Veenhuizen, Rooms-Katholieke kerk

Informatie over de kerk


Ansichtkaart periode 1900-1920

1826: Bouw van e en Rooms-katholieke kerk, gewijd aan Hiëronymus Aemilianus.

Overijsselsche courant 25-04-1826

1835: In mei 1835 werd een contract gesloten met de Groninger orgelmakers J.W. Timpe & Zoon, dat voorzag in de bouw van een éénklaviers orgel met als dispositie:

Prestant 8'
Holpijp 8'
Fluit 4'
Mixtuur  

Contract van Aanbesteding

Pastoor en Kerk meesters der Roomsch Katholyke gemeente inde Maatschappy van weldadigheid te Veenhuizen voornemens zynde een Nieuw-Orgel in hun Kerkgebouw te doen plaatsen, zyn met de orgelmakers J:W:Timpe & Zoon te Groningen omtrent het maken en plaatsen van een Nieuw-Orgel voor de zomma van Vijfhonderd Vijf & Twintig Guldens over een gekomen als volgt.
Art. 1.
De kast des orgels zal gemaakt worden van best Vuren en grynen hout, dezelve zal Vyftien voeten hoog, Acht voeten, en vier duim breed, en Drie Voeten zes duimen diep wezen, zy zal best en sterk bewerkt, met losse luiken, om overal waar het nodig is gemakkelyk by het binnen werk te kunnen komen, voorzien zyn, en de ornamenten en aanzicht, derzelve, zal weezen naar aard, van bygevoegde en afgegevene tekening des orgels.
Art. 2.
De windlade van het te maken orgel zal eene sleepwindlade wezen, gemaakt van best droog wagenschots hout, zeven voeten lang, twee vt. zes duim breed, verdeeld in vier en vijftig tonen van Groot C tot F /// gestreept, voorzien met losse ventielen of kleppen die er naar willekeur kunnen uitgenomen worden, met geel kooperen aanhangdraden1 veeren en stiften.- Verders zal deze sleepwindlade zoo zyn ingerigt, dat naderhand op dezelve zes of zeven registers of stemmen gemakkelyk kunnen geplaatst worden als buiten de art. 5 genoemde van Boerdon Zestien Voet, octaaf viet voet en Fluit twee Voet.
Art. 3.
De Blaasbalg van dit orgel zal zeven voeten lang Drie voeten drie duim breed wezen, drie bladen van best vurenhoud ter dikte van duim, de plooyen of vouden van best wagenschot ter dikte van een half duim hebben enop allen zyden evenweid ter hoogten van Zeventien of achttien duim opengaans. Onder dezen Blaasbalg zal de schepbalg met deszelfs windkanaal worden aangebragt vandezelfde specie gemaakt zyn als het vorigen van dit Art. endit alles met best wit schapen ieder bekleed worden./ de Voet maat word bedoeld groninger maat/ voor alle art. vatbaar.
Art. 4.
Het Handkiavier lopende van 0 tot F drie gestreept voor Vier en Vyftig tonen zal van best droog wagenschots hout gemaakt worden, de onder toetsen zullen met best zwart Ebbenhoud belegd wezen, gelyk ook de boven toetsen welke laatste echter op de bovenzyde met wit yvoor zullen opgelegd zyn. Het hier toe behorende welraam verdeeld als het bovenstaande ter lengten vande windlade, en ter breedte van het Klavier zal ook van best droog wagenschotshoud gemaakt zn.- De Honderd en acht arrenas en stiften, de vier en vyftig winkelhaken en aanhangsdraden zullen van Geel koper weezen.
Art. 5.
Op bovengenoemde windlade in het te maken Orgel zullen gezegde orgelmakers verpligt wezen te plaatsen /
le. Een Prestant van Acht voeten, gemaakt van Best Bankatin in het gezicht/
2e. Holpijp Acht voet
3e. Fluit van vier voet
4e. Mixtuur
Deze drie laatste voorwerpen zullen gemaakt worden van Een Derde Tin en twee Derde Lood.
Art.6.
Het orgel met alle zyne genoemde of ongenoemde toebehoorzelen zal tegen den Eerste November van dit lopende jaar Achttien Honderd Vijf en Dertig, niet alleen gemaakt maar ook inhet Roomsch Katholyke Kerkgebouw te Veenhuizen geplaatst weezen, en op kosten vanden makers in eenen behoorlyken Order gezet weezen, zoo dat het zonderen verderen werkzaamheden aan het zelve kan bespeeld worden, zonder te verven dit is voor rekening der Heeren uitbesteeders.
Art.7.
Het Orgel zal in zyn geheel en allen zynen spreekende deelen eenen volmaakte goede toon en eenen vlugge aanspraak hebben, en in orchest toon met gelyk zwevende Temperatuur gestemd wezen, zoo dat allen toonen goed en vlug kan gespeeld worden.
Art. 8.
De plaatsing van het Orgel zullen Een of twee onpartydige deskundigen het Orgel Examineeren, het welk als het niet goed, of naar deze artiekels niet gemaakt te zyn bevonden, of in geenen deelen aande aftekeing voldoet of iets mogt ontbreken, zal door den maker verbeterd worden, alvorens betaling te ontvangen. Wanneer het Echter volgens dezen artiekels en aftekening gemaakt en buitendien goed is bevonden, zuilen heren aanbesteders na de goedkeuring Drie Honderd Gulden uit betalen, en voorts het resterende inde loop van het jaar Achtien Honderd Zes & Dertig voldoen.
Art. 9.
De orgelmakers zullen echter voor die gebreeken, welke voor het grootste gedeelten uit het maken van het orgel voort vloeijen, Zes agter eenvolgenden jaren lang voor het werk moeten instaan.
Art. 10.
Zoo lang ten laatste de orgelmakers met plaatsing en in een ander voegen van het orgel ingezegd Kerkgebouw werkzaam is, zullen hem Heeren uitbesteeders op hunnen kosten van Woning en Levensbehoeften voorzien.
Tot verbinding en nakoming van deze artiekelen zyn twee Eensluidende afschriften gemaakt en Eigenhandig ondertekend.
Veenhuizen den Eerste Mei, Achtien Honderd 35

Groningen den Mei 1835
De Pastoor A. BRUUNS
De orgelmakers J.W.Timpe B.N.Timpe
De Kerk Meesters van der Mey, de Bie, J. Stuyve (30)



Volgens het contract was op de windlade plaats gereserveerd voor de registers Bourdon 16', Octaaf 4' en Fluit 2'. De ondertoetsen waren van ebben en de boventoetsen van ivoor.
Voor de bouwkosten van f 525,-werden gefinancierd uit vrijwillige bijdragen.
Een naamlijst bracht i n 1836 f 455,55 op.
Hoewel volgens het contract het orgel uiterlijk 1 november 1835 gereed zou moeten zijn, werd het eerst vijf maanden na dato in gebruik genomen.
Voor de examinatie werd C. Meijboom gevraagd. Hij was van 1822 tot zijn dood in 1858 organist van de Hervormde kerk te Assen (2).
Meijboom schrijft op 30 maart 1836:
'Weleerwaarde Heer en Vriend!
Met genoegen heb ik vernomen dat er een orgel in uwe kerk gekomen is. Voor de uitnodiging echter hetzelve te examineren
moet ik evenwel bedanken uit hoofde ik geen genoegzaam kennis van het mechanique van het werk zelve hebbe en meent men iets
aan om te beoordelen dan moet men het een zoo wel als het ander volgens het geweten naar waarheid kunnen doen.
Deze reden zullenvoldoende? zijn om mij te willen verschonen en iemand te kiezen die het geheel in staat is mauwkeurig en naar waarheid te onderzoeken.
Van uwe vriendelijke uitnodiging het middagmaal bij U te grbruiken mioet ik dus voor deze keer insgelijks vriendelijk bedanken en houde mij wanneer het weder wat beter wordt steeds gecommandeerd.
Van mij in ... Vriendschap aanbevelend hebbe ik de eer met aller hoogachting te zijn
Weleerwarde Heer!
Uw dienaar en Vriend
J. Meijboom (30)

Wie in zijn plaats eventueel het orgel heeft geexamineerd is onbekend. De ingebruikneming moet hebben plaats gevonden op 3 april 1836 (4).
Het is niet bekend wie na opheffing van de firma Timpe het onderhoud overnam en in 1842 en 1843 kleine reparaties uitvoerde voor f 12,-, resp. f 19,-.




(35) en (36)


Bericht uit Caecilia; algemeen muzikaal tijdschrift van Nederland jrg 6, 1849, no 19, 01-10-1849 met de werkzaamheden van Timpe.
De tekst bevat tal van fouten. Overal waar Amsterdam staat moet Groningen worden gelezen. Ook de jaartallen en de schrijfwijze van plaatsen zijn vaak foutief

1845-1873:
Of het orgel bevredigend functioneerde valt mogelijk te betwijfelen, gezien het feit dat reeds in 1845 een grote reparatie werd uitgevoerd voor maar liefst f 450,-
Het is niet precies vast te stellen, waaraan dit bedrag werd besteed: Mogeliijk dateert de Octaaf 2' uit dat jaar. In ieder geval verscheen in de dispositie een Salicet 4' op de plaats van de Mixtuur. Ook werd het orgel verfraaid met vleugelstukken, zoals blijkt uit één der Memoriales: (35)
In daaropvolgende jaren is geregeld sprake van kleine reparaties:
1848: f1. 23,83 ,
1849: reparatie en stemmen f1. 43,85 ,
1850: idem f1. 16,25 , 1851: f1. 9,75. I


Op pagina's 150-152 van het memoriaal van 1908-1967 worden diverse uitgaven beschreven, waaronder die van het orgel:
'1836 - Orgel (z. C II) Reparatie v. .... f 1,50
1842 - Reparatie orgel f 13,77 1/2
1843 - Reparatie orgel f 10,-
1845 - aan leder voor het orgel f 4,55 Voor het aanzetten van een paar vleugels aan het orgel f 19,- Voor het ... van gemelde? vleugels f 15,28 Voor fragt en aanzetten f 8,09
1848 - reparatie aan het orgel f 23,85
1849 - aan het stemmen en reparatie van het orgel f 43,85
1850 - aan reparatie en stemmen van het orgel f 16,25
1851 - Reparatie orgel f 9,75
1852 - aan reparatie van het orgel f 75,82 , een ijzeren Tree? aan het orgel f 1,50
1856 - Het Orgel f 13,00 Organist, orgeltrapper en gezangboeken
1857 - Reparatie orgel f 33,-'
1866 - Reparatie orgel f 2,78
1873 - Reparatie orgel f 6,50 (37) - (40)

De dispositie op dat moment is niet precies bekend: Broekhuyzen omschrijft het instrument slechts als een "acht voets werk", zonder de dispositie te vermelden (31).

1853: Een inventaris van 8 november 1853 'orgel zes registers' (32)

Betalingen aan organist en orgeltrapper, copieren gezangboeken

1855: Een inventaris uit 1855 spreekt van "een orgel met vijf registers, op de zyden met loofwerk versierd". (6)
Ook in de volgende jaren worden steeds kleine reparaties verricht, zonder dat daarbij een orgelmaker wordt genoemd.

1857: 'Ook in genoemd jaar (1867) het orgel schoon gemaakt en er een pedaal bij gekomen voor rekening der Parochie' (35)

1867: De organist krijgt wekelijks 25 cent. Dit zet zich vele jaren voort. (38)

1873:
In september 1873 stemt de Leeuwarder orgelmaker C. B. Adema het orgel (7); een maand later doet hij dit ook in de Hervormde kerk en wijzigt hij bovendien de dispositie van het Timpe-orgel: De Salicet 4' wordt vervangen door een Viola 8' (met C-B als Quintadeen 8'). Tevens wordt het klavierbeleg opnieuw genageld. De totale, onkosten (f 80,-) zijn later vergoed door de Rijksbetaalmeester. In de Kerkrekening staat verder nog genoteerd: "31 oct. Bij de herstelling en vernieuwing van het orgel verblijfkoste en twee wagens voor den Heer Adema f 3,50 Aan W1Lukassen verblijfkosten van den knecht f 2,50".
In dit jaar krijgt de organist ook enkele keren reiskosten uitbetaald naar bijvoorbeeld Vries. (38)

1874: Ook in december 1874 verrichtte Adema een stembeurt (voor f 25,-); hij werd daartoe per rijtuig van het station in Assen afgehaald ! En passant stemde hij ook de piano's van de directeur en de apotheker van de Rijkswerkinrichtingen.

1877: Uit dit jaar stamt een een begroting van inkomsten en uitgaven. Voor het orgel zijn de volgende osten begroot: organist f 26,-, Orgeltrapper f 10,- en onderhoud f 20,-

1890: Op 19 mei 1890 wordt het plan geopperd, nu er toestemming voor het buwn van een nieuwe kerk, deze zo te bouwen dat ook de hervomden er gebruik van kunnen maken, omdat hun kerk ook te klein is.

1893:
Op 1 februari schrijft pastoor Dorresteyn aan de bisschop dat de bouw van de kerk goed verloopt. Er zijn nog een paar weken nodig voordat dat alles is voltooid. Er wordt gewerkt aan het interieur. Het ministerie van Justitie heeft echter bezwaar tegen het overplaatsen van het orgel. De kosten van het overplaatsen zouden te hoog zijn. Het orgel is eigendom van de parochie. De kerk is eigendom van het rijk. Het orgel zou zonder vergoeding aan het rijk moeten worden afgestaan en dan kan het worden overgeplaatst. Volgens de pastoor kan het orgel met een kleinen reparatie zonder al te veel kosten worden overgeplaatst. De orgelmaker N.S. Leijser (8) uit Zuthphen, die het orgel jaarlijks onderhoudt op kosten van het rijk geeft aan dat er een grote reparatie nodig is. Volgens de pastoor is dit niet nodig en voldoet een kleine reparatie. Wat is het advies van de bisschop? Van deze brief bleef ook een kladversie bewaard.
Op 2 februari schrijft waarschijnlijk de gevangenisdirecteur dat hij een met de pastoor wil overleggen omtrent het orgel.
Op 9 februari schrijft de aartsbisschop dat hij nog geen definitief antwoord kan geven. Kan de pastoor de stukken van het Ministerie van Justitie opsturen?
Op 10 februari schrijft pastoor Dorresteijn dat er nog geen definitieve beslissing is omtrent het wel of niet overdragen van het eigendom van het orgel aan het rijk.
Op 17 februari kom er antwoord van de aartsbisschop dat het orgel op kosten van de parochie zal worden overgeplaatst en gerepareerd.
Op 21 februari schrijft de aartsbisschop nog geen contact op te nemen met het Ministerie van Justitie. Wat is de waarde van het orgel?
Van 19 februari is een kladbrief bewaard van pastoor Dorresteijn aan de gevangenisdirectie. Het orgel wordt overgeplaatst op kosten van de kerk. Een andere kladbrief is gericht aan de aartsbisschop. De parochie heeft te weinig middelen om het orgel over te plaatsen en te laten repareren.
Op 23 februari schrijft (copiebrief) de pastoor aan de aartsbisschop dat volgens orgelmaker Leijser de waarde van het orgel kan worden geschat tussen de f 600,- en f 700,-
Aan de orgelmaker (copiebrief) vraagt hij wat de kosten zijn als het orgel alleen wordt overgelaatst zonder reparatie en wat de kosten zijn als de blaasbalg wordt gewijzigd en of dit echt noodzakelijk is.
Op 23 februari schrijft orgelmaker Leijser dat de waarde van het orgel zonder verplaatskosten ligt tussen de f 600,- en f 700,-. Het orgel vergroten met een Bourdon 16' en een Prestant 8' kost tussen de f 800,- en de f 900,-. Een nieuwe blaasbalg kost f 600,- Een geschikt nieuw orgel kost f 2.300,-
Op 1 maart vraagt de aartsbisschop aan de pastoor wat de kosten zijn voor de verplaatsing van het orgel.
Op 2 maart vraagt de hoofddirecteur aan de pastoor wanneer er antwoord komt vanuit de kerk omtrent het orgel.
Op 14 maart schrijft de gevangenisdirectie dat er contact is tussen het Ministerie van Justitie en de aartsbisschop omtrent het orgel.
Op 20  maart schrijft de hoofddirectie van Veenhuizen dat de nieuwe kerk op 4 april in gebruik wordt genomen en dat gedetineerden de gelegenheid moeten hebben de inwijdingsdienst bij te wonen. Katholieke inwoners van Veenhuizen zijn niet verplicht de dienst te bezoeken. Het orgel kan op kosten van de aartsbisschop worden overgeplaatst.
Op 16 juni stuurt de pastoor de rekening van de overplaatsing door naar de aartsbisschop. Kan de rekening worden betaald?
Op 24 juni stuurt het bisdom per brief f 200,- met ingesloten de originele nota. Op deze brief de aantekening dat het bedrag is uitbetaald aan orgelmaker Leijser.  (34)
Ook in het memoriaal zijn de gebeurtenissen rond de bouw van de nieuwe kerk en de overplaatsing van het orgel op hoofdlijnen te volgen. (37)

 
Niet lang daarna deelde Leyser mee, dat de verplaatsingskosten f 200,- zouden bedragen, met hulp van drie timmerlieden uit het Gesticht. Een blaasbalgverandering was niet nodig, wel adviseerde hij het orgel te laten vergroten. Twee weken later ging hij akkoord met de overplaatsing voor het genoemde bedrag. Naar aanleiding van deze zaak noteerde pastoor Dorresteyn: "jammer dat het orgel niet door de staat is overgenomen, maar het speelt nog best".

Klik op de afbeelding voor een vergroting (34)


Nieuwsblad van het Noorden 22-03-1893

1899: In de inventaris van dat jaar staat het orgel vermeld met zes registers. (32)


1894:
Er werd een reparatie uitgevoerd door D.Ansingh & Co. uit Zwolle (10).

1904:
Op 4 mei schrijft de hoofddirecteur der rijksinrichtingen dat het ministerie van justitie moet beslissen of het bedoelde bedrag dit jaar kan worden uitgegeven of het volgende jaar.Op 10 mei schrijft de hoofddirecteur van de rijksinrichtingen het mogelijk is het orgel kosteloos over te dragen aan de rijksinrichtingen als het bezwaar uit 1893 wordt opgeheven.
Op 14 mei schrijft het aartsbisdom aan de pastoor dat het orgel mag worden afgestaan aan de kolonie als de kolonie de reparatiekosten en het verdere onderhoud op zich neemt.
Op 16 mei schrijft pastoor Fock of het antwoord van het aartsbisdom ook worden doorgestuurd naar het ministerie van Justitie.
Eind mei? schrijft de pastoor aan het aartsbisdom dat het orgel wordt overgenomen door de kolonie en dat nodige herstellingen zullen worden uitgevoerd.
Er zal een notariële nota van overdracht worden gemaakt.
Later volgt er een briefje met daarbij een formulier voor de notariële akte.
Op 15 juli schrijft de hoofddirecteur Rjksinrichtingen of de pastoor akkoord gaat met een hernieuwd onderzoek van het orgel op 18 juli (34)
Het orgel blijkt  "zeer bouwvallig" te zijn geworden. Brieven van pastoor Fock aan "Utrecht" maakten melding van twee offertes voor herstel. Daarvan had het door Leyser ingediende plan de volgende inhoud:
"Volgens mededeling van den Heer Leyser orgelfabrikant te Zutphen, zal het orgel in de R.K.Kerk binnen korten tijd geheel onbruikbaar zijn, wanneer niet eenige noodzakelijke reparatien van het instrument geschieden. Deze reparatien zijn door bovengenoemden als volgt gespecificeerd:

1e. Een nieuw mecanique klavier en windlade 50
2e. Blaasbalg vergrooten met nieuwe pompers 80
3e. Schoonmaaken en bijbrengen van Octaaf 4 voet met pijpstokken en roosters 290
4e. Winkelhaakblok met winkelhaken 12,50
5e. Twaalf houten pijpen voor holpijp 60
590,50
(Indien alle werkzaamheden tegelijk zouden kunnen worden uitgevoerd, zou er een korting van 10 % worden gegeven.

Er werd op 19 juli een offerte ingediend door Naaml. Vennootschap D. Ansingh & Co. te Zwolle, welke o.a. het volgende omvatte: "Voor herstel 2 mensen 3 weken bij werk meubel schilderen plusminus een week". Verder vermeldde het plan:
Schoonmaak, pijpen weer 'stemmend maken', nieuw celluloid klavier, herstel blaasbalg, alles tezamen met het verhelpen van resterende mankementen voor de som van f 325 - f 385. Bovendien zou tijdens de restauratie gratis een flink harmonium in de kerk worden geplaatst.(34) Laatstgenoemde firma ontving de opdracht en niet Leyser, namens welke orgelmaker blijkbaar W. K. Beukema uit Groningen als vertegenwoordiger optrad.

Op 9 augustus schrijft de hoofddirecteur van de rijksinrichtingen dat het ministerie hem heeft gemachtigd het orgel over te nemen tegen een verklaring van overdracht. Daarna kunnen de nodige herstellingen plaats vinden. Deze akte dient zo spoedig mogelijk te passeren.
Op 7 november schrijft pastoor Fock aan het aartsbisdom dat het ministerie de machtiging heeft verstrekt aan de rijksinrichtingen om het orgel over te nemen. Kan het aartsbisdom zorgen voor een akte van overdracht?
Op 8 november gaat de hoofddirecteur van de rijksinrichtingen akkoord met de door de pastoor voorgestelde regeling.
Op 9 november bericht het aartsbisdom aan pastoor Fock dat zij zorgen voor een akte van overdracht.
Op 18 november wordt gemeld dat de akte van overdracht of 22 november in Veenhuizen zal passeren.
Op 22 november schrijft de pastoor dat de restauratie van het orgel is opgedragen aan D. Ansingh uit Zwolle. In een bijlage worden de werkzaamheden beschreven en zijn een nota van Ansingh en van adviseur W.K. Beukema uit Groningen te vinden. (Blijkbaar vergist de Pastoor zich in de reparateur. De werkzaamheden werden zeer vermoedelijk uit gevoerd door Leijser en niet door Ansingh). Op 22 november 1904 vond ten overstaan van de Asser notaris D. A. M. de Fremery de gratis overdracht plaats van het orgel aan de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door Mr. J. P. H. Gallee, directeur van de Rijkswerkinrichtingen, onder voorwaarde dat de nieuwe eigenaar het orgel "in volkomen bruikbaren staat laat herstellen en blijft onderhouden, zoodat het voortaan weder ten behoeve van den dienst in bedoelde Roomsch Katholieke Kerk kan worden gebruikt" (11
Op 10 december meldt het aartsbisdom dat de akte van overdracht is verzonden. (34)
In het memoriaal wordt de overdracht van het orgel naar de staat ook in grote lijnen beschreven. (37)

In de inventarisatie van 1906 is de tekst als volgt: '1 Orgel met zes registers Overgedragen aan het Rijk'. (32)


In een brief komt het eigendom van het orgel aan de orde. Brief nog niet getranscribeerd vanwege de slechte leesbaarheid.

1926: Op 6 december vraagt de pastoor van Veenhuizen aan de commandant van de 2e compagnie in Assen of de milicien Bart Doesburg-Smit op 8 december het orgel in Veenhuizen kan bespelen vanwege een katholieke feestdag.
Op 30 december schrijft de pastoor een soortgelijke brief gericht aan een hoger commandant omdat er de vorige keer geen toestemming verleend. Ditmaal gaat het om diensten in januari en maart van 1927.

1927: Op 2 januari nogmaals een brief. (33)

1928: Uit onderstaand bericht blijkt dat orgelmaker Leijser uit Zutphen de orgels in Veenhuizen in onderhoud had.  Deze gebeurtenis wordt ook uitgebreid beschreven in het Memoriaal. (37)

Emmer courant 23-08-1928

Elk jaar werd f 25,- gereserveerd voor het onderhoud van het orgel. Dit bedrag komt voor in veel verschillende documenten gedurende langere tijd. (33)

1929: Op 21 oktober meldt de pastoor dat organist Bart Doesburg-Smit vertrekt en dat de post vacant wordt. (33)
Oktober vanuit het Memoriaal: Er moet een andere organist komen. Sinds 3 maanden is er in de plaats van Doeks Smit een nieuwe organist. Dit is een verpleegde en dat scheelt f 4,75 per zondag. Na proefspel werd de organist goed bevonden. Beter was het geweest een organist van buiten te laten komen om hem te examineren. De nieuwe organist had geen begrip van de eredienst.Ook het koor mengt zich in deze discussie.
In het memoriaal van oktober komt de organist weer ter sprake.  (37)

1930: Op 4 maart schrijft de hoofddirecteur van de Rijksinrichtingen naar pastoor Preller dat organist Erdmann voor zijn eigen vervoer moet zorgen naar de kerk.
Op 6 maart schrijft organist Edmann aan de pastoor dat hij de kosten van het reizen op doordeweekse dagen naar de kerk niet op zich neemt.
Op 10 maart schrijft de pastoor aan een onbekend persoon over de organist J.D. Erdman. Schijnbaar gaat er af en toe wat mis. Blijkbaar woont de organist niet in Veenhuizen. (33)
In het memoriaal van oktober/november komt de organist ook weer aan de orde.
In het memoriaal wordt ook beschreven hoe het koor van de kerk oefende en samenwerkte met de organist.(37)

1931: Conflict rond het koor en een orgeltrapper in het memoriaal. (37)

1940: Met ingang van 1 januari wordt dhr. Hermans benoemd tot organist. (37)

1952: Het orgel werd in juni nagekeken door een 'gedetineerde-orgelbouwer'.  (37)


1954: Er moet een organist van buiten worden aagenomen omdat er geen gedetineerde is die kan orgel spelen. (37)


1955: In december wordt het orgel gerepareerd en wordt er een windmotor geplaatst. (37)

1956: Inventarisatie.  Er was inmiddels een windmotor geplaatst.


1958: Het orgel staat in de inventarisatie van dat jaar als volgt vermeld:  (32)


1960/61: In 1960 of 1961 werd het orgel gedemonteerd en overgedragen aan de Rijksinspecteur voor Roerende Zaken. Het instrument werd opgeslagen in één van de ruimten van de Gevangenpoort te 's-Gravenhage.
Later wordt het orgel geplaatst in Halsteren.
De vermoedelijke reden voor het verwijdering van het orgel was de geplande verbouwing van de kerk. Dit dient nog verder te worden onderzocht.

Bovenstaande melding is het laatste bericht over het orgel in Veenhuizen. (37)

1961: In de inventarisatie van 1961 wordt een electronisch orgel genoemd.  (32)



196x: Ter vervanging werd een orgel van de orgelmaker Standaart geplaatst. Dit zou afkomstig zijn uit een theater in Tilburg. (15) Dit wordt tegengesproken door nader onderzoek in 2009/2010 (19)

Foto's huidige orgel door Frits Kaan (21)

Manuaal I: C-c4 Manuaal II: C-c4
1. Bourdon 16’ Bourdon 8’
2. Bourdon 8’ Diapason 8’
3. Diapason 8’ Flute 4’
4. Flute 4’ Viola 4’
5. Viola 4’ Octaaf 4’
6. Octaaf 4’ Flute 2’
7. Flute 2’ Viola 8’
8. Twelfth 2 2/3’    
9. Tierce 1 3/5’    
10. Octaaf 2’    
Aangehangen pedaal C-e1.

1976: Er verschint een boekje over de kerkgeschiedenis. (41) Over het orgel wordt het volgende vermeld:  'pastoor Antonius Bruuns zorgde voor een orgel. In 1836 wist hij f 455,- bijeen te brengen en kocht een orgel bij de firma Timpe te Groningen voor f 525,-. De pastoor zelf schrijft hierover: "... en het is betaald door milde bijdragen van deze arme gemeente, zonder hulp van de direkteur, die protestant is". In 1893 tekent de toenmalig pastoor aan: "jammer dat het orgel niet door de staat is overgenomen, maar het speelt nog goed." '
. Ook de reparatie uit 1904 en de overdracht aan de staat wordt vermeld. Over het weghalen van het orgel uit de kerk wordt niets vermeld.



Foto rechts: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Documentnummer 275.371 Fotograaf: J. van der Wal, 05-1990


1995-1997: Tijdelijk werd in het koor van de kerk een Engels orgel geplaatst van Robson uit 1843. Dit orgel was eigendom van het Roder Jongenskoor.  (26)
Het staat nog steeds te koop bij de orgelmaker R. Feenstra. (2021)

Fotograaf onbekend (26)


2003: Bovenstaand theaterorgel wordt door leden van de NOF (Nederlandse Orgel Federatie) op dit moment gerestaureerd. Er wordt een Vox Humana toegevoegd. Een accordeon register en verder metallofoon/xylofoon van hout en nog wat slagwerk zoals trommel/castagnettes/sleebells/tamboerijn. Het wordt weer een kompleet bioscooporgel voor het geven van concerten. (17)

2009:  Restauratie door de gebr. Van der Meulen, met in een later stadium inschakeling van een orgelmaker voor de intonatie. (18)

2010: Bericht Willem van der Meulen d.d. 22-06-2010: "Eind 2008 heb ik van Rijksgebouwendienst toestemming gekregen om het pijporgel-gedeelte te herstellen. Mijn broer en ik doen dat op basis van vrijwilligheid; alleen de materiaalkosten worden op basis van declaratie vergoed. Er is een slechts een beperkt budget beschikbaar. Het orgel verkeerde in erbarmelijke staat. De diverse pijpen stonden al naast de gaten. De windvoorziening lekte aan alle kanten. Bij het schakelen van de registers bij koud of vochtig weer moest je afwachten of het inschakelde en of het wel weer uitschakelde. Elektrotechnisch is nu gekozen voor een modulair systeem. Voor de besturing zal gebruik worden gemaakt van een soort PLC, - een eenvoudige programmeerbare pc -; de bedrading is zodanig opgebouwd dat het eenvoudig demonteerbaar is, met behulp van patchpanels en netwerkstekers met UTP-kabel. E.e.a. om het orgel op eenvoudige wijze te kunnen demonteren en weer opbouwen, e.e.a in overleg met de Rijksgebouwendienst. Kort onderzoek i.s.m. de rijksbouwmeester uit Den Haag leerde, dat het orgel niet uit een bioscoop uit Tilburg kan zijn, zoals andere bronnen wel eens vermelden. In april 2009 zijn we daadwerkelijk begonnen. Het gehele orgel is gedemonteerd, de complete bedrading is vervangen (bijna klaar); windladen van nieuw afdichtvilt voorzien, electro(-pneumatische) klepjes opnieuw bedraad en stuurbalgjes opnieuw beleerd, etc, etc. De orgelkas is verstevigd. Klavieren opnieuw bedraad. Gehele speeltafel gereviseerd en opnieuw gelakt etc,etc. Als laatste zal een orgelbouwer de intonatie verzorgen, en die iets meer afstemmen op het gebruik in de RK-eredienst. Wij verwachten nu dat tegen het eind van dit jaar het orgel weer speelklaar is". (19)
De intonatie wordt gedaan door Rene Nijsse. Bij de voorbereiding voor deze restauaryie is intensief contact geweest met de NOF, met name met Bert Van Rossum en ook Bert-Jan de Waard voor de electronica.  Het instrument dateert het uit de jaren '20 van de 20e eeuw, gezien een opschrift in een pneumatisch stuurbalgje.(20)


2012:  VEENHUIZEN - Vrijdag werd het orgel in de voormalige rooms katholieke kerk H. Hieronymus Aemilianus in Veenhuizen opnieuw in gebruik genomen. Het voormalige theaterorgel, gebouwd in 1923 van de vorige eeuw door Standaart te Rotterdam en afkomstig uit een theater in Tilburg, vertoonde als gevolg van ouderdom en verwaarlozing grote gebreken. Willem en Johannes van der Meulen kwamen met het voorstel om dit electro-pneumatische orgel te restaureren en in 2008 is afgesproken dat de broers als vrijwilliger het werk ter hand zouden nemen, waarbij de Rijksgebouwendienst de benodigde materialen zou vergoeden. In ruim drie jaar en met 2000 uren op de teller, is onder advisering van de Nederlandse Orgel Federatie, het orgel in de oude glorie hersteld. Daarbij is de oude besturing vervangen door een moderne elektronische aansturing. Bekend orgelbouwer René Nijsse uit Oud-Sabbinge heeft het orgel gestemd en volgens kenners klinkt het als nooit tevoren. (22)

Bericht door RTV Drenthe d.d. 20 april 2012: http://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/3688/Orgel-uit-1923-opnieuw-in-gebruik-genomen


Brief Rijksgebouwendienst 02-04-2012 (26)


De Regiobode 24-04-2012 (26)



Geschiedenis van het orgel op de nieuwe locatie Halsteren


Foto uit de orgelencyclopedie deel 1819-1840 blz. 333 (25)

Na decennia lang voor allerlei doeleinden te zijn gebruikt kreeg de St.Martinuskerk te Halsteren weer een kerkelijke bestemming.
Na een restauratie werd het gebouw in 1962 in gebruik genomen door de Hervormde Gemeente. Het interieur bestaat voor het grootste gedeelte uit onderdelen van elders afkomstig. (12)
Een orgel ontbrak. Men besloot in mei 1953 tot aankoop van het voormalige orgel uit Veenhuizen (13).
Het instrument werd gerestaureerd en deels hersteld naar de oorspronkelijke toestand door de firma K. B. Blank & Zn te Utrecht met als adviseur Dr. M. A. Vente.
Het werd geplaatst op een nieuw ontworpen balkon. Bij de start van de restauratie was de dispositie:

Holpijp 8' geheel oud
Prestant 8' geheel oud, 41 frontpijpen waarvan 10 loos en 23 binnenpijpen
Viola 8' disc oud maar niet origineel
Lege sleep   cancellen, sleep en pijpenstok van onderen zijn geboord. Pijpenstok is niet doorgeboord - originele toestand
Fluit 4' geheel oud
Octaaf 2' 12 grootste nieuw, vanaf klein c oorspronkelijk Octaaf 2'
Celeste 8' later aangebracht, vermoedelijk in plaats van een tongwerk

Na bestudering van de windlade (waarbij bleek dat originele boringen met stroken leer waren dichtgeplakt) en het pijpwerk, dacht men dat de plaats van de Viola oorspronkelijk bestemd was voor een 1-2 sterke vulstem ("Quint 2 2/3' bas en Sesquialter 2 sterk discant").

Er werd een nieuwe windvoorziening aangelegd met een nieuwe windmotor en een kleine spaanbalg onder de lade. De tractuur en registratuur werden geheel vernieuwd (met o.a. een zwevend opgehangen wellenraam), de lade werd grondig gerestaureerd en aan twee zijden voorzien van een trekvrije mahonieplaat, in de pijpstokken werd een verend sleepsysteem aangebracht en verder werden o.a. de ventielen waar mogelijk smaller en spitser gemaakt.
Ook het pijpwerk werd grondig gerestaureerd en in de 'oorspronkelijke' toestand teruggebracht, o.a. door het verwijderen van alle niet-originele intonatiekunstgrepen (zoals bijv. kernsteken); bij het opnieuw intoneren (van zowel het oude, als het nieuwe pijpwerk) zou worden afgezien van het toepassen van kernsteken. De bestaande toonhoogte zou blijven gehandhaafd.
Hoewel volgens het restauratieplan het werk eind 1964 voltooid zou moeten zijn, duurde het tot 1967 voor het instrument weer in gebruik kon worden genomen.

Sindsdien is de dispositie (in ladevolgorde) (14):
Prestant 8' oud, alle frontpijpen (behalve de bovenste tussenvelden), rest op de lade; bas vrij wijd (enkele pijpen in de middentoren verkropt), discant eng van mensuur (strijkend); frontpijpen met vergulde labia en tinfoelie.
Holpijp 8' oud, geheel metaal, erg wijde discant, geen volle toon.
Octaaf 4' nieuw, enge mensuur, zeer boventonig.
Sesquialter II C-c' alleen 2 2/3', vanaf c' 2 2/3 en1 3/5' nieuw, eng van mensuur, hard en schel van toon.
Fluit 4' oud, spits ingeritste bovenlabia, baarden, bas gedekt, discant open fluit; bescheiden van toon, grondtonig.
Octaaf 2' oud, ronde ingedrukte bovenlabia, vrij enge mensuur, hoogste octaaf nieuw, enkele pijpjes zijn verlengd.
Dulciaan 8' nieuw, eiken koppen en stevels, boventonigsnaterend, Duits tongwerk van matige kwaliteit.

2024: Het orgel wordt gerestaureerd door orgelmaker Martin Butter met als adviseur Dirk Bakker. (24)


Bronvermelding:
  1. Tenzij anders vermeld, zijn de in dit artikel verwerkte gegevens ontleend aan het parochie-archief, dat op 4 en 5 januari 1979 werd geraadpleegd. Het bevond zich op dat moment in ongeordende toestand ter plaatse. Inmiddels is het in bewaring gegeven bij het Rijksarchief te Assen en aldaar geïnventariseerd. Gegevens over het Ontstaan van de kolonie werden verder nog ontleend aan:-J.Griepink, Beknopte geschiedenis van de parochie Sint Hieronymus Aemilianus te Veenhuizen, 1826 - 1976, z.pl., z.j. -J.L.Terwen, Het Koningrijk der Nederlanden, Gouda 1858, p. 676.
  2. Zie 30
  3. Zie 30
  4. RA Groningen, archief Bisdom Groningen, dossier Veenhuizen, brief van pastoor Dorresteyn, d.d. 4 februari 1893 (met bijschrift d.d. 17 februari 1893).
  5. Zie 31
  6. Zie 4
  7. Gegevens over de werkzaamheden van C. B. Adema werden mij verstrekt Ton van Eck te Voorburg.
  8. Mogelijk familie van A. B. Leyser (van 1877 - 1884 pastoor te Veenhuizen) ? S. Leyser was waarschijnlijk verwant met één van de firmanten van de Maastrichtse firma Pereboom & Leyser. Van hen betrok N. S. Leyser complete orgels, zoals de instrumenten te Brummen (St.Andreaskerk, 1894) en vermoedelijk ook Oosterbeek (St.Bernulphuskerk, 1901, sinds 1923 in de R. K. kerk te Steggerda).
  9. Zie 34
  10. Een piano- en orgelhandel te Zwolle, opgericht in 1875 (mededeling van dhr. W. D. v. d. Kleij te Emmen).
  11. Een afschrift van de daarbij opgestelde acte van overdracht berust bij de administratie Hoofddirectie Gevangeniswezen te Veenhuizen (Met dank aan dhr. Mulder voor het verstrekken van een copie).
  12. Naar gegevens ontleend aan: Frans Jespers, Repertorium van orgels en orgelmakers in Noord-Brabant tot omstreeks 1900, 's-Hertogenbosch 1983, p. 117. Wies van Leeuwen, Langs de oude Brabantse kerken (Westelijk Brabant), Baarn 1976, p. 108 - 109.
  13. Gegevens betreffende de aankoop van het orgel en het restauratieplan van de fa. K. B. Blank & Zn. werden verstrekt door dhr. J. Coppoolse te Halsteren. Enige aanvullende informatiè werd verder nog verstrekt door dhr. J. M. H. Broeders te Oosterhout.
  14. Naar gegevens van Frans Jespers te Voerendaal.
  15. Mededeling van dhr. W. D. v. d. Kleij te Emmen.
  16. Informatie van Frits Kaan via een E-Mail d.d.wo 13-11-2002 12:33. Hij heeft zijn informatie uit het boek van drs. M.R. Hillebrandie-Meijer: "Kerken in Drenthe".
  17. Informatie van  Bert Scheepstra uit Assen via E-Mail d.d. ma 21-4-2003 13:38
  18. Informatie van Pieter van Herwaarden per mail d.d. 30-7-2009
  19. E-Mail van Willem van der Meulen d.d. 22-06-2010
  20. E-mail van Willem van der Meulen d.d. 24-06-2010
  21. E-mail door Frits Kaan d.d. 29-08-2011
  22. www: http://www.dekrant-info.nl
  23. www:http://reliwiki.nl/index.php?title=Veenhuizen,_Kerklaan_6_-_Hieronymus_Aemilianus
  24. www:http://reliwiki.nl/index.php?title=Halsteren,_Dorpsstraat_20_-_MartinusHalsteren)
  25. Boek: Het historische orgel in Nederland 1819-1840 blz. 333
  26. Archief Jaap Brouwer
  27. Boek: Willehad Kocks O. Carm., 100 jaar hierarchie in Drente 1853-1953, Drents genootschap, 1953
  28. Boek:Willem Jan Cevaal, Johannes Wilhelmus Timpe (1770-1837) Orgelmaker in Groningen, Utrecht, 1997 blz. 60-53
  29. Boek:Victor Timmer, een 'Drents' orgel in Noord-Brabant: Over het laatste werk van de orgelmakers Timpe in Veenhuizen, Abraham zien en andere artikelen over het orgel, Voorburg, 1985
  30. Drents Archief: 0432 R.K. parochie Hieronymus Aemilianus te Veenhuizen 38 Stukken betreffende de aanschaffing van een orgel in de kerk; 1835, 1836
  31. Boek: Arend Jan Gierveld, George Hendricus Broekhuyzen Sr., Orgelbeschrijvingen 1850-1862, Vereniging voor Nederlandse Muziekgeschiedenis, 1986
  32. Drents Archief: 0432 R.K. parochie Hieronymus Aemilianus te Veenhuizen 37 Inventarissen van de goederen, toebehorend aan de kerk; 1853-1968
  33. Drents Archief: 0432 R.K. parochie Hieronymus Aemilianus te Veenhuizen 5 Kopieboek; 1926-1932
  34. Drents Archief: 0432 R.K. parochie Hieronymus Aemilianus te Veenhuizen 4 Ingekomen stukken en minuten van verzonden stukken; 1849-1952
  35. Drents Archief: 0432 R.K. parochie Hieronymus Aemilianus te Veenhuizen 1 Registrum memoriale 1856-1870
  36. Drents Archief: 0432 R.K. parochie Hieronymus Aemilianus te Veenhuizen 2 Registrum memoriale 1871-1908
  37. Drents Archief: 0432 R.K. parochie Hieronymus Aemilianus te Veenhuizen 3 Registrum memoriale 1908-1967
  38. Drents Archief: 0432 R.K. parochie Hieronymus Aemilianus te Veenhuizen 44 Registers van ontvangsten en uitgaven 1867-1878
  39. Drents Archief: 0432 R.K. parochie Hieronymus Aemilianus te Veenhuizen 43 Registers van ontvangsten en uitgaven 1851-1856
  40. Drents Archief: 0432 R.K. parochie Hieronymus Aemilianus te Veenhuizen 42 Registers van ontvangsten en uitgaven 1835-1852
  41. Boek: J.F.A.Griepink, Beknopte geschiedenis van de parochie sint hiërpnymus aemillianus te Veenhuizen 1826-1976
  42. www: Facebook Dirk Bakker https://www.facebook.com/dirk.bakker.357 15 maart 2024
*********************************************************************************
Engels koororgel:
Dit orgel heeft een tijd opgesteld gestaan in het koor van de kerk. Het is in 1843 gebouwd door de Engelse orgelbouwer Thomas J. Robson in een neo-gotische kas. Bevat twee klavieren en een vrij pedaal. Het werd gebruikt als begeleidingsinstrument van het Roder Jongenskoor.