Zuidlaren, Hervormde kerk

Informatie over de kerk


Ansichtkaart beschreven in 1958

Garrels-orgel
1716:
Het eerste orgel is gebouwd door Rudolph Garrels en Johannes Radeker.
In het oudste nog aanwezige Kerkvoogdijboek van Zuidlaren staat genoteerd: 'in die Beide orgelmaeckers van kercken Gelt uitgegeven op Den 25 Desb 1716 Een som van Hondert gld jeder gld 20 stuijver segge 100-0-0'. (13) (25) (26)

De honderd gulden zal niet het volledige bedrag geweest zijn. Misschien was dit alleen het bedrag dat de Kerkvoogdij betaalde. De toevoeging 'van kercken Gelt' zou er op kunnen wijzen dat een van de families Van Selbach of Drews erbij betrokken was. (14
De kosten van het orgel in Anloo bedroegen f 1450,-. Het orgel van Zuidlaren was iets kleiner, maar had ook 2 manualen. Rudolph Garrels, zegt hier niets over als hij op 25 Juni 1718 in een brief aan de Schulte van Meppel de orgels van zijn hand opsomt.
Het is niet onaannemelijk dat de families Van Selbach of De Drews net zo gehandeld hebben als de families, die betrokken waren bij de bouw van de orgels in Eelde en Anloo in dezelfde tijd.

Op 18-11-1719 een uitgave van 18-0-0 voor het opnemen van het orgel (stemmen?)
Op 08-12-1719 krijgt Harmen Wever 5-0-0 voor het 'puster treen'.
Op 14-10-1720 krijgt Radeker 6-0-0 voor het onderhoud van het orgel in 1720
Op 12-11-1725 een uitgave van 7-17-0 aan Jacob Henrick? voor verteringe van die orgelist Havinga en anders? in jaar 1725
Op 21-06-1727 aan die orgelmaacker voor het repareren van het orgel 145-0-0
In mei 1728 aan D Cnopmaker voor Pusten Treen 6-0-0
Op 15-6-1728 An d Orgelmaker voor onderholt van orgel jaarlijks 6-0-0
Op 17-6-1729 Orgelmaker onderhoud orgel 10-0-0
Op 18-03-1738 Puyster treen aan Claas Albers 6-0-0
Op 07-10-1739 Harms Smit (1/2 jr. puster treen + uurwerck) 6-0-0
Op 20-04-1741 Aan Orgelmaker 110-0-0
Op 28-09-1742 Roelof Snider voor puster treen van jaar 1741 6-0-0
Op 17-12-1742 Roelof Roelfs? voor puister treden 1742 6-0-0
Op 10-01-1743 Schonen van het orgel 10-0-0
Op 03-04-1744 Schonen van het orgel 10-0-0
Op 14-12-1744 Roelof Roelfs? voor puister treden 1744 6-0-0
Op 16-05-1745 Aan de orgelmaker voor het schonen van het orgel (1744-1745) 20-0-0
Op 04-05-1745 Aan de orgelmaker voor het schonen van het orgel 1746 10-0-0
Op 26-12-1745 Roelof Roelfs? voor puister treden 1746 6-0-0
Op 19-05-1747 Voor het schonen van het orgel aan de orgelmaker 1747 10-0-0
Op 26-12-1747 Roelof Roelfs? voor puister treden 1747 6-0-0
Op 22-04-1748 Aan de orgelmaker voor het schonen van het orgel 1748 10-0-0
Op 07-06-1749 Aan de orgelmaker voor het schonen van het orgel 1749 10-0-0
Op 24-12-1749 Roelof Roelfs? voor puister treden 1749 6-0-0
Op 26-05-1750 Aan de orgelmaker voor het schonen van het orgel 1750 10-0-0
Op 16-01-1751 Roelof Roelfs? voor puister treden 1750 6-0-0
Op 24-05-1751 Aan de orgelmaker voor het schonen van het orgel 1751 10-0-0
Op 27-12-1751 Roelof Roelfs? voor puister treden 1751 6-0-0
Op 18-05-1752 Aan de orgelmaker voor het schonen van het orgel 1752 10-0-0
Op 26-12-1752 Roelof Roelfs? voor p. tr. 6-0-0 (26)


 
 (25)


1718: Van 3 juni dateert een rekening van orgelmaker Radeker van en van beeldhouwer Jan de Rijk. (25)

Klik op de afbeelding voor een vergroting



Provinciale Drentsche en Asser courant 16-06-1863

1786: Reparatie door Dirk Lohman volgens bovenstaand krantenbericht. Dit wordt ook bevestigd in het artikel 'De orgelmakers Lohman te Groningen en Assen' van Frans Talstra in de Mixtuur van december 1971 (11)
24 juli an de orgelmaker Derk Loman Voor het repareren voor een derde part=Volgens accoord met hem gemaakt na ..... 60=0=0
9 sept an de orgelmaker Derk Loman Voor het reparen het tweede termijn Volgens accoord met het gemaakt na quite 60=0=0
22 okt an de orgelmaker Derk Loman Het derde of laatste termijn Wegens het repareren van het orgel en daar en boven nog twee gouden ducaten tot een duurzame Quite 60=0=0

Klik op de afbeelding voor een vergroting(26)


1851: Organist B. Blomsma gaat met pensioen. Er wordt een vergelijkend examen georganiseerd voor het kiezen van een opvolger.


Drentsche courant 04-04-1851


Drentsche courant 08-04-1851


ca. 1850: Het orgel wordt vermeld in de dispositieverzameling van Broekhuyzen


1859:
Door de komst van het Meere-orgel verdwijnt het orgel van Rudolph Garrels


Het Meere orgel vanaf 1859 in Zuidlaren

Geschiedenis te Beusichem (1787-1859)
1787:
Het orgel is gebouwd door Abraham Meere voor de dorpskerk van Beusichem met eén manuaal.
Op 15 juli van dat jaar werd het opgeleverd. Zie hieronder het verslag van de ingebruikname.


Boekzael der geleerde wereld nr. 144 1787

De dispositie is opgetekend in de vroeg-19e-eeuwse lijst van orgeldisposities, genoteerd door G.W. Lohman: (12)


Ook komt het orgel voor in Historique de la facture et des facteurs d'orgue door Gregoir op pagina 212 (07)

1845: Het instrument wordt uitgebreid met een positief door A.A. Kuerten te Huissen bij Arnhem.

Dispositie op basis van de notitie, die Johan van Meurs maakte in de jaren '30 van de vorige eeuw

Hoofdwerk   Positief   Pedaal
Bourdon 16' Roerfluit 8' Aangehangen
Prestant 8' Viola da Gamba 8'  
Fluit travers 8' Flûte traverse 8' disc.  
Holpijp 8' Prestant 4'  
Octaaf 4' Woudfluit 2'  
Fluit 4'      
Superoctaaf 2'      
Quint 3'      
Mixtuur III b/d      
Trompet 8' b/d      


Ca. 1850: Dispositie volgens Broekhuyzen


1858: Het orgel van Beusichem wordt te koop aangeboden

Opregte Haarlemsche Courant 18-02-1858

De veiling levert een bedrag op van f 500,- voor aftrek van de veilingkosten (05)

1859:
Op 14 juni komt in de kerkvoogdijvergadering aan de orde dat Van Oeckelen een orgel uit Beusichem te koop heeft voor f 2.000,- De nieuwwaarde zou f 5.000,- bedragen.
Het huidige orgel is versleten. Er dient toestemming aan de notabelen te worden gevraagd om het orgel aan te kopen.
Op 15 juni is er een gecombineerde vergadering en wordt besloten het orgel aan een onderzoek te onderwerpen.
Op drie achtereenvolgende kerkvoogdijvergaderingen van 18 juli, 27 juli, 12 augustus en 22 november komt het orgel weer ter sprake. Het orgel is onderzocht en goed bevonden.
Plaatsing van het aangeschafte orgel kan binnenkort gebeuren. Wel dient de orgelzolder te worden vergroot en versterkt met ijzeren balken. Ook wordt overlegd hoe de aanschaf te financieren.

De kas van het oude Garrels-orgel is verkocht voor f 50,- en het pijpwerk met 550 pond lood à 10 cent leverde f 55,- op. De oude blaasbalg leverde f 15,- op.
Volgens een mededeling van H. G. de Olde zou N.A.G. Lohman in 1861 delen van het orgel van Zuidlaren hebben hergebruikt bij de plaatsing en herbouw van een orgel in de Hervormde Kerk van Eppenhuizen. In 1882 maakte Doornbos, toen een nieuwe kerk werd gebouwd, een deels nieuwe kas met gebruikmaking van de oude wangen. Na de sluiting van de kerk in 1976 is het orgel in 1990 opgeslagen bij Mense Ruiter. De zijwangen zijn in 1990 hergebruikt voor het Arp Schnitger-orgel van Nieuw Scheemda. (27)
In het boek van Edskes en Vogel worden de wangen van Nieuw-Scheemda ook genoemd. Ze zijn afkomtig uit Eppenhuizen, maar Zuidlaren wordt niet genoemd.  (28)
Victor Timmer beschrijft het orgel van Eppenhuizen in een artikel in het tijdschrift Het Orgel. Daar wordt geen connectie gelegd met het afgebroken orgel van Zuidlaren. (30)


Het orgel wordt naar Zuidlaren overgebracht door Petrus van Oeckelen. De dispositie wordt daarbij waarschijnlijk gewijzigd. De zwaan bovenop het orgel is zeer waarschijnlijk door Van Oeckelen aangebracht.
Provinciale Drentsche en Asser courant 12-07-1859

Waarschijnlijk kende Van Oeckelen het orgel in Beusichem. Van Oeckelen deed in de buurt wel meer zaken: hij bouwde bijvoorbeeld in 1867 een nieuw orgel voor Maurik.
Tot 1936 waren op het orgel nog twee opschriften te lezen: 'Abraham Meere Fecit Utrecht AO 1787' en 'A.A. Kuesten orgelmaker te Huisen/AO 1845' (J. Belonje en J. Westre van Holthe: Genealogische en Heraldische Gedenkwaardiheden in en uit de kerken der Provincie Drenthe; Assen 1937) Overigens moet Kuesten als Kuerten worden gelezen. (7)
Theo Jellema vond in Arum een brief die meer duidelijkheid geeft hoe het orgel in Zuidlaren is terecht gekomen. (04) Een hr. Van Heijde heeft het orgel voor f 2.100,- aangekocht. Trip had het dus eigenlijk voor Wons bestemd.

Klik op de afbeelding voor een vergroting
Groningen 20 juni 1859
Amice!

Ingevolge onze afspraak om te schrijven, zoo spoedig de gemeente
Zuidlaren zich houden hebben gedecideerd omtrent het orgel, waarover
ik U heb gesproken, en hetwelke U had bestemd voor de gemeente Wons.
Zo haast ik nog U te melden dat de Heer Van Heijde dat orgel heeft
aangekocht voor f 2100, waarvan ik gisteren berigt ontving. De
heer van Oeckelen heeft nog tevens berigt, dat hij bezig is met een dergelijk orgel samentestellen, hetwelke evenwel wel iets hooger in prijs
zoude moeten komen.


Om het orgel in Zuidlaren te kunnen plaatsen moest het orgelbalkon worden vergroot. De Kerkenraadnotulen van 28 Augustus 1859 spreken ervan: 'Deze vergadering die anders gewoonlijk in Junij gehouden wordt, was zoolang uitgesteld, omdat de Avondmaalsviering niet eer plaats kon hebben wegens het plaatsen van een nieuw orgel en de daaruit voorvloeijende noodwendige veranderingen in het binnenste des kerkgebouws'. (15)
Van het oude orgelbalkon, bleef nog een geprofileerde lijst bewaard die direct links van de zuidelijke ingang van de kerk begint en rustend op de twee westelijke pilaartjes, over de hele breedte van de kerk loopt. De uitbouw naar het oosten met de gebogen tribune-borstwering is uit 1859; daarin is ook het met deze borstwering corresponderende onderste deel van de orgelkast begrepen. Hier zij opgemerkt dat de kleur van het orgel eertijds in hoofdzaak donkerrood ('mahonie') is geweest; via zwart en zilver zijn de kleuren bruin met goud geworden. (16)

In de krant wordt ten onrechte van Oeckelen aangewezen als de bouwer van het instrument.

Provinciale Drentsche en Asser courant van 12-07-1859


Provinciale Drentsche en Asser courant 27-10-1866, 08-09-1868, 21-11-1868




Provinciale Drentsche en Asser courant 05-04-1872


Provinciale Drentsche en Asser courant 16-06-1874

1877: Op 11 september wordt een uitgave van f 210,20 genotterd aan A. Radsma voor het verven van orgel en kerk (25)


Provinciale Drentsche en Asser courant 28-11-1906, Nieuwsblad van het Noorden 25-11-1906

1906-1910: Ongedateerd voorstel voor een reparatie aan het orgel voor f 320,-
 - De blaasbalgen dienen opnieuw te worden beleerd
 - Orgel uit elkaar nemen en schoonmaken, pijpwerk nazien en gebreken herstellen
 - Vervangen draadwerk en afstellen tractuur tweede klavier
 - Herstellen koppelmechaniek manualen (20)

Klik op de afbeelding voor een vergroting


Provinciale Drentsche en Asser courant 01-01-1909 (Beschrijving geschiedenis kerk Zuidlaren)
Klik op de afbeelding voor een vergroting


Provinciale Drentsche en Asser courant 28-06-1918 H.J. Smit uit Zuidlaren slaagt voor een NOV-diploma




Nieuwsblad van het Noorden 12-08-1927


Ansichtkaart 1924 (23)


Notitie door Mense Ruiter van voor de restauratie door Spiering (06)



Nieuwsblad van het Noorden 27-04-1936

Van Oeckelen bleef tot 1924 jaarlijks het orgel stemmen. Daarna werd het overgenomen door H. Thijs. Deze stembeurten werden doorgaans verricht voor f 18,- met af en toe wat afwijkende bedragen.
De organist kreeg f 60,- per jaar en de orgeltrapper f 12,- In 1906 wordt er f 320,- gereserveerd voor onderhoud van het orgel dat in 1905 werd uitgevoerd.
In 1932 verdient de organist f 250,- per jaar en de orgeltrapper f 50,- In de jaren '30 van de 20e eeuw lopen de kosten voor het onderhoud van het orgel langzamerhand op.  (17) (24)

1936: In het begin van de jaren '30 werd er een orgelfonds gesticht. Johan van Meurs gaf in 1933 een concert ten bate van het orgelfonds. Hij functioneerde als adviseur bij de door Spiering in 1936 uitgevoerde werkzaamheden.
In een artikel in de Zuidlaarder Courant van 19 december 1936 schreef Van Meurs dat de beide windlades doorspraak hadden, er houtworm voorkwam en dat de toevoegingen uit 1845 in slechte staat waren. De orgelkas werd verdiept omdat beide werken achter elkaar werden geplaatst.
Het is niet meer vast te stellen welk deel van de restauratieplannen door van Meurs werd geadviseerd en wat bij Spiering vandaan kwam.
Een offerte van Bakker & Timmenga, waarin de mechanische tractuur werd behouden, werd om financiële redenen aan de kant gelegd.
Op 12 januari 1937 schreef Johan van Meurs aan de predikant van de kerk in Anloo over de restauratie in Zuidlaren: 'In december j.l. werd het orgel in der Herv. Kerk te Zuidlaren onder mijn toezicht omgebouwd en naar ik meen tot genoegen van de gemeente en zal de predikant Ds. Dikboom gaarne bereid zijn U inlichtingen te verstrekken.'
Ook de kerkvoogden waren tevreden met het resultaat van de restauratie. Zij schreven op 15 januari 1937 aan van Meurs: 'Attest als deskundig Orgeladviseur voor den heer Joh. B. van Meurs. Kerkvoogden en Orgelfonds Commissie van de Ned. Herv. Gem. Zuidlaren geven bij dezen gaarne kennis van hunne grootte tevredenheid aan de heer Joh. B. van Meurs muziekleeraar en Organist te Groningen voor zijn deskundig advies en toezicht voor en bij den geheelen ombouw van het Orgel in de h.g. Kerk gedaan. Wij kunnen den heer van Meurs met alle vertrouwen aanbevelen.'  (10)
De werkzaamheden van Spiering uit Dordrecht staan gespecificeerd in het contract van 19 september. De kosten bedroegn f 2600,- (08).
De financiering van de restauratie vond deels plaats via renteloze leningen, die later werden terugbetaald (21) en via intekenlijsten. (22)

De werkzaamheden begonnen op 28 September 1936. (18)
De klaviatuur werd verplaatst van de achterzijde naar de zijkant van het orgel. De orgelkas werd ongeveer twee maal zo diep gemaakt. Het pijpwerk werd opnieuw geïntoneerd.
In de dispositie werden enkele wijzigingen aangebracht: de Flûte traverse werd vervangen door een Viola d'amour 8'; de Gamba werd omgenoemd naar een Voix Celeste.
De Trompet werd vervangen door een nieuw exemplaar.
Op 21 December 1936 werd het orgel ingewijd met een concert door adviseur Johan van Meurs, mevr.Van Eelen-Archer sopraan en het Hervormd Kerkkoor onder leiding van D. Schoenmaker. (19)


Johan van Meurs noteerde de gegevens van het orgel in zijn dispositiecahier voor en na de werkzaamheden door Spiering (Klik op de afbeelding voor een vergroting) (10)




Nieuwsblad van het Noorden 27-04-1936, 11-08-1936


Nieuwsblad van het Noorden 29-09-1936, 18-12-1936, 21-12-1936, 22-12-1936


Het Orgel-1937-januari, Kerkvoogdijblad februari 1937


Zuidlaarder Courant 18-12-1936, 19-12-1936 (06)

Voor de verbouwing van het orgel door Spiering waren onderstaande opschriften nog aanwezig bij de klaviatuur:

Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Drenthe 1937


De Banier, 31-01-1938


Provinciale Drentsche en Asser courant 12-04-1938, 01-06-1938


Provinciale Drentsche en Asser courant 18-05-1945, 22-04-1947

1956: Op 3 december vraagt de kerkvoogdij advies aan de Hervormde Orgel Commissie (HOC) voor herstel van het orgel, onder het beding dat voor die tijd eerst de kosten bekend moeten zijn.
Op 12 december een antwoord van de HOC. De HOC wil graag een advies uitbrengen. Medewerkers dienen dan een onderzoek ter plaatse te brengen. De kosten van dit onderzoek bedragen f 45,-
Op 17 december meldt de kerkvoogdij dat ze graag gebruik maken van het advies van de HOC. (20)

1957: Het rapport van de HOC dateert van 27 april. Orgelmaker Spiering heeft in de bestaande, met 1 meter verdiepte, orgelkas een pneumatisch orgel geplaatst met een speeltafel aan de zijkant. De membramen zijn in slechte staat en veel pijpwerk zijn zeer beschadigd, onoordeelkundig gerepareerd en spreken slecht aan.
De Trompet 8' is deels van zink. Van de Mixtuur missen het 3e en 4e koor gedeeltelijk. De Bourdon 16' heeft bolstaande wanden en loszittende stoppen.
Een klein gedeelte van het pjpwerk is uit het oude orgel overgenomen. Het pedaalklavier kleppert en de windmotor maakt veel lawaai en staat in een te koude ruimte opgesteld.
Herstel is niet aan te raden omdat de kosten niet opwegen ten opzichte van de baten. Het orgel is van fabrieksmatige makelijk. De orgelmaker wordt gekenschetst als een prutser.
Beter is het een nieuw orgel aan te schaffen.
Op 20 mei komt er een reactie van de kerkvoogdij. Het rapport van de HOC is doorgesproken. Men is zeer teleurgesteld over het resultaat. Geld voor de aanschaf van een nieuw orgel is niet beschikbaar. Wat zou een nieuw orgel kosten? Kan de kerkvoogdij wel doorgaan met Spiering qua onderhoud en stemmen? Er is wel besloten een fonds te vormen voor de aanschaf van een nieuw orgel. Het orgel is voor f 25.000,- verzekerd tegen brandschade.
Op 8 oktober meldt de kerkvoogdij aan de HOC dat ze nog steeds geen antwoord hebben op de brief van 20 mei. (20)

1958: Op 2 januari stelt de HOC voor eind januari een overleg te voeren tussen kerkvoogdij en Lambert Erné of Cor Edskes.
Op 10 maart schrijft de kerkvoogdij dat ze graag een overleg willen op 19 maart. (20)

1967: Van 7 juni stamt een rapport van Mense Ruiter over het orgel. Hij beschrijft orgel en techniek nauwkeurig. In het archief van Mense Ruiter bleven zijn kladaantekeningen bewaard.
Na de ombouw door Spiering is van het oude orgel nog aanwezig:
- Het orgelfront met de frontpijpen. Bespeling was vroeger aan de achterkant.
- Het dak van de oude orgelkast, kastzijde aan de overkant van de speeltafel en een groot deel van de achterwand.
- Bijna al het pijpwerk, behalve de Trompet 8'. De toonhoogte was vroeger minstens een halve toon hoger. Herstel van het nogal dunwandige pijpwerk is de moeite waard. Na de werzaamheden door Spiering zijn de Quint 2 2/3' van manuaal I en de Fluit van Manuaal II van plaats verwisseld. De Celeste van Manuaal II is vervangen door een Terts 1 3/5' discant. Deze Terts zou moeten worden vervangen door een Sesquilater discant. De tractuur is zeer lui en de klavieren liggen ver uit elkaar. De pedaalboventoetsen zijn te hoog. De aanwezige super- en subkoppels zijn 'waardelose dingen'. Evenals de vaste combinaties. Beter is een vrije combinatie.
Ruiter stelt de volgende werkzaamheden voor:
- grondige schoonmaak en houtworm bestrijding
- Vernieuwing van te sterk aangetaste delen, vooral bij de speeltafel
- Vervanging van de pneumatisch tractuur door een electrische tractuur en vernieuwing van alle membranenen balgjes op de membraanlatten
- Herstel van het pijpwerk en weer volledig maken van de Mixtuur
- Opnieuw intoneren en stemmen
- Nieuw windmachine
De kosten worden geschat op f 20.000,- met een reservering van f 2.000,- als de restauratie van het pijpwerk tegenvalt.
Daarnaast kan nog het volgende worden uitgevoerd:
- contactinrichting op beide relais als stemhulpmiddel
- Vervanging van de Terts door een Sesquilater discant
- Toevoegen van een vrije combinatie
- De Bourdon 16' ook als Bourdon 8' speelbaar maken in het pedaal
- Weer terugzetten van de Quint 2 2/3 en de Fluit 4' op de oorspronkelijke plek, gecombineerd met een nieuwe Roerfluit 4'op het onderklavier via een nieuw lade.
- vervanging van de grote balg door 2 kleine regulateurs
Het beste is alle werkzaamheden in een keer uit te voeren omdat dit per saldo goedkoper is. (31)


Foto http://www.kerkeninbeeld.nl


Links foto http://www.kerkeninbeeld.nl rechts foto orgelcentrum nr. Gr. 3258

1969: In dit jaar schreef Dr. J. Naarding een serie artikelen over de geschiedenis van Zuidlaren. In het laatste artikel nr. XI (18 augustus) komt ook het orgel van Zuidlaren aan bod. Hij meldt dat er in 1716 een nieuw orgel kwam.
Daarna haalt hij het Meere-orgel dat in 1859 werd aangeschaft en het orgel uit 1716 door elkaar. Naarding denkt dat het orgel uit 1716 in 1787 is opgeknapt door Meere en in 1845 door 'Kuesten'.


Op 27 juni schrijft het ministerie dat er in principe subsidie kan worden verleend voor de restauratie van de kerk. De restauratie moet gericht zijn op consolidatie van de bestaande toestand. Er is geen bezwaar om het bestaande orgel te vervangen, aangezien het in 1935 door Spiering is gebouwd. De orgelkas uit het einde van de 18de eeuw dient echter wel behouden te blijven. (32)

1970: Op 30 juli schrijft H.G. de Olde een brief aan Dr. Maarten Albert Vente met informatie over het orgel en een aantal vragen. De Olde maakt melding van de brief die Garrels in 1718 schreef aan de schulte van Meppel over het te bouwen orgel in Meppel.
Hij schrijft daar: 'believe mijn Heer syok te addresseren bij mijn Heer Bormannie grietman die opt huijs breeten bie Sohneek zijn wohning heeft voor de welck een orgel tot Eelde up die drente ververdiget ende naederhand weder eens tot Suedlaeren ende nu eene onderhanden hebbe waer an een grooet gedeelte geavanceert voor Mevrou Ellens beneffens mijne Heeren haere soons tot Anloo welcke alle gelov-werdige persoonen niet sullen weigeren van mijne arbeijt getuijgenisse te geve'.
Ook citeert hij de volgende vermelding uit een kerkvoogdijboek van 25 december 1716: 'An die beide orgelmaeckers van Kercken Gelt uitgegeven Een som van hondert gld jeder gld 20 stuyver segge 100-0-0'. deze tekst duidt er volgens  de schrijver er op dat het orgel maar deels door de kerk werd betaald en dat de rest werd gefinancierd door de familie Van  Selbach, die toen op Laarwoud woonde.
De Olde heeft de volgende vragen voor Vente:
 - Zijn er publicaties over de orgelmaker Garrels?
 - Is bekend waar het orgel van Zuidlaren is gebleven?
 - Is de prijs van f 100,- realistisch?
 - Zijn er publicaties over Abraham Meere?
 - Wat zijn de karakteristieken van een orgel door Meere?
 - Wat zou de oorspronkelijke kleur geweest kunnen zijn?
Op 3 augustus volgt er een antwoord van Vente aan De Olde. Hij geeft informatie over de orgelmakers Meere en Garrels. Hij weet niet waar het orgel uit Zuidlaren is gebleven. Misschien zijn in Poortvliet nog sporen van de oorspronkelijke kleuren van een Meere-orgel. Informeren bij orgelmaker Blank. De wijzigingen van Spiering zijn inderdaad een ramp voor het orgel geweest. Er dient gedegen ondezoek gedaan te worden welke delen van het orgel bewaard zijn gebleven. Als er genoeg bewaard is geleven behoord restauratie met subsidie tot de mogelijkheden. (25)

1971: In de begroting van de kerkrestauratie van oktober zijn PM-posten opgenomen voor de orgelkas en de orgelrestauratie. In de begroting van het binnenwerk staan wel stelposten voor het orgel. Orgelgalerij f 1.000,-, orgeltrap f 500,-, orgelkast f 4.000,-, orgelrestauratie p.m (32)
Op 6 december schrijft Klaas Bolt aan H.G. de Olde. Bolt heeft contact gehad met de rijksorgeladviseur Oussoren. Er dient een onderzoek plaats te vinden en op basis daarvan zou Blank een offerte in kunnen dienen. Blank heeft al twee Meere-orgels gerestaureerd.
In november schrijft Klaas Bolt een restauratierapport.
Op 23 december stuurt Bolt een nota met de onkosten van zijn bezoek aan Zuidlaren. (25)

1972: Op 22 februari stuurt Blank een kostenopgave om het orgel op te meten en een reconstructietekening te maken.
Op 3 maart dankt Klaas Bolt De Olde voor zijn historisch rapport over het orgel. Hij vindt het een prima werkstuk.
Uit dezelfde tijd zal een transcriptie door De Olde stammen van een boek met uitgaven voor de kerk in de periode 1715-1750
Op 10 mei vraagt de kerkvoogdij aan Bolt of er toekenning van subsidie is te verwachten. In dat geval zou de kerkvoogdij positief kunnen beslissen om in zee te gaan met Blank.
Op  25 september stuurt Blank een voorlopig bestek.
Op 29 september bericht de gemeente Zuidlaren dat ze bereid zijn de concertserie van het seizoen 72/73 te subsidieren.
Van 9 oktober dateert een offerte van Blank voor de restauratie van het orgel. De kosten bedragen f 96.672,-
 - Volledige demontage van het orgel wegens de kerkrestauartei en opslag in de werkplaats van Blank.
 - Herplaatsing in de kerk na de kerkrestauratie
 - Reconstructie van de originele dispostie van meere en Kuerten
 - Oorspronkelijke kasdiepte herstellen. Rechterzijwand herstellen naar het voorbeeld van de bewaard gebleven linkerkant. De niet originele onderkast wordt gehandhaafd.
 - Oude pijpwerk herstellen
 - Nieuwe windmachine met dempkist. Nieuwe balgstoel met twee spaanbalgen.
 - Twee nieuwe windladen
 - Klavieren en tractuur volledig nieuw
 - Reconstructie van de Trompet 8' en de Cornet III (25)
Bouwvergadering 9 november: Orgel wordt ingekist. Er is pas in 1975 ruimte voor subsidie. Subsidieaanvraag wordt deze maand ingediend. (32)


Oostermoer-Noordenveld 18 februari 1972 Klik op de afbeelding voor een vergroting (29)

1973: Op 7 juni bericht het ministerie van CRM dat het orgel monumentale waarde heeft. Helaas is er op dit moment geen geld beschikbaar. Verwacht wordt dat dit over enkele jaren wel het geval zal zijn. Er kan dan opnieuw een subsidieverzoek worden ingediend.
In september een algemene brief van de Orgelcommissie van de Nederlandse Hervormde Kerk aan alle kerkvoogdijen waarin de commissie uitlegt welke taak de commissie heeft. (25)

1978: Van 4 april dateert een nieuwe offerte van K.B. Blank voor restauratie en reconstructie van het orgel na de uitbreiding door Kuerten in 1845. De totale kosten worden ingeschat op f 166.624,26
 - Op het hoofdwerk worden de registers Cornet III en Trompet gereconstrueerd. Van alle andere registers is nog pijpwerk aanwezig.
 - De oorspronkelijke afmetingen van de orgelkas worden hersteld. Nieuwe klavierbak en registerpanelen aan de achterzijde.
 - Reparatie van het oude pijpwerk en zo mogelijk de oude toonhoogte herstellen. De labia van de frontpijpen worden verguld.
 - Nieuwe windmachine met dempkist. Nieuwe balgstoel met twee spaanbalgen.
 - Twee nieuwe windladen
 - Klavieren en tractuur volledig nieuw
Uit 1978 zijn aantekeningen bewaard gebleven van H.G. de Olde met betrekking tot de financiering van de restauratie.
Op 2 november schrijft het Ministerie van CRM dat ze akkoord gaan met de aanvang van de restauratie op eigen kosten. Op dit moment zijn er geen middelen voor subsidie. In principe zou 50% worden toegekend.

197x: In een ongedateerde brochure Beknopt overzicht van de geschiedenis en de bezienswaardigheden der nederlands Hervormde kerk te Zuidlaren staat: Orgel: gebouwd in 1787 door de Utrechtse orgelbouwer Abraham Meere voor de kerk van Beusichem, in 1815 van een tweede klavier voorzien door A. A. Kuerten to Huisen; geplaatst In ZuZuidlaren in 1859, ter vervanging van een orgel van Rudolph Gariels (1716). Ingrijpend veranderd in 1935 door de fa. Spiering te Dordrecht. Restauratie van het orgel is in voorbereiding. Koororgel: gebouwd in 1972 door K. B. Blank en Zoon te Herwijnen.

1979 : Op 20 maart schrijft de kerkvoogdij aan het bureau monumentenzorg dat ze subsidie hebben aangevraagd bij de provincie. Kan het bureau gunstig adviseren?
Op 6 april geeft het bureau monumentenzorg aan de provincie een positief advies voor de restauratie van het orgel. De door de kerkvoogdij ingediende stukken zijn echter nog niet volledig. Ook is er geen begroting voor het schilderwerk.
Op 1 juni schrijft de provincie dat ze voorlopig geen subsidie kunnen verlenen. Dit kan pas als het rijk ook subsidie toezegt.
Op 28 augustus schrijft het ministerie dat ze akkoord gaan met het restauratieplan. Het is nu nog niet mogelijk subsidie te verlenen. De basis voor de subsidieverlening wordt vastgesteld op f 200.000,-. Er is geen zekerheid dat in de toekomst subsidie wordt toegezegd.(32)

1980: Aanvang van restauratie door Blank op basis van het restauratierapport door Klaas Bolt uit november 1972.
Op 19 maart kent de gemeente Zuidlaren een krediet toe van 30% van f 200.000,-.
Op 23 juli schrijft het ministerie dat ze een subsidie geven van 50% van f 200.000,-. Het bedrag wordt in de loop van dit jaar ter beschikking gesteld.
Op 15 oktober schrijft de kerkvoogdij dat het rijk heeft besloten om 50% subsidie te verlenen. Kan de provincie nu ook subsidie toekennen?
Op 7 november schijft het bureau monumentenzorg aan de provincie dat er nog steeds geen begroting is voor het schilderwerk. Het restauratieplan is verder in orde. Wel dient duidelijk te worden vermeld dat het schilderwerk niet is inbegerepen.
Op 28 november deelt de provincie mee dat ze 10% subsidie verlenen. (32)

1981: Op 26 januari schrijft Blank dat de restauratie geheel is afgerond. Tijdens dit proces kwamen nog een aantal zaken aan de orde die nog gedaan zouden moeten worden:
 - Bij de intonatie bleek dat de grote prestantpijpen te dunwandig waren om een goed klankresultaat te berieken. Deze zouden moeten worden versterkt.
 - Toevoeging van een Flute d'amour 8'
 - De nieuwe registerbordjes worden niet in rekening gebracht. (25)

1982: Begin januari gaat er een brief uit naar de genodigden voor de ingebruikname op zondag 24 januari met een concert door de adviseur Klaas Bolt. Op deze datum wordt een informatiefolder over de geschiedenis van het orgel gepresenteerd.
Op 29 januari 1982 schrijft Klaas Bolt dat er overleg dient plaats te vinden over de nieuwste nota van Blank. Hij hoopt binnenkort het orgel te bezoeken samen met Blank, Wiersma en Van Beek.
Op 1 februari 1982 stuurt Blank een rekening voor het meerwerk van de restauratie voor een bedrag van f 11.665,78. De volgende werkzaamheden werden uitgevoerd:
 - Versteviging van de dunwandige grote prestantpijpen.
 - Nieuw pijpwerk voor de Fluit d'amour 8' naar een voorbeeld van Courtain/Nolting
 - Extra verblijfkosten
Op 7 april 1982 verschijnt het eindrapport. Men is zeer gelukkig met het eindresultaat. Er wordt aangeraden in de kerk matig te stoken. Men is minder te spreken over de onder het manuaal aangebracht manuaal pedaalverlichting. De ontstande warnte kan de klaviatuur ontregelen. (25)


Foto (03)

Huidige dispositie:

Hoofdwerk   Onderpositief   Pedaal  
Bourdon 16' Roerfluit 8' C-d1  
Prestant 8' Viola da Gamba 8'    
Holpijp 8' Flute d'amour 4'    
Octaaf 4' Prestant 4'    
Fluit 4' Woudfluit  2'    
Quint 2 2/3'        
Superoctaaf 2'        
Cornet III        
Mixtuur III-IV        
Trompet 8'        


Foto (03)


Reformatorisch Dagblad, 20 maart 1982, p. 18.


1983: Op 7 juni schrijft het ministerie dat de extra kosten van f 14.962,- ook worden gesubsidieerd. Op 28 juni doet de provincie dezelfde toezegging. (32)

1988:
Artikel over het orgel in het Nieuwsblad van het Noorden d.d. 21-01-1988 Titel: 'Hervormde kerk Zuidlaren neemt centrale plaats in'.


2001:
Naar aanleiding van 400 jaar hervorming verschijnt een boekje Hervormde Gemeente Zuidlaren 400 jaar. De orgelgeschiedenis wordt niet genoemd op het zinnetje 'Een eerste orgel verscheen in 1717' na.

Bronvermelding:
  1. H.G. de Olde: Oostermoer - Noordenveld van 18 februari 1972 De lotgevallen van de orgels in de Nederlands Hervormde kerk te Zuidlaren
  2. Klaas Bolt: Restauratierapport
  3. www: http://reliwiki.nl/index.php/Zuidlaren,_Kerkbrink_3_-_Dorpskerk
  4. E-Mail Ad Fahner d.d. 10 november 2020
  5. Boek: Teus den Toom: De Orgelmakers Witte (II) blz 106/1007
  6. Archief Jaap Brouwer
  7. Boek: Édouard G.J. Gregoir, Historique de la facture et des facteurs d'orgue, Imprimerie l. Deal Montagne, 1865
  8. Drents Archief 0404 Nederlands Hervormde Gemeente Zuidlaren 243 Bestek en voorwaarden voor de restauratie van het orgel; 1936
  9. E-Mail d.d. 20 mei 2008 door Wim Opgelder
  10. Boek: Jaap Brouwer: Johan van Meurs - Een studie over een pionierend orgeladviseur. blz. 92-94
  11. Tijdschrift: F. Talstra, De orgelmakers Lohman te Groningen en Assen, De Mixtuur nr. 5 december 1971 blz. 75
  12. Tijdschrift: Gustav Fock: Een tweetal aanvullingen op Hess' Dispositiën uit 1774, Het Orgel, jubileumnummer 1960, p.47-62, i.c1 p.48.
  13. Drents Archief: Kerkvoogdijboek 1715-1797. Archief Hervormde Gemeente Zuidlaren. Volgens Romein werd het orgel op 8 November 1716 voor het eerst gebruikt (T.A. Romein: De Hervormde Predikanten van Drenthe sedert de Hervorming tot in 1861, Groningen 1861, p.134)
  14. De Olde: De familie Van Selbach woonde sedert het begin van de 17e eeuw op het Laarwoud te Zuidlaren; de erfgenamen van deze familie bleven tot 1750 eigenaar van het huis. De familie De Drews bezat in de 17e en de 18e eeuw Meerwijk aan het Zuidlaardermeer. Zie voor genealogische aantekeningen over de familie Van Selbach o.m. J. Belonje en J. Westra van Holthe: 'Genealogische en Heraldische Gedenkwaardigheden in en uit de kerken der Provincie Drenthe', Assen 1937, p.164-166. Idem over de familie De Drews o.m. O.J. Polvliet: 'Geslacht de Drews, De Nederlandsçhe Leeuw' 31 (1913), 239-243 en 263-266. Verschillende leden van beide families waren kerkvoogd van de Hervormde Gemeente Zuidlaren, veelal in de functie van voorzitter van het college van kerkvoogden. In de kerk van Zuidlaren bevinden zich nog de familiegestoelten van Van Selbach en De Drews. Mevrouw Van Selbach (waarschijnlijk de weduwe van Stephen van Selbach, overl. 1714) gaf op 2 November 1715 een zwart laken aan de kerkvoogdij, ten gebruike bij begrafenissen; Kerkvoogdijboek 1715-1797.
  15. Drents Archief: Handelingen van den Kerkenraad te Zuidlaren 1859-1909. Archief Hervormde Gemeente Zuidlaren.
  16. De Olde: De kleurwijzigingen zijn in elk geval van deze eeuw en waarschijnlijk niet lang voor of zelfs nog in 1936 en latere jaren tot stand gebracht. Sommige oudere ingezetenen herinneren zich, nog dat het rood vervangen werd door zwart en korte tijd later een deel van het zwart door zilver; de jaren waarin dit gebeurd is zijn moeilijk exact vast te stellen. De combinatie bruin met goud dateert wellicht van September 1938, toen ook de banken 'donker eiken' werden geschilderd (Oostermoer-Noordenveld, 1 Oktober 1938).
  17. Drents Archief 0404 Nederlands Hervormde Gemeente Zuidlaren Kerkvoogdijboek 1868-1933. Archief Hervormde Gemeente Zuidlaren
  18. Oostermoer-Noordenveld 26 September 1936.
  19. Oostermoer-Noordenveld van 24 December 1936.
  20. Drents Archief 0404 Nederlands Hervormde Gemeente Zuidlaren 101 Notulen van de vergaderingen van kerkvoogden en notabelen, 1871, 1872, 1906- 1910; met bijlagen, 1906-1910
  21. Drents Archief 0404 Nederlands Hervormde Gemeente Zuidlaren 165 Bewijzen van terugbetaling door de kerkvoogden van de renteloze leningen van gemeenteleden voor herstel van het orgel; 1938
  22. Drents Archief 0404 Nederlands Hervormde Gemeente Zuidlaren 233 Intekenlijsten ten behoeve van de collecte voor de restauratie van het orgel, z.jr
  23. Drents Archief 0404 Nederlands Hervormde Gemeente Zuidlaren 259 Foto's van de kerk voor en na restauratie
  24. Drents Archief 0404 Nederlands Hervormde Gemeente Zuidlaren 153 Rekeningen en verantwoordingen wegens de inkomsten en uitgaven, met bijlagen; 1869- 1936
  25. Drents Archief 0404 Nederlands Hervormde Gemeente Zuidlaren 258 Materiaal ten behoeve van een historisch onderzoek door dr. H.G. de Olde
  26. Drents Archief 0404 Nederlands Hervormde Gemeente Zuidlaren 237 Diaconieboek; 1715-1797
  27. Boek: Freek Veldman en Lieke Veldman-Planten, Barok in Groningen 1650-1750, WBOOKS, 2022, blz. 205
  28. Boek: Cor Edskes en Harald Vogel, Arp Schnitger en zijn werk, Verlag H.M. Hauschild, 2009 blz. 61
  29. Drents Archief: 236 Krantenknipsel over de historie van het orgel; 1972
  30. Tijdschrift Het Orgel 2018-01 Victor Timmer: "Een zeer aftandsch instrument' Uit Groninger kerken verdwenen huispijporgels (en verwante instrumenten)
  31. Mense Ruiter oude archief
  32. Drents Archief: 0913 Archief van de afdeling Monumentenzorg van de provincie Drenthe 1782 Zuidlaren, Brink 9 (NH kerk); 1970-1986

 

Koororgel

197x: Dit orgel stond in Winschoten als noodorgel toen een nieuw orgel werd gebouwd voor de Vennekerk, door Blank te Herwijnen.
Nadat dit orgel voltooid was, heeft Zuidlaren het noodorgel aangekocht, omdat het Meere-orgel in slechte staat was.


Foto Geert Jan Pottjewijd

Dispositie:
Prestant 4'
Fluit 8'
Fluit 4'
Octaaf 2'
Mixtuur

Aangehangen pedaal. (09)
 

Organisten:
Jan Abbinga (1764-?) Organist in Zuidlaren van 1785-1787

Das gelehrte Teutschland oder Lexikon der jetzt lebenden teutschen Schriftsteller

Bijlagen

Restauratierapport door Klaas Bolt
uit november 1972

HUIDIGE STAAT VAN HET ORGEL IN DE NEDERLANDS HERVORMDE KERK TE ZUIDLAREN (Dr.)

Gebouwd in het jaar 1787 door Abraharam Meere (1761-1841},orgelmaker te Utrecht voor de N.H. kerk te Beusichem. In 1845 vergroot met een onderpositief door H.A. Kuerten te Huissen (zoon van Jean Courtain) De klaviatuur bevond zich aan de achterzijde van het orgel.
In 1859 overgeplaatst naar de kerk te Zuidlaren, waarschijnlijk door Van Oeckelen. Nieuwe onderkas (60 cm. lager), balustrade en balg.
In 1936 omgebouwd door de fa. Spiering: pneumatische kegelladen, de kas verdiept, een speeltafel opzij, de omvang uitgebreid van f3 tot g3. In de jaren 1940/45 is door de toenmalige organist nog aan het orgel geknutseld.

Van het oude orgel is het volgende nog aanwezig:

Specificatie van het oude pijpwerk I = Meere, 1787
II =Kuerten, 1845
III= Spiering,1936
 

Manuaal 1

Bourdon 16 II C - h' grenen pijpen, vermolmde voeten door Spiering vernieuwd.
I vanaf c'' nieuw pijpje voor g'''.
Prestant 8 I hiervan C - g'' in het front. Hoog tingehalte. In de discant is de labium-breedte meer dan 1/4.
Nieuwe pijpjes: g'', gis''-h'', g'''
Octaaf 4 I (pijpje f''' nieuw).
Inscriptie van Meere op C: 'octaaf 4 voet C' + inscriptie van Kuerten: 'Manuaal'.
Holpijp 8 III C - H van hout
I vanaf c - kl.
Fluit 4 I gedekt, de hoogste 6 open cylindrisch. (h'' nieuw) Inscriptie van Meere op C: 'Fluyt 4 voet L' + inscriptie van Kuerten: 'Manuaal'.
Octaaf 2 I (pijpje c': II). N.B. g''' heeft oude inscriptie: a''' Inscriptie van Meere op C: 'Octaaf 2 voet L' + inscriptie van Kuerten: 'Manuaal'.
Mixtuur 2,3,4 st. I bijna helemaal oud, lijkt niet te zijn verschoven doch wel verschillende pijpjes onderling verwisseld.
Van de hoogste twee koren ontbreken er 37 pijpjes.
Inscriptie: 'Mixtuer C'''
Samenstelling:
C: 2, 1 1/3
c: 2 2/3, 2, 1 1/3
c': 4, 2 2/3, 2, weg
c''': 5 1/3, 4, 2 2/3, weg
Trompet 8 III Laukhuf, groot-octaaf zinken bekers

Manuaal II

Woudfluit 2 II deels ronde opsneden, waarschijnlijk origineel. Is dit register misschien een afgesneden Flute travers van Kuerten?
Halve toon opgeschoven: nieuwe pijp voor C.
Quint 3 I Afkomstig van het eerste manuaal. Spiering veranderde de intonatie door de voetopeningen toe te drukken: het register moest zachter worden 'als een Nasard'.
Inscriptie van Meere op C: 'Quint 3 voet Manuaal L'.
Prestant 4 II vanaf c-kl. een halve toon opgeschoven. (pijp c: Meere-pijp, een Flute travers met een gaatje in het corpus).
C - H engere mensuur en expressions. (Spiering: zinken pijpen).
Enkele Meere-pijpen ertussen.
Roerfluit 8 II groot octaaf grenen pijpen; vermolmde voeten door Spiering vernieuwd.
Inscriptie op c-kl.: '1845 L Roerfluit 8 vt C Positief Beusichern A Kuerten Orgelmaker te Huissen'
Terts 1 3/5 I uit verdwenen Cornet? Enkele nieuwe pijpjes ertussen. Het klein ootaaf spreekt als Quint 5 en is gemaakt van Celeste-pijpen.
Viola 8 II een halve toon verschoven.
Inscriptie op c' thans cis': '1845 Viola di Gamba Positief Beusichem A A Kuerten Orgelmaker t Huissen den 1 February'
(Cornet 3 st. I is verdwenen).

Stemkrullen: in alle open pijpen tot +;-voetc lengte. (gedekten afgesneden?)
Baarden:
aan veel pijpen. (Ook van spiering)
Expressions:
Octaaf 4 het groot octaaf. Prestant 8 geheel, behalve de 7 kleinste pijpen, Prestant 4 het groot octaaf.
Toonhoogte: iets boven a-440. Waarschijnlijk gelijk aan de oorspronkelijke toonhoogte.
Kanaalmaten: 25,5 bij 17 cm.
Klank: Nog duidelijk herkenbaar fraai Meere/Kuerten-orgel. (Slechts de Quint 3 is expres omgeïntoneerd door Spiering).
Reconstructie:
De historische en artistieke belangrijkheid van het nog aanwezige pijpwerk, het front, de kas en andere delen, wettigt ten volle een reconstructie van de toestand van 1845. Een en ander is, in overleg met mij, nader uitgewerkt in de offerte van de firma Blank.

Haarlem, november 1972. Klaas Bolt.

-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-

PRIJSOPGAVE EN VOORSTEL TOT DEMONTAGE EN REMONTAGE ALSMEDE PLAN TOT RESTAURATIE EN RECONSTRUCTIE VAN DE ONTBREKENDE ONDERDELEN VAN HET MEERE-ORGEL IN DE HERVORMDE KERK TE ZUIDLAREN

door de firma K.B. Blank & Zn, Kerkorgelbouw, te Herwijnen.

Demontage: I.v.m. de ophanden zijnde kerkrestauratie en werkzaamheden aan de muur achter het orgel, is het het beste om het orgel inclusief de kast geheel te demonteren en goed op te bergen Kosten: De kosten voor het geheel demonteren van het orgel en goed opbergen in onze opslagplaats waarbij het metalen pijpwerk weer in de roosters wordt geplaatst, bedragen:

Remontage: Na het voltooien der kerkrestauratie het orgel weer in de bestaande toestand opstellen en inbouwen met herstel van die gebreken welke door het demonteren ontstaan. De kosten hiervoor bedragen:

Restauratie en rekonstruktieplan: Herstel van de oorspronkelijke dispositie van Meere en van het werk van Kuertin, waarbij de niet meer aanwezige delen zo nauwkeurig mogelijk worden bijgemaakt.

Dispositie
Hoofdwerk Meere Positief Kuerten
Prestant 8 voet oud Prestant 4 voet
Bourdon 16 voet oud Roerfluit 8 voet
Holpijp 8 voet oud Viola di Gamba 8 voet
Octaaf 4 voet oud Flûte travers 4 voet
Quit 3 voet oud Woudfluit 2 voet
Super Octaaf 2 voet oud
Cornet 3 sterk nieuw
Mixtuur 4 sterk bas en diskant oud
Trompet 8 voet bas en diskant nieuw
Hulpregisters: Tremulant op het gehele werk. Eventueel Klavierkoppel? Pedaal aangehangen aan het hoofdwerk.

Omschrijving van werkzaamheden: De kas weer in oorspronkelijke afmetingen herstellen, d.w.z. De rechterzijkas, naar het voorbeeld van de nog aanwezige linkerkant bijmaken, de achterwand weer herstellen en het liggerwerk bijmaken op de wijze zoals dat oorspronkelijk geweest is. De niet originele onderkas onder het front wordt gehandhaafd in de huidige staat. Het dak waarnodig herstellen en alle andere beschadigingen aan deuren, scharnieren enz. weer herstellen. Het snijwerk tegen houtworm prepareren Kosten:

Pijpwerk: Het oude pijpwerk van Meere en Kuertin, zorgvuldig nazien, d.w.z. waar nodig beschadigingen herstellen, w.o. gescheurde houten pijpen lijmen. Het pijpwerk in het orgel bij-intoneren en stemmen. Kosten: De frontpijpen met tinfolie beleggen. Stelpost

Rekonstruktie-werk:

Windvoorziening: Een nieuwe windmachine merk Meidinger 0,5 pk leveren en deze in een dempkist op veren opstellen, alsmede reguleringen aanbrengen. Een nieuwe balgenstoel met 2 spaanbalgen maken. Deze balgen naar het voorbeeld van Meere te maken, o.m. in Rheden is nog de oude aanleg aanwezig. De balgen en kanalen te maken van eikehout. In het hoofdwerk een inliggende tremulant aanbrengen o.m. in Poortvliet is nog een voorbeeld. De kosten voor de hele aanleg van de windvoorziening bedragen:

Windladen: 2 nieuwe windladen vervaardigen waarbij de hoofdwerklade zo nauwkeurig mogelijk naar de gegevens uit de verschillende Meere-orgels gemensureerd wordt. De windlade geheel op de oude wijze te maken met sponsels. Dit laatste is verantwoord omdat in Zuidlaren geen heteluchtverwarming wordt aangebracht. Het pijpwerk op de laden plaatsen en van hang en sluitwerk voorzien. Kosten:

Traktuur en Registratuur: De klavieren en de traktuur nieuw te maken, zo nauwkeurig mogelijk naar de Meere factuur, e.e.a. wordt van te voren in tekening gebracht. Evenzo wordt de registratuur naar oude voorbeelden aangelegd. Kosten:

Rekonstruktie Pijpwerk: Het register Trompet 8 voet zal zo nauwkeurig mogelijk naar een originele Meere Trompet worden gecopieerd en geïntoneerd. Kosten:

Cornet 3 sterk diskant: Dit pijpwerk wordt eveneens nauwkeurig naar de Meere faktuur bijpassend gemaakt en geïntoneerd. Kosten :

Vervoerkosten-reiskosten en verblijfkosten tijdens het inbouwen en intoneren:

Levertijd: Het werk kan worden opgeleverd 18 maanden na datum van opdracht. Gedurende de levertijd kunnen wij na het gereedkomen der kerkrestauratie gratis een positief van 5 stemmen ter beschikking stellen om de gemeentezang te begeleiden.

Doorberekening loonkostenstijgingen: Deze offerte is terzake van de loonkosten gecalculeerd naar de C.A.0. voor het orgelmakersbedrijf per 1-10-72, stijgingen van loonkosten worden naar rato doorberekend op 2/3 van de aanneemsom. 1/3 zijn materiaalkosten, hierop vinden geen doorberekeningen plaats. Het is ook mogelijk een vaste prijs te offreren; daarvoor zou het jaar-gemiddelde van loonkostenstijgingen moeten worden omgerekend op het loonkostengedeelte en de levertijd.

Garantie: Op het gehele werk geven wij tien jaar garantie.

Herwijnen, 25 september 1972. (w.g.) Fa. K.B. Blank &Zn.