Veenhuizen Hervormde kerk

Informatie over de kerk.


Ansichtkaart 1924

1831: Op de vergadering van 18 november 1831 wordt besloten dat de drie hoofdonderwijzer om beurten de functie van voorzanger en voorlezer zullen vervullen, omdat onder de kolonisten geen geschikte kandidaat is gevonden.

1834 31 december voor tractement aan den voorzanger J.H. Geraerts f 25,- (36)

1837: Op 12 mei schrijft dominee Van Rinteln rechtstreeks aan de stichter van de koloniën en toen minister van de overzeese gebiedsdelen Johannes van den Bosch een brief: (24) (25)
Aan Zijne Excellentie den Luit. Gen. Baron van den Bosch enz. enz.
Veenhuizen, 12 Mei 1837
Ik waag het zoo vrij te zijn Uwe Excellentie lastig te vallen met de aanvrage om raad & inlichting; en verkeer in de hoop, dat het niet ten Kwade moge worden geduid, daar ik in deze ook de tolk van den Kerkeraad ben.
Sedert de Roomsch Katholijke Gemeente in het bezit is van een orgel, wordt de begeerte daarnaar bij de Protestantsche Gemeente natuurlijk meer levendig & sterk.
Maar hoe zal zij er aan komen? De Kerkeraad sprak daar over onlangs opzettelijk.
De Gemeente zou zeker daar toe wel wat kunnen, & ook gaarne willen bijdragen, maar zou toch altijd ondersteuning van elders noodig hebben, indien immers het orgel eenigszins overeenkomstig de behoefte & tevens naar het Kerkgebouw geschikt zoude zijn.
Zal men nu echt beproeven, wat wel uit den bestemde Gemeente zou kunnen komen; & als dan pogingen aanwenden, om, wat dan nog mogt ontbreken, van elders, & wel door de Permanente Commissie, of haren invloed te bekomen? Of zou het voegzamer geacht worden eenen anderen weg in te slaan?
Hoe veel zal Uwe Excellenties veel vermogende invloed kunnen te weeg brengen! Hoe gaarne zullen wij dan ook derzelver raad & inlichting vernemen, om er ons naar te gedragen!
Met de meest weegende hoogachting heb ik de eer te zijn
Van Uwe Excellentie
de Zeer Onderdanige Dienaar
K: van Rinteln

Johannes van den Bosch wil hier niet als minister op reageren. Hij doet de brief bij de overige ingekomen post van de permanente commissie en als commissie wordt er op  2 juni gereageerd: (30)
’s Gravenhage, den 2 Junij 1837
De permanente commissie der Maatschappij van Weldadigheid
Gelezen den brief van den Heer K. van Rinteln, Predikant bij de Protestantsche Gemeente te Veenhuizen van den 12 dezer ll.
Besluit
daarop te antwoorden als volgt:
Op UWEd missive van den 12 Mei dezer ll., gerigt aan ons Medelid den Baron van den Bosch, hebben wij de eer te antwoorden dat er reeds vroeger ernstig op gedacht is om de Protestantsche Gemeente te Veenhuizen van een orgel te voorzien, en dat er zelfs reeds toezegging van eenige bijdragen te dien einde was verkregen, doch dat men om de aanzienlijke kosten van de zaak heeft moeten afzien, weshalve wij, daar dit bezwaar thans evenzeer bestaat, van gevoelen zijn dat het thans blijkens UWEd missive weder opgewakkerd verlangen naar een orgel niet wel vervuld zal kunnen worden, waarom het ons intusschen voorkomt dat de Gemeente te ver kan ??, daar zij boven zoo vele andere protestantsche Gemeenten, der ?? die geene orgel bezitten, het voorregt heeft dat aan hare Godsdienst oefeningen door de muzijk van tijd tot tijd meer luister en indruk kan worden gegeven.

In bovenstaande brief wordt gedoeld op het muziekcorps van weeskinderen uit het derde gesticht onder leiding van hoofdonderwijzer Albert Schuurman, die binnenkort vertrekt, en de kinderkoortjes van het eerste en derde gesticht.

In de kerkvoogdijvergadering van 3 juli wordt gemeld dat de aanvraag voor de aanschaf van een orgel door de Permanente Commissie is afgewezen. Men ziet de noodzakelijkheid ervan niet in. (33)

1839: Na de mislukking bij de permanente commissie blijft dominee Kornelis van Rinteln steeds terugkomen op de aanschaf van een orgel. Bijvoorbeeld in het jaarverslag over 1838, gedateerd 8 februari (24) (26)
Hij schrijft:
De openbare godsdienst wordt bij enkele gelegenheden wel eens veraangenaamd & opgeluisterd door kerkgezangen met, of zonder begeleiding der instrumenten, wij betreuren & missen ten deze het vertrek van Schuurmans, schoon de waarnemend onderwijzer de Braak hieromtrent niet weinig ijver en welwillendheid vertoont, terwijl het zanggezelschap op het eerste gesticht, onder de leiding van de ijvervollen & bekwamen Geraets, zich niet alleen goed staande houdt, maar zelfs zoo in getal van sujetten, als in bekwaamheid zichtbaar toeneemt.
De Gemeente blijft echter de behoefte gevoelen aan een geschikt orgel, & hare begeerte daarnaar is zoo algemeen als billijk.
Zoiets doet hij elk jaarverslag.
Op 12 augustus wordt onderwijzer J.H. Geraerts aangesteld als voorlezer en voorzanger voor een salaris van 20,- per jaar. Eigenaardigerwijze wordt er ook een organist aangesteld voor f 12,50 per jaar terwijl er nog geen orgel aanwezig is. (33)

1840: In 1840 meent Van Rinteln de oplossing gevonden te hebben. In een plan, dat ongetwijfeld oorspronkelijk uit Van Rintelns koker komt, gedateerd 2 februari wordt uitgelegd hoe het orgel er kan komen. (24) (26)
In samenvatting:
Het initiatief van het plan 'tot daarstelling van een orgel in de Protestantsche kerk der kolonie te Veenhuizen' gaat uit van de drie adjunct-directeuren van de drie gestichten (Jannes Poelman van Veenhuizen-1, Jacob Kluvers van Veenhuizen-2 en Sikke Berends Drijber van Veenhuizen-3). Zij geven opdracht aan de bedelaarskolonist J.C. Schmidt, gevestigd in het tweede gesticht, een orgel te bouwen volgens een begroting die zou zijn bijgevoegd maar er nu niet meer bij zit.
Het mag maximaal 600 gulden kosten. Om dat geld bij elkaar te krijgen zullen de drie adjunct-directeuren een intekenlijst laten rondgaan in hun gesticht en zullen ze alle ambtenaren aanmoedigen om een week salaris te doneren. Bij het tweede gesticht zal een werkplaats worden ingericht waar de orgelmaker aan de slag kan. De adjunct-directeuren hebben met hun jaarsalaris van 1.000 gulden makkelijk praten, maar de meeste ambtenaren verdienen een derde van dat bedrag en kunnen geen week salaris missen.
Johan Christoffel Schmidt (1779-1846) en zijn vader Johan Pieter Schmidt (1743-1807) waren orgelmakers te Gouda en werkten bijvoorbeeld samen met de orgelmaker Hendrikus Hermanus Hess.
Johan Christoffel is blijkbaar tot armoede vervallen en wordt op 13 augustus 1839 vanuit Amsterdam het bedelaarsgesticht op de Ommerschans binnengebracht en staat met nummer 64 in het bedelaarsregister. (24) (28)
Volgens die inschrijving is hij:
 - Geboren 3 maart 1779
 - Geboorteplaats ik zag het eerst aan voor 'Girda', maar het zou ook gewoon een onduidelijk geschreven Gouda kunnen zijn.
 - Geloof Gereformeerd
 - Lang 1 El 7 palm 3 duim 2 streek (omgerekend 1 meter 73
 - Haar rosachtig, Oogen blaauw, Neus ordinair (= gewoon), Mond idem, Kin rond, Merkbare teekenen --

Hij wordt op 9 november 1839 overgeplaatst vanuit de Ommerschans naar het tweede gesticht te Veenhuizen en dan moet het contact tussen dominee Van Rinteln en Schmidt over de mogelijke bouw van een orgel hebben plaatsgevonden.
Theoretisch is mogelijk dat er een orgel tot stand komt, maar erg waarschijnlijk is het niet. Een van de initiatiefnemers, Jacob Kluvers, wordt later in 1840 ontslagen en dominee Kornelis van Rinteln is dan al met zijn gezondheid aan het sukkelen.
In een verslag van inspecteur der koloniën Wouter Visser uit april 1840 staat dat de inspecteur in 1840 de paasdienst bezocht bij dominee Van Rinteln, 'wiens zwakke gezondheid hem het uitspreken zijner leerreden moeijelijk maakte'. Kornelis van Rinteln overlijdt 10 oktober 1844.

Johan Christoffel Schmidt wordt als bedelaar op 30 maart 1841 uit het bedelaarsgesticht ontslagen. Daarna komt hij nog een keer het bedelaarsgesticht in. Opgenomen vanuit Steenwijk en dat ligt zo dicht bij de koloniën dat het hoogstwaarschijnlijk een vrijwillige opname is. Vermoedelijk is hij ziek. Hij komt aan op 8 juli 1845, en staat in het bedelaarsregister  (24) (29) Hij gaat 12 juli 1845 naar Veenhuizen en overlijdt daar op 25 maart 1846.

1844: Op 6 november wordt gemeld dat hoofdonderwijzer Tieman? is benoemd tot voorlezer en voorzanger voor f 30,- per jaar. Hierbij wordt het volgende vermeld: 'zullende hij deze betrekking alleen zonder organist waarnemen'. (33)

1847: In de kerkvoogdijvergadering van 17 maart komt de aanschaf van een orgel weer aan de orde. Geprobeerd om via vrijwillige bijdragen langzamerhand een bedrag bij elkaar te krijgen. (33)

1849: Op 18 januari wordt besloten 40 gezangboeken voor f 40,- aan te schaffen en een tiental psalmboeken voor f 1,50 per stuk. Het plan om een orgel aan te schaffen wordt aan de Permanente Commissie voorgelegd. (33)

1853: Op 27 januari 1853 wordt weer gesproken over de vrijwillige bijdragen voor het aanschaffen van een orgel. Er is toestemming nodig van de permanente commissie.
Op 17 maart wordt een brief naar de permanente Commissie gestuurd voor toestemming om een orgel aan te schaffen.
Op 27 oktober wordt er gemeld dat er voor f 1.000,-- is toegezegd voor de aanschaf van een orgel. Ook hebben leden van de permanente commissie toezeggingen gedaan. Er is onderhandeld over de aankoop van een orgel van de gemeente van Akkrum voor f 1.500,-. Het orgel zou gereed moeten zijn in januari 1855. (33)


Provinciale Drentsche en Asser courant 16-03-1853         Nieuwe Drentsche courant 19-03-1853

1854: Op 15 juni wordt er een buitengewone vergadering omtrent de financiering van het orgel gehouden. De toezeggingen belopen nu f 985,70. Het 1e gesticht f 256,36, het 2e gesticht f 298,94 en het 3e gesticht f 380,40. Daarnaast twee aparte toezeggingen van elk f 25,-.
De ontbrekende f 500 moet binnen komen via een nieuwe inschrijving.
Op 11 augustus wordt gemeld dat de tweede inschrijving naar wens verloopt. Prins Frederik der Nederlanden heeft een toezegging gedaan van f 200,- Daarnaast zijn er individuele giften van f 25,- en f 7,50.
Op 2 november wordt geconstateerd dat er nu f 1,241, 41 bij de spaarbank is belegd. Volgens inschrijving is nog f 233,88 toegezegd, zodat de totaalstand f 1475, 92 bedraagt.
'tevens wordt bepaald om den aannemer den heer van oekelen dringend uit te nodigen spoedig met het werk een aanvang te willen maken.' (33)
Kasboek 31 december: Aan H.J. Flierman als voorzanger (36)


Provinciale Drentsche en Asser courant 15-07-1854, Zierikzeesche Nieuwsbode 31 juli 1854 pagina 2, Nieuwe Drentsche courant 15-07-1854


Nieuwe Drentsche courant 25-11-1854

1855: Op 18 januari wordt besloten de verantwoordelijkheid voor alle uitgaven en ontvangsten voor het orgel te beleggen bij een persoon.
11 oktober Art. 6: Stand van het orgel wordt besproken. Als alle toezeggingen binnen zijn is er f 1.540,86 beschikbaar. De nog niet binnen gekomen toezeggingen zullen worden gereclameerd.
'Nog wordt bepaald om, zodra het orgel gereed zal zijn, voor de zaak van het orgel, des namiddags in de kerk te collecteren, alsmede elke maand eenmaal des voormiddags van voorafgaande bekendmaking.
Art 7: Wordt gesproken over den koster Menkman, die wegens ziekte en ouderdom niet geschikt meer geoordeeld wordt voor dit werk en wordt bepaald om tegen january 1856 een nieuwe koster aan te stellen. Uit aanmerking van langdurige diensten zal aan Menkman het bedrag voor het .... van het Nachtmaal ad f 10,- uitgekeerd worden. Als nieuwe koster wordt voorgesteld J.B. Zweers, die tevens organist wezen zal, indien ... Braak die op zich genomen heeft het eerste jaar het orgel gratis te bedienen, niet geneigd is op zich te nemen om zulks ook voor het vervolg gratis te doen.'  (33)



Provinciale Drentsche en Asser courant 19-05-1855, 08-08-1855, 22-08-1855

 

1856: 17 januari 'Art 3: Wordt bekend gemaakt dat Menkman als koster is afgetreden en als koster tevens als organist is voorgedragen Sweers.'Van Oeckelen plaatst een orgel dat afkomstig is uit de Nederlandse Hervormde kerk te Akkrum dat in 1820 werd gebouwd door J. A. Hillebrand uit Leeuwarden.
In Akkrum vond men het orgel te klein en besloot men een nieuw orgel te laten maken door Petrus van Oeckelen te Haren. Het nieuwe orgel in Akkrum krijgt ook weer een loos Rugpositief.
Het oude orgel uit Akkrum werd door Van Oeckelen overgenomen voor f. 800,-.
27 maart 'Art 4: Wordt gesproken over het orgel. hetzelve afgewerkt zijnde. is reeds ingewijd op den tweeden paaschdag 24 maart. De stand der gelden blijkt deze te zijn: er is in het geheel ontvangen f 1.528,20 met inbegrip van de interest, die het beleggen van het geld in de Spaarbank heeft opgeleverd.
De uitgaven met inbegrip der beelden tot versierselen, benevens het vergulden en vernissen bedragen f 1.564,44, zoodat er plusminus een tekort zal zijn van f 36,24. Nog zijn er volgens de inschrijving nog eenige gelden te ontvangen.... Er wordt een lijst opgemaakt van de namen van allen, die voor het orgel hebben bijgedragen...'
7 juli: In Art. 3 wordt de verdere financiële afhandeling van het orgel besproken. Het uiteindelijke tekort bedraagt f 24,92. Hiervoor zal een aparte collecte worden gehouden. (33)
1856 Kasboek B. Zweers als organist en koster van de kerk f 52,-, inbinden van orgelboeken f 2,50  (36)



Het orgel uit Akkrum had de volgende dispositie:
Manuaal  
Prestant 8’
Holpijp 8’
Viola di Gamba Disc. 8’
Octaaf 4’
Quint 3’
Flute d’amour 4’
Super Octaaf 2’
Mixtuur 1 1/3’  3 sterk
Trompet 8’
Pedaal aangehangen

drie blaasbalgen (02).

Broekhuyzen vermeldt de dispositie zoals het in Akkrum stond. Hij vermeldt ook de dispositie van het nieuwe Van Oeckelen-orgel.



Het orgel werd bij de ingebruikneming in Veenhuizen bespeeld door 'ene bekwame hand' (03).
Bij de plaatsing in 1856 werden twee nieuwe registers gemaakt o. a. een Bourdon 16’. Dit register werd op een aparte lade onderin het orgel aangebracht. Hiervoor moest een nieuw welllenbord met drukmechanisme worden gemaakt. De toren bekroningen werden verwijderd en vervangen. Het rugwerk bestaat uit een loos front.
 
Broekhuyzen vermeld het orgel ook zoals het in Veenhuizen werd geplaatst.



Provinciale Drentsche en Asser courant 26-03-1856, Groninger courant 28-03-1856

1858: 21 januari de aparte collecte voor het orgel wordt opgeheven. Er is inmiddels een overschot. (33)
Kasboek: Aan J.B. Zweers als koster en organist kwitantie nr. 1 f 52,00 Aan dezelfde voor stemmen en schoonmaak van het orgel kwitantie nr. 2 f 1,000, Aan dezelfde voor Ripparatie kwitant nr. 3 f 2,00 Aan H.J. Fliermans als voorzanger kwitantie nr. 7 f 20,00, aan H.J. Croes voor orgeltrappen kwitantie nr. 11 f 1,70, aan d. Leveler? idem f 3,50, Aan A A Kuurten voor reparatie enz. aan het orgel f 7,00 (36)

1859 Kasboek 31 december J.B. Zweers voor het stemmen en het schoonhouden van van het orgel f 10,- A.A. Kuerten aan reparatie enz. van het orgel f 10,- H.J. Flierman als voorzanger f 30,- J.W. Remy voor het orgeltrappen f 3,50 (35)

1860: Op 24 oktober wordt een brief behandeld van de minister van Binnenlandse Zaken om het orgel te verzekeren tegen brandschade. De kerkenraad stelt voor om het orgel aan de staat over te dragen. De minister gaat hier niet op in. Hij dringt aan op een verzekering. De kerkenraad besluit het orgel te verzekeren voor f 2.500,- bij de Tielsche Waarborgmaatschappij. (33)
Kasboek: 24 oktober Aan W.J. Küller? voor betaalde Assurantie van het orgel in de Tielsche Brandwaarborgmaatschappij f 6,80 31 december aan Zweers voor het stemmen en reparatiën van het orgel f 20,-J.W. Remij voor het trappen van het orgel 5,20, H.J. Flierman als voorzanger f 30,- (35)

1861: Kasboek 31 december Zweers voor het stemmen van het orgel f 20,-, Dezelfde voor het bespelen van het orgel f 52,-, Remy voor het orgeltrappen f 5,20, Flierman als voorzanger f 30,-(35)


Na 1863: In de vergadering op 29 april? wordt het orgel besproken. Het orgel moet noodzakelijk worden gerepareerd. Orgelmaker Lohman heeft het orgel onderzocht. Een totale reparatie zal f 225,- gaan kosten. Een eenvoudiger herstelling kost f 130,-.
Er wordt besloten het eerste plan uit te voeren. Ook wordt gesproken over het toelaten van orgelleerlingen. Dit wordt toegestaan als de organist toezicht houdt.
Op 5 juni de reparatie kan plaatsvinden. Er zijn nu voor f 95,75 aan giften binnen. Er is f 30,- in het kerkzakje en ook de f 20,- uit de begroting. Het resterende bedrag zal worden bijeengebracht door collectes en uit de begroting van het volgende jaar.
Op 21 oktober wordt gemeld dat op de reparatie van het orgel al f 125,- is afbetaald. De rest van het bedrag zal dit jaar worden betaald op f 20,- na. Dat wordt betaald uit de begroting van het volgende jaar. (33) (05)
Kasboek 9 maart P. van Steenwijk voor reparatiën aan het orgel f 1,28, N.A.G. Lohman .. in mindering van het hem toekomende voor gedane reparatie aan het orgel f 125,-, Aan W.G. Croes toelage voor het trappen van het orgel gedurende de reparatie f 1,-, A.J. Flierman voor Koffy en pijpen bij de voldoening van het verschuldigde voor deze reparatie van het orgel f 0,68 15 augustus C.G. Bremer? voor brandassurantie van 't orgel f 2,60, 20 november Gratama voor 't plaatsen eener advertentie in de Asser Courant f 2,77, 3 december Aan N.A.G. Lohman .. het restant van het contant aan hem te betalen voor de reparatie van het orgel f 60,-(35)



Provinciale Drentsche en Asser courant 16-06-1863, 23-07-1863

1864: Op 20 januari 1864: 'Art 6: Wordt goedgevonden om den organist bij wijze van gratificatie te geven van  f 2,50, insgelijks aan den orgeltrapper f 2,50.'
Op 26 oktober Art 4: 'Een voorstel om onzen organist een gratificatie uit het kerkfonds toe te kennen wordt verdaagt - en dat om op den aanstaande dankdag een orgelmuzyk te geven, aangenomen, behoudens goedkeuring van den direkteur. (33)
Kasboek Uitgaven voor orgeltrapper, organist en assurantie

1865: 16 januari : 'Art. 4 De organist in de vergadering toegelaten. Vraagt 1. vergunning om op den tweeden paaschdag en orgelconcert te geven 2. om matten op de vloer van het orgel te hebben 3. dat aan hem de reparatie van het orgel zal worden toevertrouwd. Het sub nr 1 en nr 2 wordt toegestaan, doch sub nr 3 wordt afgewezen.' De organist krijgt een gratificatie van f 5,-, de orgeltrapper krijgt f 2,50. (33)


Provinciale Drentsche en Asser courant 27-04-1865

1866: 22 januari: Art 3 Wordt goedgevonden om gratificatie uit te betalen aan de organist van f 5,- terwijl de organist wordt opgedragen om een koraalboek voor de psalmen en gezangenboek aan te schaffen. Dit dient echter wel eerst door deskundigen te zijn goedgekeurd. De orgeltrapper krijgt een gratificatie van f 3,- De organist wordt toegestaan om op eerste paasdag onder voorwaarden een orgelconcert te geven.
26 mei: Art 2: is ingekomen een verzoek van den organist om ook in de week bij de 'leerlingen'? een orgeltrapper te mogen hebben, alsmede om het 'kussen'? op het orgel te repareren en ook om matten. Op alle wordt gunstig beschikt.
17 oktober: Art 3 Een voorstel van de organist Nieuwenbos , om aan het orgel eenige reparatie te doen, z.a. het aanbrengen van 'veren'? aan de bourdon en deze reparatie door hem te doen plaatsvinden wordt aangenomen. De orgelmaker zal eenen pijp repareren en het akkoord met dezen aangegaan f 20,- voor het stemmen en kleine reparaties zal met januari aanstaande worden opgezegd.  (33)

1867: 23 januari art 3 'Een voorstel van de organist om op paasmaandag een orgelconcert te geven wordt mij meerderheid van stemmen aangenomen. nog een voorstel van denzelfden tot reparatie van de blaasbalg voor de som van f 40,- wordt insgelijks aangenomen, terwijl de beide predikanten als .... in deze zullen fungeren. over het laatste voorstel zal de direkteur geraadpleegd worden.' gratificaties aan organist en orgeltrapper van f 5,00. (33)
Kasboek Reparatie aan de balgen. Bij Cohen uit Meppel worden 2 dozijn wit leer besteld voor f 22,-vellen. Het transport naar Veenhuizen kost f 0,65. Van Groeneveld wordt koperdraad gekocht voor f2,36 G. Ruitenberg? krijft f 13,- voor het vernieuwen van de windbalgen met leder. (35)

1868: 8 januari : Art 2 'Een verzoek van Nieuwenhoven om met paschen een orgelconcert te mogen geven wordt algemeen afgestemd. Een ander verzoek van denzelfden om eenige toelage voor het stemmen van het orgel over het afgelopen jaar wordt toegestaan en wel de som van f 10,0. Verder om voortaan voor het stemmen den organist te verlenen f 1,00 per maand. Art 3 Wordt goedgevonden om meester Plot als voorzanger toe te voegen aan den voorzanger Flierman, evenwel buiten bezwaar van den kerkenraad.' (33)
Kasboek: De meerderheid van de uitgaven van dat jaar hebben betrekking op kleine uitgaven voor het orgel: stemmen, orgeltrappen.
In de jaren daarna kleine uitgaven aan een groot aantal verschillende orgeltrappers. Zij werden zo goed als zeker gerecruteerd uit de in Veenhuizen gedetineerde personen. (35)

1869: 20 januari Art 4 Wordt goedgevonden om gratificatie uit te reiken: aan de tegenwoordige orgelspeler f 10,- gezamenlijk, ieder van hen f 2,00 en 'Keiner'? die ook het orgel ..., nog f 2,-. Aan den orgeltrapper f 3,00.
19 mei: 'Art 4 Aan Kerkmeesters wordt de zaak van het orgel opgedragen, daar Nieuwenbos geschreven heeft van noodzakelijke reparatiën.' (33)

1871: 22 maart: 'Art 3 Van de orgelspeler Keiner is verzoek ingekomen van belooning voor zijn werk aan het orgel. De kerkenraad van het regtmatige hiervan overtuigd zal dit verzoek bij den direkteur ondersteunen.
25 oktober 'Art 4 Daar er een belangrijke en hoogst nodige reparatie aan het orgel moet geschieden en er bij ons geen fondsen voorhanden zijn, zoo wordt goed gevonden ons tot den direkteur te wenden en wordt zulks opgedragen aan den president en dan ook te spreken over de uitgaven des zondags om de 'zangpredikanten'? goed te ontvangen. Art 5 Wordt goedgevonden op het verzoek van onze orgelspelers gunstig te ...., om hun namelijk nu reeds de gewonen gratificatie uit te deelen, daar zij denkelijk spoedig deze plaats zullen verlaten.' (33)

1877: 23 april : 'Reeds een en ander maal werd er gesproken om het orgel hetwelke nog altijd in eigendom aan de gemeente behoorde en naar welks onderhoud, vooral indien er een enigszins bezwarende onkosten mochten plaatshebben, op den duur en naar den tegenwoordige gesteldheid der gemeente te drukkend voor haar zijn zouden, is goedgevonden om zich tot Z. Ed. den Minister van Justitie te wenden met het voortel om het orgel den Staat over te doen, hetwelk reeds vroeger maar tevergeefs beproefd werd. (Zie not. 24 okt 1860 art 3). Daar thans dat voorstel werd aangenomen, is door den kerkeraad en den Direkteur der Rijksgestichten, als daartoe gemagtigd door Z. E den Minister van Justitie, dato 17 juli 1877, eene acte opgemaakt, waarbij het orgel in eigendom wordt overgedragen aan den Staat, terwijl de Staat de verpligting op zich neemt om het orgel in goeden staat te onderhouden. Dit stuk is geteekend door de Direkteur en den kerkeraad en geregistreerd te Assen den 12 July 1887'. (33)

1878: 28 april: De voorzanger is vertrokken. In zijn plaats is benoemd Meijer uit het 2de gesticht. Ook de organist is vertrokken. Voorlopig is benoemd P. van den Windt tegen een beloning van f 0,50 per week. (33)

1879: Op 21 november: 'Nog wordt gesproken over de de aanvraag van een nieuw muziekboek voor den organist dat van den Hr. Worp waarop de vergadering daar niets meer aan de orde is gesloten wordt. (33)


Provinciale Drentsche en Asser courant 23-01-1883

1884: 7 januari 'Daar de organist P. van den Windt als zoodanig bedankt heeft, zal de direkteur hiervan in kennis worden gesteld, teneinde er eene nieuwe benoeming kunnen plaatshebben. tevens wordt bepaald dat aan den orgeltrapper geene wekelijksche toelage van 10 cent meer zal verstrekt worden, daar zij tevreden moeten zijn met hetgeen het Rijk hun beschikt en de kerk geene extra toelage meer verstrekken kan'. (34)
Concert door organist J. Oord.


Provinciale Drentsche en Asser courant 04-03-1884

1894: 5 oktober: naar aanleiding van de aanstelling van een nieuwe voorzanger wordt een instructie gemaakt. (34)

1898: 29 juni Voorzanger O.J. Ketting krijgt op verzoek ontslag. In zijn plaats wordt benoemd P.A. Soer, onderwijzer aan het 1e gesticht. (34)

Provinciale Drentsche en Asser courant 01-07-1898

1902: 14 december: P.A. Soer bedankt als voorzanger en wordt opgevolgd door A. Sanderman, ambtenaar bij het 1e gesticht. (34)


33 Begrotingen; 1903-1943 (32)
1903 - 1914 Voor de voorzanger wordt f 75,- begroot en voor orgelonderhoud f 25


Provinciale Drentsche en Asser courant 23-02-1910

1911: 17 oktober: discussie over het onlangs ingevoerde vluggere tempo van het zingen. Ook komt aan de orde of het mogelijk is een ambtenaar aan te stellen als organist in plaats van een verpleegde. Het onzeker of er bij ontslag van de huidige organist weer een nieuwe verpleegde gevonden kan worden.


Provinciale Drentsche en Asser courant 15-10-1913, 02-12-1913



Maandblad voor berechting en reclasseering van volwassenen en kinderen; orgaan van het Nederlandsch Genootschap tot Zedelijke Verbetering der Gevangenen ... [et al.], jrg 1, 1922

1926: Op zondag 27 juni werd in een kerkdienst herdacht dat de kerk 100 jaar bestond. Medewerking werd verleend door de alt mevr. H. Walhout-Timmerman en pianist P. Bos. Zie ook de orde van dienst. (31)


Weekblad der Nederlandsche Hervormde Kerk, 8 juli 1926

1930 jaarverslag: Voorzanger bleef H. Leemberg. Organiste mej. Britstra, die zeer voldoet en naar wie haar orgelspel graag geluisterd wordt. (31)

1937 Jaarverslag: W. Leemberg bleef voorzanger. Mej. Britstra was organiste. Bij haar ziekteperiode werd zij vervangen door dhr. Ambo. (31)


Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Drenthe 1937


1942 Jaarverslag: Organist was G. Ambrosius zie zeer behulpzaam was bij de invoering van de nieuwen gezangbundel. (31)

1943 Jaarverslag: De voorzanger A. kroon bedankte in de loop van het jaar. De kerkenraad vond het niet nodig die vacature te doen vervullen. Wat een besparing van kosten geeft. Het orgel werd door een gevangene bespeeld. (31)
33 Begrotingen; 1903-1943 (32)
Voorzanger f 125 begroot besteed f 33,75 onderhoud orgel f 50
1914 idem f 75 f 25
1910 idem, 1909, 1907, 1905, 1904, 1903

1945: D.G. ter Veld solliciteert als organist. Er wordt besloten hem tijdelijk te benoemen tegen een vergoeding van f 4,- per zondag. Hij moet zich verplichten onder 'deskundige leiding' te blijven. (34)


Foto http://www.kerkeninbeeld.nl


Provinciale Drentsche en Asser courant 18-11-1939, 30-11-1940, 24-12-1941

1961-1964: Er werd op 12 februari 1962 een rapport opgesteld door Cor Edskes te Groningen om te komen tot een restauratie van het orgel (07).
Edskes noteerde de dispositie vóór de restauratie;
Prestant 8’ oud grotendeels in het front waarschijnlijk diskant dubbel.
Holpijp 8’ oud groot-octaaf houten pijpen.
Viola di Gamba 8’ oud diskant.
Octaaf 4’ oud op pijp C inscriptie "Octaaf 4 voor Akrum".
Flute d"amour 4’ oud bas gedekt, diskant open cylindrisch op pijp C inscriptie"Fluit d’Amour".
Quint 3’ oud op pijp C inscriptie "Quint voet".
Octaaf 2’ oud op pijp C inscriptie "Octaaf 2 voet".
Mixtuur 3-4 st. oud samenstelling vroeger waarschijnlijk:
C: 1 1/3 - 1 - 2/3
c: 2 - 1 1/3 - 1
c1: 4 - 2 2/3 - 2 - 1 1/3
Open plaats Hier stond vroeger een Trompet 8’ bas en diskant
Bourdon 16’ pijpwerk van Van Oeckelen bas uit hout
diskant metaal.
Tremulant niet origineel.
Afsluiting later verwijderd.

Voor de restauratie werd de firma Bakker en Timmenga te Leeuwarden aangezocht, die al in december 1961 een restauratieplan opstelden (Voor de tekst zie 08).
Hierna werd het orgel gedemonteerd en te Leeuwarden geheel gerestaureerd en in 1963-1964 weer opgesteld in de kerk te Veenhuizen.
 De dispositie en registeropstelling werd toen:

Manuaal. C - f3  
Prestant 8’ Vanaf Dis groot in het front.
Holpijp 8’ Groot octaaf Holpijp van Eikenhout.
Viola di Gamba D 8’  
Octaaf 4’  
Fluit d’amour 4’  
Quint 3’  
Octaaf 2’  
Mixtuur 3-4 st  
Trompet 8’ b/d Trompet 8’ diskant nieuw; houten stevels en koppen, niet beleerd; opslaand.
Aangehangen pedaal C - go; tremulant; windlade gedeeld in C- en Cislade; koppeling; windlossing; afsluiting (09).
Kasbekroningen van Van Oeckelen (arenden)  werden verwijderd vanwege houtworm.
Nieuw handklavier en nieuwe registerknoppen.
Nieuw wellenbord.
Bourdon 16' verwijderd en aansluiting van de Prestant 8' op de lade.
Mixtuur weer aangevuld en nieuwe Trompet 8'. (11)

2003: In de voorbereiding voor de restauratie van het orgel ontstond het plan voor een Orgelacademie. Het werd echter nooit realiteit.

Reformatorisch Dagblad, 15 december 2003, p. 14. Dagblad van het Noorden 09-12-2003

2004/2005: Het orgel wordt door de orgelmaker Bernhard Edskes gedemonteerd en gerestaureerd in zijn werkplaats in Zwitserland.
In het dagblad van het Noorden werd onderstaand artikel gepubliceerd over de restauratie. (10)
De kerk is eigendom van Rijksgebouwendienst en daarom werd de restauratie uitgevoerd in opdracht van de Rijksgebouwendienst onder advies van Rudi van Straten en Wim Diepenhorst.
De restauratie nam ca. één jaar in beslag, waarbij de toestand van 1821 werd hersteld.
Gerestaureerd werden de orgelkas, balgenkas, hoofdwerklade, wellenbord en mechaniek.
Er werd een nieuwe windvoorziening met keilbalgen en pompinstallatie aangebracht in de oude balgenkas.
Het pedaal kreeg een Bourdon 16' die op de balgenkas werd geplaatst.
In het "loze" rugwerk is een binnenwerk geplaatst met 5 registers, waarbij de oude Prestant 4 (1821) als uitgangspunt diende.
Deze uitbreiding is zo uitgevoerd dat er geen wijzigingen aan het bestaande meubel behoefden plaats te vinden.

Het orgel werd op 8 september 2005 weer in gebruik genomen met een concert door Sietze de Vries. Zie programma. (23)


Foto (22)

Dispositie
Hoofdwerk: Prestant 8 vt, Holpijp 8 vt, Viola di Gamba 8 vt (disc.), Octaaf 4 vt, Fluite d’Amour 4 vt, Quint 3 vt, Superoctaaf 2 vt, Mixtuur III-IV, Trompet 8 vt (b/d)
Rugwerk: Prestant 4 vt, Fluit does 8 vt, Woudfluit 2 vt, Sexquialter 2 st.
Pedaal (C-g): Bourdon 16 vt

Manualen: (C-f3)
Tremulant
Windlosser
Pedaalkoppel Hoofdwerk
Afsluiter


Reformatorisch Dagblad, 5 september 2005, p. 15.

2006: De DVD gevangen in muziek verschijnt
Gevangen in muziek
Veenhuizen wil zich op de muzikale kaart zetten. Het voormalige gevangenisdorp bezit prachtige locaties om heerlijk te musiceren, vinden Wybe Sierskma en Sijtze van der Hoek van de Stichting Muziekinstituut Veenhuizen en Henk Timmerman van Ontwikkelingsbureau Veenhuizen. Op de dvd "Veenhuizen. Gevangen in muziek" lichten ze hun mening toe. Tussendoor krijgen we het nodige over de geschiedenis van Veenhuizen mee, in woorden en (oude) beelden.
Om hun verhaal kracht bij te zetten, trommelden de woordvoerders een keur aan musici op, die uitstekend raad weten met klassieke werken: Fiifresom Brass, jeugdensemble Focaliber, ensemble Rossignol, het Roder Jongenskoor, Sietze de Vries, Sonja de Vries-van der Linden, Henk Timmerman en Wiebe Buis. Ze blazen, zingen, spelen orgel, klavecimbel, blokfluit of chitarrone. Orgelbouwer Bernhardt Edskes vertelt iets over het door hem gerestaureerde Hillebrandinstrument in de Koepelkerk en over zijn ideeën voor de vestiging van een centrum voor orgelspeel- en orgelbouwkunst in Veenhuizen. De bijgeleverde cd bevat de op de dvd uitgevoerde werken en twee extra improvisaties van Sietze de Vries.
"Veenhuizen. Gevangen in muziek"; dvd + cd, ISBN 90-78714-01-8; 27,95.
Reformatorisch Dagblad, 11 december 2006, p. 14.


Bronvermelding:
  1. Zie kerk
  2. RAL. AHGA. Inv, nr. 105. Bestek en contract voor de bouw van een nieuw orgel te Akkrum. Zie Orgel-front(1981)35 no 87. Broekhuyzen. Orgelbeschrijvingen(1986)123. Boekzaal. I. (1856)435.
  3. Romein. a. w. 123. Kerkelijke Courant no 30 15-7-1854: 10 juli. Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden schenkt f. 200, - voor het nieuwe orgel te Veenhuizen "dat eerstdaags gereed zal zijn". Kerk. Cour. no 14. 24 maart 1856. Uit dit bericht blijkt dat Van Oeckelen twee nieuwe registers aanbracht. Vermoedelijk werd met het tweede register een tremulant bedoeld. De "voortreffelijke" organist zal wel Jkhr. Mr. S. Trip geweest zijn, die meermalen vanwege orgels door Van Oeckelen geleverd optrad.
  4. Zie het rapport van C. H. Edskes uit 1961.
  5. Zie de Mixtuur no 38(1982)312. Adv. in Prov. Drentsche en Asser Courant 23-7-1863. "De kerkmeesters der Hervormde Gemeente te Veenhuizen vervullen eenen aangenamen pligt, door openlijk te ver-melden, dat de herstelling door den Heer N. A. G. Lohman, Orgelmaker te Assen, zodanig is geschied, dat zijn werk in alle opzichten de goedkeuring der Gemeente mag wegdragen. - Veenhuizen, 21 juli 1863. - De Kerkmeesters voornoemd, M. I. Bosma. L. v. d. Wouden. ". Gregoir. Historique(1865)133. "à Veenhuizen-(colonie 1863)", onder het hoofd: "réparé, amélioré ou agrandi".
  6. Welke orgelmaker voor deze wijzigingen verantwoordelijk was is niet bekend. Niet onmogelijk is H. Thijs namen de firma M. Spiering te Dordrecht. Belonje. Van Holthe. Gedenkwaardigheden(1937)149.
  7. Drents Archief: 0913 Archief van de afdeling Monumentenzorg van de provincie Drenthe 1508 Veenhuizen, Hoofdweg (NH kerk en pastorie); 1959-1964
  8. Idem Zie Bijlage 1
  9. Het Orgel(1965)409. Aantekening A. de Groot.
  10. Artikel in Nieuwsblad van het Noorden. Zie bijlage 2
  11. Boek: Het historische orgel in Nedereland 1819-1840 blz. 98-100
  12. De Orgelkrant 2005/09 September 2005: feestelijke orgelingebruiknemingsmaand
  13. De Orgelkrant 2005/10 Hillebrand in Veenhuizen en de RDMZ
  14. De Orgelkrant 2007/01 DVD Gevangen in muziek KNOV
  15. De Orgelvriend 2005/09 Hillebrand-orgel in oude luister hersteld
  16. De Orgelvriend 2007/07-08 DVD Gevangen in muziek door Dirk Molenaar
  17. De Orgelvriend 2008/05 Symposium Cor Kint en Richard Hol en het harmonium in Veenhuizen
  18. De Orgelvriend 2010/04 Voorjaarsexcursie naar zuidoost Friesland met Arian van der Mark
  19. Friese Orgelkrant 2010 Voorjaarsexcursie 2010 naar Zuidoost Friesland
  20. Het Orgel 1965/11 Bij de foto's
  21. Muziek & Liturgie 2005/10 Nieuwe/gerestaureerde orgels
  22. www: http://reliwiki.nl/index.php?title=Veenhuizen,_Hoofdweg_114_-_Koepelkerk
  23. Archief Jaap Brouwer
  24. www: http://www.schackmann.nl/proefkolonie/Veenhuizen/1840_02_02VanRintelnWilEenOrgel.html De transcripties van de documenten zijn van Schackmann (11-04-2023)
  25. Drents Archief: 0186 Maatschappij van Weldadigheid 47a-347 Ingekomen brieven; 5 maart 1818 - 29 december 1847 183 mei 1837 scans 210-211
  26. Drents Archief: 0186 Maatschappij van Weldadigheid 47a-347 Ingekomen brieven; 5 maart 1818 - 29 december 1847 205 feb 1839 scans 147-149
  27. Drents Archief: 0186 Maatschappij van Weldadigheid 47a-347 Ingekomen brieven; 5 maart 1818 - 29 december 1847 224 feb 1840 scans 65-66
  28. www: http://alledrenten.nl/iip.php?archive=0137.01&registry=427 toegang 0137.01 invnr 427 scan nr. 11
  29. www: http://alledrenten.nl/iip.php?archive=0137.01&registry=432 toegang 0137.01 invnr 432 scan nr. 36
  30. Drents Archief: 0186 Maatschappij van Weldadigheid 365-925 Minuten van verzonden brieven en resoluties; 1 juni 1829 - 14 september 1859; met bijlagen en klappers 461 juni 1837
  31. Drents Archief: 0398 Nederlands Hervormde Gemeente Veenhuizen 22 Jaarverslagen van de toestand van de gemeente; 1900-1942
  32. Drents Archief: 0398 Nederlands Hervormde Gemeente Veenhuizen 33 Begrotingen; 1903-1943
  33. Drents Archief: 0398 Nederlands Hervormde Gemeente Veenhuizen 1 Notulen kerkenraad 1831-1880
  34. Drents Archief: 0398 Nederlands Hervormde Gemeente Veenhuizen 2 Notulen kerkenraad 1881-1947
  35. Drents Archief: 0398 Nederlands Hervormde Gemeente Veenhuizen 32 Kasboek 1859-1886
  36. Drents Archief: 0398 Nederlands Hervormde Gemeente Veenhuizen 32 Kasboek 1828-1858
Bijlagen

Bijlage 1.

Fa. Bakker en Timmenga, Orgelbouwers, Leeuwarden-Borniastraat 67.

Leeuwarden, december 1961.

Omschrijving en prijsopgave betreffende algehele restauratie van het orgel in de Ned. Hervormde kerk der Rijkswerkinrichting te Veenhuizen.

Het orgel is omstreeks 1820 gebouwd door de Leeuwarder orgelmaker Hildebrand en omvat één manaal C - f’’’, aangehangen pedaal C - g en de volgende dispositie: (oorspronkelijk).
Prestant 8’(Disc. verm. dubbel)
Holpijp 8’
Viola di Gamba 8’ Disc.
Octaaf 4’
Fluit 4’
Quint 3’
Octaaf 2’
Mixtuur 3 - 4 sterk 1 1/3’
Trompet 8’

In de loop der tijden is hieraan toegevoegd een Bourdon 16’, gedeeltelijk onderin- en gedeeltelijk achter de orgelkas geplaatst, terwijl 1-3 rijen der Mixtuur, de Trompet 8’ en vermoedelijk 1 rij der Prestant 8’ discant zijn verwijderd. Het rugwerk bestaat slechts uit een loos front. Verder verkeert het gehele instrument in een dusdanige slechte toestand en is zodanig vervuild, dat algehele restauratie noodzakelijk is.

 

Restauratieplan.

a. Algemeen. Het orgel dient zoveel mogelijk in de oorspronkelijke toestand gebracht te worden. De orgelkas en omtimmering der balg vallen buiten deze opgave.

b. De Windvoorziening. Deze bestaat momenteel uit een dubbelopgaande magazijnbalg (niet oorspronkelijk) met twee jagers, treedinrichting en een electrische windmachine van inlands fabrikaat. Daar de balg in vrij goede staat verkeert, kan deze gehandhaafd worden. Hieraan de volgende werkzaamheden te verrichten: de panelen losnemen, de gehele balg, hoofd- en jagerkleppen op winddichtheid con-troleren, waar nodig herstellen. Het geheel grondig reinigen. Daar de bestaande windmachine van onvoldoende capaciteit is en bovendien (gezien het fabrikaat) verre van geruisloos zal zijn, dient een nieuwe windmachine te worden geleverd en gemonteerd, fabrikaat Meidinger'' , type DFO 1201 220/230 volt, een en ander compleet met toebehoren als dubbelwandige dempkist, regulator, aanvoerkanalen enz. Verder dient de gehele windvoorziening als kanalen enz. grondig te worden nagezien, waar nodig hersteld of vernieuwd.

c. De Windlade. De windlade is gedeeld in een C- en Cis-lade, waartussen de sleeptractuur. Aangezien het orgel 140 jaar oud is, wordt verondersteld dat het lijmwerk der laden vergaan is. Deze dienen dus tot in alle onderdelen ontleed- en daarna opnieuw in elkaar gelijmd te worden. De laden evenals de slepen en stokken hierna opnieuw zuiver te vlakken. Tot meerdere afdichting en mede om steeds een gelijkmatig lichtlopende sleeptractuur te krijgen, dient een verende sleepconstrructie toegepast te worden. De speelventielen vlakken, belijmen met vilt en zacht wit schapenleer en zodanig construeren dat ze uitneembaar zijn. Het koperwerk in de lade als stiften, veren, ogen en pulpeetdraden vernieuwen. De pulpeetzakjes eventueel vervangen door een nieuwe winddichte doorgang. De roosterborden, stempels en hangers herstellen, waar nodig vernieuwen of aanvullen. De functie der Prestant 8’-frontpijpen is momenteel pneumatisch; dit pneumatisch gedeelte dient te vervallen en de frontpijpen dienen weer rechtstreeks via conducten wind te krijgen uit de lade.

d. De Mechanieken.

1. Speelmechaniek. Het handklavier kan, hoewel vermoedelijk van later datum gehandhaafd worden. De toetsen zover in te korten dat zichtbare ondertoetsen 120 mm en boventoets 75 mm wordt. Ondertoetsen te beleggen met eerste soort ivoor, boventoetsen met ebbenhout. De toetsen te bevoeren in de voorste geleidepunten; nieuwe geleidestiften en een nieuw stootkussen aan te brengen. Het voetklavier is oorspronkelijk en dient geheel gereviseerd- en opnieuw bevoerd te worden. De veren te vernieuwen. Het bestaande (later aangebrachte) walsraam met ijzeren walsen dient te worden vervangen door een eikenhouten walsbord van voldoende zwaarte en stevig te bevestigen. Walsen te vervaardigen uit oregon-pine eveneens van voldoende zwaarte, nokken en armen uit hard-hout, draaipunten gevoerd met kernlaken. De hefbomen achter het klavier waar nodig met kernlaken bevoeren. Alle koperwerk als abstractdraden, stiften enz. vernieuwen. De ijzeren armen aan het pedaalwalsbord door houten te vervangen. De gehele speelmechaniek dusdanig af te werken dat alles gelijkmatig licht loopt, zonder speling en gerammel.

2. Registermechaniek. De gehele register-mechaniek grondig reviseren, alle draaipunten zuiver lopend maken, zonder speling. Walsstiften vervangen door nieuwe koperen. De walsen die -vanwege de Bourdon 16’pijpen- scheef geplaatst zijn, zuiver te lood stellen.

e. Het Pijpwerk. (Hierin zijn ook de loze rugwerkfrontpijpen begrepen). De frontpijpen zijn van hoog loodgehalte, momenteel bedekt met een laag aluminiumverf. Deze laag dient verwijderd te worden, waarna de frontpijpen gepolijst, ofwel met tinfolie beplakt dienen te worden, zulks in overleg met de adviseur. Al het pijpwerk, ook de frontpijpen is zeer gehavend aan de boveneinden. Daarom zal het noodzakelijk zijn vrijwel alle pijpen van nieuwe boveneinden te voorzien. Aan de hand van de oude opschriften en de ongeschonden gebleven frontpijpen dient nagegaan te worden welke toonhoogte het orgel vroeger heeft gehad, en daarna in overleg met de adviseur vast te stellen welke toonhoogte nu aangehouden zal moeten worden. N. B. Daar van vrijwel alle pijpen toch de boveneinden vernieuwd moeten worden, kan het geheel eventueel, ook wanneer blijkt dat de toonhoogte vroeger een halve toon lager geweest is, zonder hogere kosten wel weer op de oude stemming teruggebracht worden. De Bourdon 16’dient in zijn geheel te vervallen. De ontbrekende Mixtuurpijpen bij te maken; alliage, mensuren, vorm en intonatie aangepast aan het oude werk. De Prestant 8’is vermoedelijk oorspronkelijk in de discant dubbel geweest, aan de hand van de beschikbaar komende gegevens dient vastgesteld te worden of, en eventueel hoever dit register weer dubbel sprekend zal moeten worden. Een nieuwe Trompet 8’ bij te maken; lepels en tongen van hard-geelkoper, stevels van eikenhout, koppen van mahonie of eiken, stemkrukken van fosforbronsdraad, bekers van metaal. Mensuren en alliage zo mogelijk naar nog bestaande Hildebrand-trompet. De bekers van dit register voldoende te bevestigen en steunen in hangers.

f. Intonatie. De intonatie zal er op gericht zijn, het orgel weer zo te doen klinken als oorspronkelijk geklonken moet hebben.

Aannemingssom. De aannemingssom bedraagt f. 13. 950, --. (Dertienduizend, negenhonderd en vijftig gulden). Niet in de aannemingssom begrepen zijn:

a. Het afwerken der frontpijpen(omdat hierover nog nader beslist zal worden). Polijsten f. 475, --[vierhonderd vijfenzeventig gulden]). Ofwel: Beplakken met tinfolie f. 535, --[Vijfhonderd vijfendertig gulden].
b. Verblijfkosten der orgelmakers gedurende de montage, intonatie en stemming ter plaatse.
c. De transportkosten.
d. De electrische leidingen en schakelaars benevens de aanleg hiervan.

In de aannemingssom zijn wel begrepen de omzetbelasting en de reiskosten. Voor overname van oude onderdelen die niet meer gebruikt worden, kan een bedrag ad f. 135, --[één honderd vijfendertig gulden]op de aannemingssom in mindering gebracht worden.

Garantie. Het werk wordt tien jaar gegarandeerd. Gedurende de garantietijd verbindt de orgelbouwer of diens rechtverkrijgende zich, alle fouten en gebreken, ontstaan uit materiaal, constructie of samenstelling, in de kortst mogelijke tijd, kosteloos en afdoende te herstellen. Gebreken klaarblijkelijk ontstaan door verkeerde of ondeskundige behandeling, door abnormale chemische of atmosferische invloeden, door ongedierte of uiterlijk geweld, door stof en ontstemming, vallen buiten deze garantie. Daarentegen neemt het Bestuur der Rijkswerkinrichting de verplichting op zich, het orgel tenminste éénmaal per jaar door de garantiegever te laten stemmen, tegen vergoeding van het geldende tarief.

Voorwaarden. De prijzen zijn gebaseerd op de stand der lonen en materiaalprijzen van december 1961.

N. B. Vanwege het Bestuur der Rijkswerkinrichting of anderszins dient voor herstel en gedeeltelijke vernieuwing der omtimmering om de balg zorg te worden gedragen; uitvoering in overleg met de orgelmaker.

 

Bijlage 2

Eerst de VW-onderdelen uit het kerkorgel
Door Willem Dekker

VEENHUIZEN . Op de grond van de Koepelkerk in Veenhuizen ligt een hoopje hout. Daaruit steken enkele rubberen slangen. Koelslangen uit VW-motoren, weet orgelbouwer Bernhardt Edskes. Ze komen uit het Hillebrandorgel in het fraaie achthoekige kerkje en zijn aangebracht tijdens een restauratie in de jaren zestig. Nu is dat een doodzonde. “Maar je moet het afzetten tegen die tijd. Toen was de kennis van zaken te gering”, probeert Edskes de opknapbeurt van veertig jaar geleden te verklaren.
De slangen gaan bij het afval. Edskes vervangt ze door loden pijpen, zoals het hoort. De wereldberoemde orgelbouwer, Groninger van geboorte, begint in de Koepelkerk aan de interessante klus. De gedemonteerde onderdelen gaan op transport naar zijn werkplaats in Wohlen, bijna honderd kilometer onder Basel. Daar worden de gehavende onderdelen opgeknapt. Van de werkzaamheden worden video-opnames gemaakt en aan de hand van de beelden geeft Edskes een masterclass orgelbouwen in Veenhuizen.
Uit heel de wereld meldden zich al belangstellenden voor de meesterklas aan. Ze willen de kneepjes van het vak leren. Een gedegen opleiding voor orgelbouwen is er niet en Edskes wil zijn kennis graag overdragen. “Overal waar ik kom, word ik gevraagd cursussen te geven.” Dat gaat nu in Veenhuizen gebeuren met het Hillebrandorgel als lesvoorbeeld. De masterclass begint waarschijnlijk eind dit jaar, als Edskes bet orgel in oude staat heeft teruggebracht. “Dan beginnen we met kijklessen.” Vervolgens gaan de cursisten onderdelen volgens oud recept namaken.
Het Hillebrandorgel verkeert in slechte staat. De klok aan de voorzijde geeft vijf voor twaalf aan. Edskes: “Hij loopt precies op tijd, want het is vijf voor twaalf. Als het orgel niet gerepareerd wordt, gaat het verloren Gelukkig zagen ook Monumentenzorg en de Rijksbelastingdienst, de eigenaar van de kerk en het orgel, de ernst van de situatie in. Zij stelden geld beschikbaar voor de restauratie.

Prins Frederik betaalde mee 
Bernhardt Edskes heeft grondig de archieven in Assen en Leeuwarden doorgespit om de historie van het Hillebrandorgel te achterhalen. Het in 1820 gebouwde orgel stond aanvankelijk in Akkrum, maar toen de kerk daar een legaat kreeg voor een nieuw orgel, verhuisde het oude exemplaar in 1863 naar de koepelkerk in Veenhuizen.
Om de kosten te kunnen betalen werd geld ingezameld onder de bevolking. Dat leverde een aardig bedrag op. maar er was nog een tekort van 170 gulden.
“Nu te vergelijken met 170.000 Euro aldus Edskes. Hij vernam uit de archiefstukken dat Prins Frederik het tekort voor zijn rekening nam. Hij was betrokken bij de oprichting van het Land van Weldadigheid in Frederiksoord waarvan de voormalige kolonie Veenhuizen de uitbreiding vormde.
Er werden zwervers en klaplopers ondergebracht. Later kwam de gevangenis in Veenhuizen. Edskes: “Zo is de Koepelkerk verbonden aan het huis van Oranje. Wie weet komt iemand van ons koningshuis de ingebruikname van het gerestaureerde orgel met ons vieren.”
Bernhardt Edskes voor het orgel in de Koepelkerk in Veenhuizen. Hij restaureert het orgel en gebruikt het voor zijn internationale meesterklas. Foto: DvhN/Han de Graaf