuurde op 2 december 1841 een brief aan Van Oeckelen, waarin hij een aantal details aan hem voorlegde, die (naar zijn mening) bij de oplevering hoorden, zoals het vergulden der labia der frontpijpen, het verven van het plafond boven het orgel, het maken van gordijnen voor de ramen achter het orgel en zelfs een 'Psalm en gezangboek voor de Organist'. De Gouverneur eiste van Van Oeckelen, dat hij in ieder geval de labia der frontpijpen zou vergulden. Hierbij beriep hij zich op artikel 13 alinea 6 van het bestek waarin dit evenwel niet expliciet bepaald staat: 'de Ornamenten voor de voeten der pijpen zullen geheel verguld worden, alsmede de franjes, koorden en kwasten der draperijen; zullende het overige gedeelte met Kreems wit worden geverwd, doch hier en daar, doelmatig met goud worden afgezet..'. De overige extra voorzieningen moest Van Oeckelen dan maar in orde maken voor 'de zuinigste prijzen', hetgeen voor of op 22 november in orde moest zijn.

Op 7 december kon de Gouverneur de kerkvoogden meedelen, dat Jhr. Mr. S.W. Trip het orgel zou komen keuren. Trip vroeg hiertoe van de kerkvoogden 'een stuk der specie waarvan de binnenstaande pijpen gemaakt zijn en het welk een Uwer moet trachten op het orgel meester te worden, gelijk mede een stuk tin, waarvan de frontpijpen zijn zamengesteld te bekomen, ten einde die specien met scheikundigen te kunnen onderzoeken'. Het bouwkundig gedeelte van de keuring werd verricht door de hoofdingenieur van Waterstaat en Publieke Werken. Hij keurde het werk goed, maar constateerde enkele zaken, die afweken van datgene, wat in het bestek bepaald was. Zo was de kas slechts met vier ankers bevestigd en wel aan de zolderbalken, terwijl was overeengekomen, dat de kas met zes ankers aan de muur zou worden bevestigd. Hiervoor diende Van Oeckelen alsnog te zorgen. Overigens constateerden zowel de hoofdingenieur als Trip, dat er ook enkele zaken waren, die Van Oeckelen juist beter (dan in het bestek was bepaald) had opgeleverd. Trip, die in zijn rapport zeer lovend was, stelde vast, dat het orgelmetaal van de binnenpijpen bestond uit 55 delen lood en 45 delen tin, terwijl een verhouding van tweederde lood en eenderde tin was overeengekomen. Uiteindelijk werd het orgel op zondag 26 december 1841 in gebruik genomen en bespeeld door Jhr. Mr. S.W. Trip'.
In de Indices op de verbalen van het Provinciaal College van Toezicht Hervormde Gemeenten in de periode 1836-1841 is de bemoeienis van het college van Toezicht goed te volgen.

Een andere samenvatting van de financieringsgeschiedenis van dit orgel is te vinden in het gedenkboek uit 1987 toen de kerk 200 jaar bestond. (26) De tekst luidt als volgt:
'De familie Rebenscheidt, die de bouw van de kerk met grote belangstelling had gevolgd, zoals wel bleek uit de opdracht die ze hadden verstrekt tot het vervaardigen van twee avondmaalsbekers, die bij de inwijding van de kerk zijn aangeboden, hadden herhaaldelijk over het gemis van een orgel gesproken. Gelukkig waren ze niet zo streng als die dame in Wemeldinge, maar ze vonden dat de totale kosten van een orgel hun financiële mogelijkheden te boven gingen. Enige jaren na de dood in 1804 van haar man heeft mevrouw Rebenscheidt een holografisch testament opgemaakt, waarin tal van beschikkingen zijn getroffen. Daaronder komt ook een legaat voor van f. 1.000,-, bestemd voor de bouw van een orgel in de kerk. Het zou nog wel enige jaren duren, voor dit geld zijn bestemming had gevonden. Daarom hield de notaris, in overleg met de executeuren testamentair (dat waren Mr. Lucas Oldenhuys, Kymmell en Mr. Sibrand Gratama Bovendien konden de Kerkvoogden geen legaat aanvaarden zondee goedkeuring van de koning, die toen het collatierecht bezat. De kerkvoogden aangespoord door de predikant, wilden graag en zo spoedig mogelijk een orgel in de kerk. Ze hadden zich dan ook verzet tegen de beslissing dat de notaris het geld voorlopig onder zich zou houden. Het heeft geduurd tot 3 januari 1838 voor dat de koning in zijn functie van collator er mee instemde dat de kerkvoogden het legaat mochten aanvaarden. Omdat de geldmiddelen voor de bouw van een orgel nog steeds te kort schoten werd een collecte voor dit doel in de gemeente gehouden. Deze bracht slechts 631 gulden op. De omstandigheden waren dan ook niet bijzonder gunstig. De economische toestand in het land baarde veel zorgen. Overal in het land heerste armoede. Door de Afscheiding hadden in Smilde velen zich van de Hervormde Kerk afgewend. Daar kwam nog bij dat het kerkbezoek zeer gering was. Toen besloot de kerkvoogdij aan te kloppen bij de 'kas ad pios usus'. Wel had deze kas allereerst een diaconale bestemming, maar zij kon ook dienen tot hulp en verbetering van de eredienst. Steun aan een orgelfonds kon zeker gerekend worden tot pieuze doeleinden. Nadat hier de toezegging was verkregen tot geldelijke steun, kwam de kerkvoogdij tot de conclusie, dat de bouw van een orgel verantwoord was. Maar zij meenden dat hun eigen deskundigheid ten aanzien van de bouw van een orgel te gering was. Tot hun vreugde vonden ze één van de executeuren-testamentair en de Voorzitter van de Provinciale Commissie van Toezicht bereid de aanschaffing en de bouw van het orgel te begeleiden. Er werd berekend dat het bedrag van f 1.000,- dat de notaris nu al zoveel jaren onder zich had, op samengestelde interest à 4% wel zou zijn aangegroeid tot ongeveer f 2.500,-. De bekende orgelbouwer Van Oeckelen in Haren was bereid voor f 5.300,- een passend deugdelijk orgel voor de grote kerk te bouwen. De kas ad pius usus schonk een bedrag van f 1.325,-, en de kerkvoogdij zou uit eigen middelen voor de rest zorgen. Toen het op betalen aankwam, bleek de notaris niet bereid te zijn de rente op basis van samengestelde interest te betalen. Daarenboven bracht hij een zodanige onkostenvergoeding in rekening dat de kerkvoogdij slechts f 1.680,- ontving. De bouw van het orgel was inmiddels begonnen onder toezicht van een deskundige, die over materiaal en bouw een zeer gunstig rapport heeft uitgebracht. Al had de bouw wat langer geduurd dan eerst aangenomen was, de inwijding van het orgel kon tenslotte plaats vinden op de Tweede Kerstdag 1841. Voor het nog ontbrekende bedrag werd opnieuw een beroep gedaan op de kas ad pius usus. De beheerders hiervan hebben in 1843 alsnog een bedrag van f 1.395,- ter beschikking gesteld.

De dispositie van het instrument luidt volgens het bestek:

Hoofdmanuaal    
Prestant 8 vt groot C in het front.
Bourdon 16 vt wijd mensuur De beide onderste octaven van wagenschot
Wijdgedekt 8 vt  
Prestant 16 vt Discant
Octaaf 4 vt  
Nachthoorn 4 vt  
Octaaf 2 vt  
Fluit 2 vt /open/
Cornet 5 sterk /discant/
Mixtuur 4 sterk 't uit een voet ieder octaaf; repeterende/ gehalveerd./van tin.
Fagott 16 vt (gehalveerd)
Trompet 8 vt  
     
Bovenmanuaal    
Prestant 8 vt klein F in het front
Holfluit 8 vt de beide onderste octaven gedekt.
Holpijp 8 vt  
Viola da gamba 8 vt  
Octaaf 4 vt  
Fluit 4 vt /gedekt/
Waudfluit 2 vt /open/
Vox humana   met doorgeslagen tongen.

De klavieromvang is  C-f'' voor de Manualen en C-c' voor het aangehangen Pedaal. Verder een klavierkoppeling en twee afsluiters.



Drentsche courant 21-12-1841, Groninger courant 24-12-1841


Drentsche courant 28-12-1841


Groninger courant 31-12-1841

1842:
Brief van het PCvT van 4 januari
Brief vanuit Assen van 5 januari
Brief vanuit Assen van 16 januari
Brief vanuit Assen van 24 januari
Financieel overzicht van 31 januari omtrent de ontvangsten en uitgaven
Briefwisseling op 5 en 14 februari omtrent de realisatie van een schild onder het orgel
Brief van het PCvT van 8 augustus
Brief van 12 oktober van de kerkvoogdij. (34)

1843:
Brief van het PCvT van 6 februari
Brief van het PCvT van 6 maart
Brief van de Staten van Drenthe van 28 maart (35)

1846:
Brief van de Staten van Drenthe van 26 mei
Brief van de Staten van Drenthe van 3 juni (37)

1853: De eigen predikant kan tijdens de avonddienst niet aanwezig zijn omdat de synode die hij bezoekt is uitgelopen.Onderwijzer Boerhuis  neemt de dienst waar. Zijn broer bespeelt het orgel. De andere broer functioneert als voorzanger en voorlezer.

Provinciale Drentsche en Asser courant 17-08-1853

185x: In een inventarisatielijst wordt genoemd wat er bij het orgel ligt. Er blijken twee psalmboeken en twee gezangenboeken te liggen. (17)

1858: Concert in de kerk met zangkoor onder leiding van de onderwijzer Venekamp. Darna was er samenzang met orgel.

Provinciale Drentsche en Asser courant 27-05-1858

1858: Op 8 september maakt de kerkvoogdij een instructie met tien artikelen voor de organist.
 - Art 1: De organist dient alle diensten zelf te spelen en mag alleen met toestemming een vervanger laten waarnemen
 - Art 2: De organist bespeelt het orgel voor en na de eredienst op een plechtige en statige wijze vanaf een kwartier voor de aanvang van de dienst en sluit af met het psalm of lied waar de dienst mee begint.
 - Art 3: Hij mag de kerk tijdens de dienst niet verlaten en zorgt voor stilte.
 - Art 4: Op last van de kerkvoogden bespelen van het orgel bij andere gelegenheden op een passende wijze.
 - Art 5: ..... (niet goed leesbaar)
 - Art 6: De organist is verantwoordelijk voor de staat van onderhoud van het orgel en het bewaren van de sleutels. Het orgel mag alleen bespeeld worden in tegenwoordigheid van de organist en met toestemming van de kerkvoogdij. Hij waakt er voor dat vuur en licht uit zijn als het orgel wordt verlaten.
 - Art 7: Hij is aanwezig bij reparatie en stemming door de orgelmaker. Hij zorgt er voor dat de orgelblaastrapper het orgel schoon en zindelijk houdt.
 - Art 8: Hij rapporteert gebreken aan het orgel direct schriftelijk aan de kerkvoogdij. Dit geldt ook voor misdragingen van de orgelblaastrapper.
 - Art 9: De tongwerken worden wekelijks gestemd.
 - Art 10: De organist dient zich aan bovenstaande regels te houden. Deze kunnen ten allen tijde door de kerkvoogdij worden gewijzigd.(16)

1860: B&W van Smilde roepen sollicitanten op voor een hoofdonderwijzer. Er is een mogelijkheid benoemd te worden als organist, koster en voorzanger.
Op 26 mei schrijft het gemeentebestuur aan de kerkvoogdij dat er een vergelijkend examen is voor de benoeming van een hoofdonderwijzer. De kerkvoogdij wordt uitgenodigd daarbij aanwezig te zijn.
Op 5 juni schrijft het gemeentebestuur aan de kerkvoogdij dat Jan Venekamp is benoemd als hoofdonderwijzer en dat hij ook bekwaam is als organist.


Provinciale Drentsche en Asser courant 22-03-1860

1861: Op 18 maart komt er een nieuwe instructie met 21 artikelen voor de functie van koster, voorlezer en voorzanger.
Op 6 juni schrijft dhr. Tellegen aan de kerkvoogdij dat het orgel een aantal gebreken heeft en of Van Oeckelen deze kan oplossen.
 - Klemmen van klaviertoetsen
 - De koppel is niet bruikbaar
 - De slepen bewegen niet goed, waardoor organist Meijeringh de registerknop van de Fluit 4' heeft afgebroken.
 - Het labiale pijpwerk moet worden gestemd
 - Losstaand pijpwerk moet worden vastgezet. (16)

De dispositie wordt genoteerd in de dispositieverzameling van J.R.T. Tellegen (1827-1915)



1862: Op 13 april schrijft de kerkenraad aan de kerkvoogdij dat ze onder protest akkoord gaan met de benoeming van J. Venekamp als koster, voorlezer en voorzanger en G. Meijeringh als organist.
Ze gaan echter niet akkoord met de vervreemding van de woning, landerij en twee dagwerken turf. Deze zijn niet alleen bestemd voor de organist, maar ook voor koster, voorzanger en voorlezer.

1869: M. Bonewit uit Vlissingen wordt voorzanger.

Provinciale Drentsche en Asser courant 03-07-1869

1871: De functie van koster wordt afgescheiden van de functie voorlezer/voorzanger.

Provinciale Drentsche en Asser courant 07-11-1871

1873: De bklinde organsit J. van Oordt geeft een orgelconcert.

Provinciale Drentsche en Asser courant 21-04-1873

1879: J. Venekamp wordt benoemd tot organist en dhr. Luiting tot voorzanger. Later ontstaat er verwarring wie nu benoemd is en of de benoeming is aangenomen.

Provinciale Drentsche en Asser courant 11-02-1879, 13-02-1879, 14-02-1879


Provinciale Drentsche en Asser courant 01-03-1879

1889: Het salaris van de organist wordt verlaagd van f 75,- naar f 50,-.

Provinciale Drentsche en Asser courant 07-02-1889, 06-02-1889

1891: De organist bedankt voor zijn functie als de salarisverlaging niet wordt ingetrokken. Er wordt geprobeerd een oplossing te vinden door een gratificatie maar zonder succes. De kerkvoogdij plaatst een advertentie voor een nieuwe organist: 'Salaris volges overeenkomst'.
De blinde organist B. van der Kaa geeft een orgelconcert.


Provinciale Drentsche en Asser courant 12-02-1891, 18-02-1891, 26-02-1891


Provinciale Drentsche en Asser courant 14-02-1891, 27-02-1891, 28-11-1891, 29-12-1891



Provinciale Drentsche en Asser courant 30-12-1891, 28-08-1891

1892: J.K. Noorman uit Oosterwolde, A. Stevens uit Borger, J. Venekmap uit Smilde en A. Veldmeijer uit Kloosterveen hebben gesolliciteerd als organist. J. Venekamp wordt benoemd.

Provinciale Drentsche en Asser courant 16-01-1892

1894: Bijeenkomst van de Protestantenbond met de wens een orgel aan te schaffen. In december lukt het om een orgel aan te schaffen. De plaats van samenkomst wordt niet vermeld.

Provinciale Drentsche en Asser courant 30-10-1894, 04-12-1894

1895: De zonen Van Oeckelen voeren een herstelling aan het orgel uit, waarbij de dispositie enigszins werd gewijzigd.
Organist J. Godefroy uit Steenwijk doet verslag van de ingebruikname op 3 november in het tijdschrift Het Orgel en is niet enthousiast over het orgel, ondanks de goed uitgevoerde restauratie.
Godefroy bespeelt in Steenwijk een orgel van Petrus van Oeckelen, maar noemt in zijn artikel niet dat het orgel is gebouwd door Petrus van Oeckelen. Ook het bouwjaar is hem onbekend.

Manuaal   Bovenwerk  
Bourdon 16 vt Prestant 8 vt
Prestant 16 vt discant Holpijp 8 vt
Prestant 8 vt Holfluit 8 vt
Gedekt 8 vt Viola 8 vt
Octaaf 4 vt Octaaf 4 vt
Nachthoorn 4 vt Fluit 4 vt
Octaaf 2 vt Fluit 2 vt
Fagot 16 vt Vox humana 8 vt
Trompet 8 vt Tremelo  
Mixtuur      
Cornet      
Afsluitingen, koppeling voor de beide klavieren en tremolo.


Het Orgel 1895 september (06), Provinciale Drentsche en Asser courant 05-11-1895

1908: De Hervormde kerk in Smilde verkeert in de problemen. De bodem van de schatkist is in zicht, de predikant is ziek, bijna niemand bezoekt de kerkdiensten.

Provinciale Drentsche en Asser courant 20-10-1908, 24-11-1908

1909: De geschiedenis van de kerk wordt beschreven door 'Alb. O.'.

Provinciale Drentsche en Asser courant 11-03-1909 (Klik op de afbeelding voor een vergroting)

1911: G. Dijkman, schoolhoofd van de hervormde school, wordt benoemd als organist.

Provinciale Drentsche en Asser courant 28-09-1911


Foto nr. AR 35925-72 (39) Ansichtkaart uit 1914

1921: Orgelconcert door organist van Wageningen ter gelegenheid van de verjaardag van koningin Wilhelmina op 30 augustus. De belangstelling was met 600-700 bezoekers zeer groot.

Provinciale Drentsche en Asser courant 01-09-1921

1922: Weer een orgelconcert op 31 augustus. Nu door organist Somer uit Assen.

Provinciale Drentsche en Asser courant 02-09-1922,

1923: Het orgelconcert op 31 augustus wordt ditmaal gegeven door organist van Wageningen.

Provinciale Drentsche en Asser courant 11-08-1923, 25-08-1923

1924: Harm Ridder viert zijn 25-jarig jubileum als voorlezer en voorzanger.

Provinciale Drentsche en Asser courant 16-02-1924

193x: Johan van Meurs noteert de gegevens van het orgel in zijn dispositiecahier. (40)

Klik op de afbeelding voor een vergroting

1935: Wijdingsavond.

Provinciale Drentsche en Asser courant 16-11-1935

1938: Op 10 oktober biedt orgelmakerij Mense Ruiter 2 windmachines aan. Een Meidinger voor f 184,47 en een Ventus voor F 180,51. De prijs is inclusief installatie. (23)

1945: Herstart van het 'Muziekleven' in Smilde. Kerstconcert door organist Cor Batenbeurg uit Groningen en de zangeressen mej. Lies Clemens Schröner en mevr. H.E. Tholen-Dikboom.

Provinciale Drentsche en Asser courant 13-06-1945, 10-07-1945, 03-09-1945

1947: 'Drents Kalenderblaadje'.

Provinciale Drentsche en Asser courant 27-12-1947

1950: Op 30 mei vraagt hoofdonderwijzer en organist M. Molenaar aan de Hervormde Orgelcommissie (HOC) of ze het orgel in Smilde eens willen onderzoeken. Hij heeft gehoord dat ze al een bezoek hebben gebracht aan Hoogersmilde. Flentrop heeft voor Smilde al een offerte gemaakt.
Op 22 juni schrijft de HOC dat ze willen adviseren. De HOC wil graag een afschrift ontvangen van de offerte van Flentrop.
Van 30 juni dateert een verkort afschrift van de offerte van Flentrop van 17 november 1949. De offerte van f 21.830,- beschrijft een aantal dispositiewijzigingen en de toevoeging van een vrij pedaal met 3 stemmen
In juli schrijft organist Molenaar in een briefkaart aan Erné dat hij in de archieven onderzoek heeft gedaan naar de oorspronkelijke dispositie van het orgel. Hij heeft nog niets kunnen vinden. Op dit moment is de archivaris in Assen met onderzoek bezig.
Op 18 augustus schrijft Molenaar aan Erné dat hij in het rijksarchief in Assen de oorspronkelijke dispositie heeft ingezien. Alles staat daar zeer uitvoerig beschreven. De dispositie is grotendeels gelijk gebleven. De Cornet was direct al aanwezig. Molenaar wil deze graag behouden.
Op het hoofmanuaal is de Fluit 2' verdwenen en op het bovenmanuaal geplaatst. Op het Hoofdwerk is nu een lege plaats. Op het bovenmanuaal is de tremelo nu niet meer aanwezig. Hij heeft niets meer van Flentrop gehoord. Op pagina's 3 en 4 van de brief staan de oorspronkelijke dispositie en de titels van de paragrafen in het contract met Van Oeckelen.

1955: Het orgel is onderzocht. Het zou geen historisch orgel betreffen. Buiten bemoeienis van de HOC op de monumentenlijst geplaatst door een 'andere deskundige'. De deskundige is zo goed als zeker Dr. Maarten Albert Vente.

Bijlagen van de Handelingen der Generale Synode der Nederlandsche Hervormde Kerk ten jare 1956

In het kerkarchief is een afschrift bewaard van de offerte van Flentrop van 17 oktober.
Restauratie (A):
 - Mechaniek en windladen (nieuwe dubbelverende slepen) worden gereviseerd.
 - Reparatie Vox Humana en voorzien van opslaande tongen. De tongen van de Trompet 8' en de Fagot 16' vervangen.
 - Expressions in de Cornet verwijderen. Windmotor verend opstellen in een geluiddempende kist.
Aanvullend B:
 - Prestant 16' discant uitnemen en op rek in orgel bewaren
 - Cornet op de plaats van de Prestant 16' discant
 - Fluit 4' verplaatsen als Nasard 2 2/3' naar de plek van de Cornet
 - Op de plaats van de Fluit 4' een Scherp II-III (was oorspronkelijk een Carillon II-III)
Aanvullend C:
 - Pedaalklavier vernieuwen
 - Pedaalklavier in normale stand ten opzichte van de manualen (dieper in de kas). Hiervoor moet de mechaniek van Manuaal I worden vervangen
 - Manuaalklavier op normale hoogte ten opzichte van het Pedaal plaatsen
 - Registerknoppen voor zelfstandig Pedaal
 - Koppeling Manuaal I naar Pedaal toevoegen
Aanvullend D:
 - Sleeplade voor vrij Pedaal met dubbelverende slepen
 - Register- en toetsmechaniek
 - Registers: Subbas 16', Gedekt 8' (van Holfluit 8'), Octaaf 4' (van Prestant 16')
 - Op de plek van de Holfluit 8' een Quintfluit 1 1/3' plaatsen

Kosten:
 - A: f 16.950,-
 - B: f 2. 275,-
 - C: f 3.940,-
 - D: f 5.580,-
Het leveren van een originele Subbas van Van Oeckelen levert een besparing van f 400,- op.
Stelposten zijn er voor schilderwerk, herstel lofwerk en elektra.
Het aantal manweken wordt geschat op twintig.
Op 26 oktober schrijft de kerkvoogdij aan de HOC dat men voornemens is het orgel te laten restaureren. Kan er een deskundige langskomen voor advies?
Op 2 november antwoordt de HOC dat de deskundigen contact zullen opnemen met Smilde.
Op 11 november meldt de HOC dat Lambert Erné en Willem Hülsmann langskomen op woensdag 16 november 11:30 uur.
Brief van zeer vermoedelijk Lambert Erné over een advies van Maarten Albert Vente in Smilde. Vente heeft het orgel op de monumentenlijst laten plaatsen en er voor gezorgd dat er door rijk, provincie en gemeente samen een subsidie is toegekend van 50% over het restauratiebedrag van f 16.950,- op basis van een offerte van Flentrop. Erné kent het orgel geen monumentale waarde toe omdat het in zeer slechte staat is en zeer dunwandig pijpwerk heeft. Beter kan een nieuw orgel in de bestaande kas worden gebouwd. Er wordt verband gelegd met de restauratie van het orgel in Rolde. De orgelmaker Leeflang, die dit orgel restaureerde, staat niet goed bekend.
Aantekeningen van Erné uit vermoedelijk dezelfde tijd.
Op 6 december vraagt de HOC aan Monumentenzorg of het orgel van Smilde op de monumentenlijst is opgenomen.

1956: Op 4 januari schrijft Monumentenzorg aan de HOC dat het instrument inderdaad in de lijst is opgenomen en is ingedeeld in de laagste C-klasse.
Op 16 februari meldt de HOC dat de orgeladviseurs van de HOC Smilde hebben bezocht. De HOC wil graag het volgende weten:
 - Naam en adres van de adviseur
 - Restauratieplan van de adviseur
 - Al uitgebracht offertes
Op 20 februari schrijft Mr. A. de Jong van de Vereniging van Kerkvoogdijen van de hervormde kerk aan de HOC of ze de subsidieaanvraag in behandeling willen nemen. Vente is als adviseur gevraagd op aanraden van de burgermeester van Smilde.
Daarna ontstaat er een briefwisseling tussen de HOC en de Verenging van Kerkvoogdijen.

1957: Op 22 januari schrijft de Vereniging van Kerkvoogdijen van de hervormde kerk aan de HOC dat ze nog steeds geen advies hebben ontvangen en dat ze nu hebben besloten de kerkvoogdij van Smilde toestemming te geven de restauratieopdracht aan Flentrop te verstrekken.
Op 26 januari volgt een antwoord van voorzitter Schokking van de HOC aan het Provinciaal College van Toezicht van de Hervormde kerk in Drenthe. De zaak Smilde is in de HOC meerdere malen aan de orde geweest. De HOC is van mening dat het orgel geen monumentale waarde heeft. Het bedrag van f 20.890,- uit de offerte van Flentrop is realistisch. Het orgel is die investering echter niet waard. Nieuwbouw zou veel beter zijn. De HOC is het niet eens met de actie van Vente om het orgel op de monumentenlijst te plaatsen. Vente is orgelhistoricus, maar dat wil niet zeggen dat hij in 'praktische aangelegenheden' ook terzake deskundig is. De HOC kent gevallen van restauraties onder zijn leiding met onvoldoende resultaat. Ook werkt hij met orgelmakers, die volgens de HOC niet de juist kwalificatie hebben. De HOC heeft minder goede ervaringen met de orgelmaker Flentrop.
Conclusie:
 - Er is geen enkele reden om dit instrument te restaureren
 - Het verkrijgen van een subsidie van f 8.500 zal de reden zijn om deze restauratie door te zetten.
 - Subsidie zal alleen worden verleend over het restauratiegedeelte. Voor het restbedrag kan ook een prima klein orgel van goede kwaliteit worden aangeschaft.
 - Na restauratie heeft men een orgel dat niet voldoet aan de huidige eisen voor een goed orgel.
 - Er wordt overheidsgeld uitgegeven aan een orgel dat dit niet waard is.
 - De gevolgde gang van zaken geeft aanleiding tot zaakgerucht.
 - De betrokken adviseur is niet werkelijk deskundig te noemen.
 - De gekozen orgelmaker is niet in staat een goed klankkarakter te creëren.


Provinciale Drentsche en Asser courant 29-10-1957, 12-11-1957, Nieuwsblad van het Noorden 29-10-1957


In de maanden november en december komt de provinciale subsidie in provinciale staten aan de orden. DE gemeente heeft dan al subsidie toegezegd.

1958: Restauratie door D.A. Flentrop onder advies van Dr. M.A. Vente. De oude slepen werden vervangen door dubbelverende exemplaren, de windladen werden geheel hersteld en een Carillon II-III kwam op de plaats van de Holfluit op het Bovenwerk. Ook de kelen en tongen van de Vox Humana werden vernieuwd. Hoewel aanvankelijk het plan was om de tongen van de Fagot en de Trompet te vervangen, besloot men in een later stadium de bestaande tongen weer zo goed als mogelijk bruikbaar te maken. Van de Vox Humana werden behalve de tongen ook de kelen vernieuwd. Veel pijpen kregen nieuwe voeten, aangezien de oorspronkelijke voeten gecorrodeerd waren. Het snij- en lofwerk werd hersteld. Met de restauratie was een bedrag gemoeid van f 23.277,24 .

Eindnota van Flentrop van 13 november voor een bedrag van f 20.434,50. Er zijn al twee termijnen van f 6.400,- betaald, waardoor het betalen bedrag f 7.634,50 wordt.
(Brief van 15 november van Vente aan de kerkvoogdij, waarin hij meldt dat de restauratie is afgerond. Hij heeft de werkzaamheden regelmatig gecontroleerd in de werkplaats en in Smilde.
 - De tongen van de Fagot 16' en de Trompet 8' zijn niet vernieuwd hoewel dit wel gepland was. De orgelmaker heeft nu de tongen zo goed mogelijk bruikbaar gemaakt, wat extra tijd heeft gekost. Deze oplossing is gekozen vanwege de eisen van monumentenzorg.
 - Van de Vox Human zijn zowel de kelen als de tongen vervangen.
 - Vente is van mening dat deze extra werkzaamheden betaald moeten worden. Indien later blijkt dat het niet voldoet zal Flentrop de tongen van de Fagot en de trompet tegen kostprijs vervangen. Ook de restauratie van de windladen heeft meer tijd gekost dan begroot. Hiervoor zijn echter geen extra kosten voor in rekening gebracht.
 - Op advies van Dr. Oussoren van monumentenzorg is de Fluit 4' vervangen door een carillon II-III voor f 1.180,-
 - Ook zijn een groot aantal versuikerde pijpvoeten vervangen voor f 1.235,-
 - Vente adviseert de rekening te betalen inclusief de extra werkzaamheden.
 - Hij dient een adviesrekening in van f 1.020,70, zijnde 5 % van de eindnota van Flentrop.
Op 29 november stuurt H. Fiege uit Smilde een nota van f 38,50 voor het schoonmaken van het front en reparatie van de ornamenten.
Op 12 december schrijft de kerkvoogdij aan gedeputeerde Staten van Drenthe dat de restauratie is voltooid en of de toegezegde subsidie kan worden uitbetaald. Van dezelfde datum noteren ook brieven aan het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, de gemeente Smilde, Dr. Oussoren en Dr. Vente. (15)


Nieuwsblad van het Noorden 22-11-1958


Provinciale Drentsche en Asser courant 13-05-1959

1960: Straat in Smilde vernoemd naar de schenkers van het orgel

Nieuwsblad van het Noorden 17-06-1960


Foto nr. DM0227010815 voor 1960  (38) Klik op de afbeelding voor een vergroting

1961: Op 24 april waarschuwt de dienst monumentenzorg voor de stralingsverwarming dien in de koepel van de kerk is aangebracht. De verbrandingsgassen kunnen het pijpwerk van het orgel aantasten. Kan bij de subsidieverlening voor de kerkrestauratie hier een opmerking over gemaakt worden?
Op 5 mei wijst de provincie er op dat de aangebrachte verwarming schade kan toebrengen aan het orgel. De vrijkomende verbrandingsgassen kunnen het pijpwerk aantasten. Kan een deskundige een onderzoek instellen en de resultaten melden?
Op 22 december informeert de provincie hoe het staat met het onderzoek naar de schade die de verwarmingsapparatuur zou kunnen toebrengen aan het orgel. (25)

1962: Op 28 mei schrijft het bureau monumentenzorg aan de provincie dat het hier gaat om beschadigingen aan het pijpwerk. Shell zou hier gedocumenteerd antwoord op moeten geven.
Op 8 juni schrijft de provincie dat in de brief van Shell geen antwoord gegeven wordt op de vraag of de straalverwarming invloed heeft op het pijpwerk. Kan dit verder worden uitgezocht? (25)

1966: In maart vraagt de kerkvoogdij aan het bureau monumentenzorg of er bezwaar is om het orgel af en toe te gebruiken als lesinstrument.
Op 28 maart antwoordt het bureau dat er een gevaar schuilt in het laten studeren op het orgel. Als dit onder begeleiding gebeurd maakt dat een groot verschil. Er moet tenslotte weer een nieuwe generatie organisten worden opgeleid. (25)


Foto: nr. MZ12711010227 15-04-1981 (38) Klik op de afbeelding voor een vergroting

1981: Van 8 augustus dateert een begroting voor inwendig herstel van de kerk. Voor het orgel komen de volgende posten voor:
- 100m2 schilderwerk orgel f 5.000,-
- verguldwerk orgel + koepel f 5.000,-(25)

1984: In het proces verbaal van de aanbesteding voor een inwendige restauratie van de kerk staat opgenomen dat het orgel zo moet worden afgedekt dat het orgel tijdens erediensten gebruikt kan worden. (25)

1987: In een boek van Ger Ludwig ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan van de kerk wordt op de bladzijden 59-64 de geschiedenis van het orgel beschreven (26)

1994: Volgens onderstaand krantenbericht laat de staat van het orgel te wensen over.

Nieuwsblad van het Noorden omstreeks begin juli 1994 (08)

1998: Gedeeltelijke restauratie door Flentrop Orgelbouw onder advies van Jan Jongepier. De slepen van de tongwerken en de Mixtuur zijn vervangen door (dikkere) eiken exemplaren, de klavieren hersteld en de tongwerken gerestaureerd. De van origine doorslaande Vox Humana (BW) met horizontale tongplaten, kon worden gereconstrueerd aan de hand van de bewaarde stevels, koppen en bekers. Voor de overige delen werd informatie verkregen uit fragmenten van een vergelijkbaar register, afkomstig uit het voormalige orgel van de Gereformeerde Parklaankerk te Groningen, in opslag bij Sicco Steendam. De intonatie van de tongwerken en de Mixtuur werd gecorrigeerd, de dispositie bleef ongewijzigd. Op 26 juni 1998 werd het orgel in de Hervormde Koepelkerk te Smilde weer in gebruik genomen.

Dispositie na de werkzaamheden uit 1998:
Hoofdwerk   Bovenwerk   Pedaal
Bourdon 16' Prestant 8' C - d1
Prestant 16' discant Holpijp 8'  
Prestant 8' Holfluit 8'  
Gedekt 8' Viola da Gamba 8'  
Octaaf 4' Octaaf 4'  
Nachthoorn 4' Fluit 4'  
Octaaf 2' Fluit 2'  
Cornet V discant Carillon III  
Mixtuur V Vox Humana 8'  
Fagot 16'      
Trompet 8'       


Waarschijnlijk wijkkrant Assen, 26-06-1998 (08) De ORGELkrant 1998-11 (05)

2002: De restauratie van de Vox Humana is na grondig onderzoek in het begin van 2002 door Jan Jongepier en een deskundige van monumentenzorg als mislukt aangemerkt. Dit gehele register is voorlopig vervangen door een Dulciaan 8'. Deze werkzaamheden zijn in het voorjaar van 2005 afgerond. Dit uit ± 1850 stammende register, herkomst tot op heden nog onbekend, komt uit de Kapelkerk te Alkmaar.
De oorspronkelijke Vox Humana is in de orgelkas opgeslagen. Indien de kennis, inzichten en voortschrijdende technieken in een later stadium zullen zijn geoptimaliseerd, zal alsnog een poging ondernomen worden dit historische register in de toekomst opnieuw te reconstrueren.

Onderstaande foto's zijn afkomstig van http://www.koepelkerk-smilde.nl


Gedemonteerde Vox Humana.


Nieuwe Dulciaan.


Foto links onbekende herkomst: Het orgel in de steigers Foto's  midden en rechts: Foto Geert Jan Pottjewijd De 'oren' van de vazen staan nog omlaag.

2007: Zondag 8 juli begaf de motor van het monumentale van Oeckelen orgel in de Koepelkerk te Smilde het. De motor staakte na veel lawaai en rookwolken. Aangezien de bekende serie orgelconcerten inmiddels al was begonnen kwam de concertcommissie dan ook onmiddellijk in actie. Reeds dinsdag, één dag voor het tweede concert, plaatste orgelbouwer Flentrop uit Zaandam een nieuwe motor zodat de windvoorziening weer optimaal functioneert. Door het grotere vermogen is de klank met name in het volle werk nog briljanter geworden. (01)

Interview op Radio Drenthe met de organist van de kerk: Klaas van der Kolk
Bericht RTV Drenthe van 9 juli 2007: http://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/18761/Orgelproblemen-Koepelkerk
Bericht RTV Drenthe d.d 13 juli 2007 : http://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/18857/Orgel-Koepelkerk-weer-bespeelbaar



Foto http://www.assen.nu

2016/2017: Al enkele jaren is de orgelconcertserie in Smilde onderbroken geweest vanwege de vele werkzaamheden aan het kerkgebouw. Ook de staat van het orgel liet te wensen over, omdat de restauratie in 1998 maar een deel-restauratie was. (27)
In mei 2016 is er offerte gevraagd aan meerdere orgelmakers voor de restauratie van het orgel.
Volgens een bericht uit het kerkblad van Smilde van juli 2016 (blz. 01 en blz. 02) wordt het orgel in de eerste drie maanden van 2017 gerestaureerd. Het nog te financieren bedrag bedraagt echter geen EUR 3680,= maar EUR 13.680,=
De financiering daarvan is zo goed als rond. (09)
In het kerkblad van kerkblad van Smilde no 20 van 12 november 2016 is te lezen dat de restauratie begin 2017 zal gaan starten. De orgelkas wordt gerestaureerd door orgelmaker Henk Heideveld uit Beilen en het inwendige door Adema's kerkorgelbouw uit Hillegom.
Adviseur is Theo Jellema uit Leeuwarden. (10)

Fotoreportage restauratie orgelkas door Henk Heideveld-01
Fotoreportage restauratie orgelkas door Henk Heideveld-02


Gezinsblad Assen 21-12-2016 (11)


Berichtgeving december/januari 2016/2017 restauratie orgel in Dagblad van het Noorden, Asser Gezinsbode en Krant van Midden-Drenthe


Bericht uit het kerkblad 38e jaargang nr 7-8 april 2017 (Klik op de linker afbeelding voor een vergroting) (12)

Berichtgeving op RTV Drenthe een reportage van de werkzaamheden tot nu toe.
Maandag 6 februari 2017: http://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/118297/Restauratie-orgel-Koepelkerk-is-hard-nodig-Er-vielen-stukken-naar-beneden
Maandag 15 mei 2017: Zie http://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/121809/Duizend-orgelpijpen-terug-in-koepelkerk-Smilde

Zondag 8 juni 2017 verslag van de ingebruikname: http://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/122984/Orgel-Koepelkerk-in-Smilde-weer-bespeelbaar-Organist-ging-uit-zijn-dak

Het orgel werd op 17 juni 2017 weer in gebruik genomen met een concert door de adviseur Theo Jellema.

Gezinsblad 14 juni 2017


Foto: Henk Heideveld Orgel na de restauratie. De 'oren' van de vazen staan nu weer omhoog. . Klik op de afbeelding voor een vergroting.


2021: De kerk is inwendig verbouwd. De dooptuin om de preekstoel is verplaatst naar de tegenoverliggende pilaar om meer ruimte voor activiteiten op het podium te verkrijgen.
Installatie van een vloerverwarming, nieuw meubilair. De vloer krijgt weer de originele tegels van Bremer zandsteen. (13)

Opnamen:

CD/LP Organist Composer  
CD VLC1091 Erwin Wiersinga J.C. Kittel Preludium in a 
      Straf mich nicht in deinem Zorn
    L. van Beethoven  Flötenuhrstück in F

Bronvermelding:

  1. www: http://www.assen.nu
  2. www: http://reliwiki.nl/index.php?title=Smilde,_Veenhoopsweg_13_-_Koepelkerk
  3. Boek: Lex Gunnik, Repertorium van de orgels gebouwd door Petrus van Oeckelen, Zwolle: Doctoraalscriptie Muziekwetenschap, 1990 25-31
  4. Boek: Peter van Dijk (redactie), Het historisch orgel in Nederland 1840-1849, NIvO, 2002 87-89
  5. Tijdschrift: de ORGELkrant 1998/11 orgelbouwnieuws door Rogér van Dijk
  6. Tijdschrift: Het Orgel 1895/09
  7. E-Mail: Vicor Timmer van 21 november 2014
  8. E-Mail van Frits Kaan van 3 januari 2015
  9. E-Mail van 25 juli 2016 van Jans Vrieling uit Smilde
  10. E-Mail van 19 november 2016 door Jans Vrieling
  11. E-Mail van Frits Kaan van 22 december 2016
  12. E-Mail van 21 april 2017 van Jans Vrieling
  13. Contactbrief 145 - Verzamelblad voor Kerkkaartenverzamelaars
  14. Drents Archief: 0641 Nederlands Hervormde Gemeente Hijkersmilde en Kloosterveen 3. Archief van de kerkvoogdij 59 Ingekomen stukken, niet ingebonden geweest in de onder de vorige nummers beschreven banden; 1829-1954
  15. Drents Archief: 0641 Nederlands Hervormde Gemeente Hijkersmilde en Kloosterveen 3. Archief van de kerkvoogdij 78 Stukken betreffende de restauratie van het orgel; 1958
  16. Drents Archief: 0641 Nederlands Hervormde Gemeente Hijkersmilde en Kloosterveen 3. Archief van de kerkvoogdij 58 Ingekomen stukken en minuten van verzonden stukken 1860-1863
  17. Drents Archief: 0641 Nederlands Hervormde Gemeente Hijkersmilde en Kloosterveen 3. Archief van de kerkvoogdij 57 Ingekomen stukken en minuten van verzonden stukken 1854-1859
  18. Drents Archief: 0641 Nederlands Hervormde Gemeente Hijkersmilde en Kloosterveen 3. Archief van de kerkvoogdij 56 Ingekomen stukken en minuten van verzonden stukken 1827-1850
  19. Drents Archief: 0446 Provinciaal College van Toezicht Hervormde Gemeenten 125 Indices op de verbalen; 1821-1863
  20. Drents Archief: 0446 Provinciaal College van Toezicht Hervormde Gemeenten - Verbalen van het verhandelde op de vergaderingen, met bijlagen - 24 1837 2e halfjaar
  21. Drents Archief: 0446 Provinciaal College van Toezicht Hervormde Gemeenten - Verbalen van het verhandelde op de vergaderingen, met bijlagen - 25 1838 1e halfjaar
  22. Drents Archief: 0446 Provinciaal College van Toezicht Hervormde Gemeenten - Verbalen van het verhandelde op de vergaderingen, met bijlagen - 26 1838 2e halfjaar
  23. Mense Ruiter oud archief
  24. Drents Archief: 0446 Provinciaal College van Toezicht Hervormde Gemeenten - Verbalen van het verhandelde op de vergaderingen, met bijlagen - 28 1839 2e halfjaar
  25. Drents Archief: 0913 Archief van de afdeling Monumentenzorg van de provincie Drenthe 1425 Smilde, NH kerk; 1959-1987
  26. Boek: J.B. Ludwig, Het geschenk van het lantschap - Gedenkschrift bij het 200-jarig bestaan van de kerk van Smilde, Assen: Hummelen, 1987
  27. Tijdschrift: Sjoerd Post, Kwart eeuw concertserie in Smildiger Koepelkerk, Levend-verleden periodiek tijdschrift van de historische vereniging De Smilde 2009-04
  28. Drents Archief: Notarisakten Assen 0114.03 notaris mr. M. Schukking aktenummer 69 Jaar: 1815 Hoofdpersoon Helena Catharina Hendrika Busman wonende te Smilde Comparant Lucas Oldenhuis Kymmell wonende te Smilde Comparant Johan Bernard Frederik Rebenscheid wonende te Smilde
  29. Drents Archief: 0446 Provinciaal College van Toezicht Hervormde Gemeenten - Verbalen van het verhandelde op de vergaderingen, met bijlagen - 27 1839 1e halfjaar
  30. Drents Archief: 0446 Provinciaal College van Toezicht Hervormde Gemeenten - Verbalen van het verhandelde op de vergaderingen, met bijlagen - 29 1840 1e halfjaar
  31. Drents Archief: 0446 Provinciaal College van Toezicht Hervormde Gemeenten - Verbalen van het verhandelde op de vergaderingen, met bijlagen - 30 1840 2e halfjaar
  32. Drents Archief: 0446 Provinciaal College van Toezicht Hervormde Gemeenten - Verbalen van het verhandelde op de vergaderingen, met bijlagen - 31 1841 1e halfjaar
  33. Drents Archief: 0446 Provinciaal College van Toezicht Hervormde Gemeenten - Verbalen van het verhandelde op de vergaderingen, met bijlagen - 32 1841 2e halfjaar
  34. Drents Archief: 0446 Provinciaal College van Toezicht Hervormde Gemeenten - Verbalen van het verhandelde op de vergaderingen, met bijlagen - 33 1842
  35. Drents Archief: 0446 Provinciaal College van Toezicht Hervormde Gemeenten - Verbalen van het verhandelde op de vergaderingen, met bijlagen - 34 1843 1e halfjaar
  36. Drents Archief: 0446 Provinciaal College van Toezicht Hervormde Gemeenten - Verbalen van het verhandelde op de vergaderingen, met bijlagen - 35 1843 2e halfjaar
  37. Drents Archief: 0446 Provinciaal College van Toezicht Hervormde Gemeenten - Verbalen van het verhandelde op de vergaderingen, met bijlagen - 39 1846
  38. Beeldbank Drents Archief
  39. www: http://www.kerkeninbeeld.nl Gegevens staan onder Hijkersmilde (24-02-2025)
  40. Boek: Jaap Brouwer, Johan van Meurs - Een studie over een pionierend orgeladviseur, Groningen: Philip Elchers, 2017

 



Foto Geert Jan Pottjewijd